Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

Preken

Groeiende serie preken die ik gehouden heb in één van de kerken van de parochie St. Petrus in Uden en de parochie Willibrordus in Oss.

31 December 2023

"Dommer dan een ezel?" H. Familie 2023

Net als bij de meeste families, hebben wij met Kerst altijd één middag/avond dat alle kinderen met echtgenoot of vriend thuiskomen voor het familiediner. En een vast onderdeel van deze bijeenkomst is, als er iemand nieuws bijgekomen is, een nieuwe vriend of vriendin, dat we dan het filmpje laten zien waarin onze kinderen, destijds 12, 9,7 en 4, spontaan het kerstverhaal hebben uitgebeeld in een toneeltje. Natuurlijk generen ze zich dan een beetje voor hun partner, -dat ze ooit zo gek gedaan hebben- maar van de andere kant vinden ze het ook wel weer leuk; want het is schattig, hilarisch en ook wel serieus. Ze doen in elk geval hun uiterste best. De oudste heeft de regie, de jongste wil koning zijn; geen rekening houdend met het feit dat hij dan pas helemaal aan het eind het toneel op mag. Afijn onze middelste dochter is St. Jozef en als dan het kindje Jezus geboren is, dan zegt zij met haar best mogelijke St. Jozefstem; “Ja, laten we het kindje hier maar neerleggen, bij de os en de ezel, dan kunnen die hem warm houden…… met hun adem”. Dat heeft ze kennelijk ergens geleerd; dat de os en de ezel er zijn om het kindje Jezus warm te houden. Hebt u er weleens bij stil gestaan waarom er een os en een ezel in de stal zijn? Toevallig? De ezel, daar had Maria toch opgezeten? Of zomaar wat beesten uit die tijd? Nee, toevallig is het zeker niet. De os en de ezel zijn afkomstig uit een oude profetie van Jesaja. En die profetie luidt; “Een os kent zijn eigenaar, een ezel de krib van zijn meester; maar Israël weet van niets, Mijn volk heeft geen begrip. Zij hebben Jahwe verlaten, Israëls Heilige veracht, zij hebben Hem de rug toegekeerd”. “Een os kent zijn eigenaar, een ezel de krib van zijn meester; maar Israël weet van niets”. De os en de ezel worden vaak gezien als domme dieren; en het wil dus wat zeggen als deze domme dieren hun Heer wel kennen, terwijl -velen geen begrip hebben-.

De heilige familie, dat vieren we vandaag. Heilige familie. Twee oude woorden? Spruitjeslucht? Wie wil er nog heilig genoemd worden? En de familie, het gezin? Jawel, de Bijbel is er nog duidelijk over. Die erkent het belang van het gezin maar al te goed als onmisbaar fundament van het geboren worden, het opgroeien, aanleren van sociale vaardigheden, onvoorwaardelijk samen delen, vergeven, enz. enz. Er is niet voor niets al aandacht voor het gezin in de 10 geboden; “Eert uw vader en uw moeder, dan zult ge lang leven in het land dat de Heer u zal geven”. Dat wisten de joden al honderden jaren vóór Christus. Maar dat gezin staat vandaag de dag onder druk als nooit tevoren. De opkomst van talloze gezinsvervangende relatievormen, die meestal in hun aard onvruchtbaar zijn, lijkt onstuitbaar.

Ja en wat is dan nog heilig? Heilig is “heel, verbonden tot eenheid, niet gebroken”. Verbonden tot eenheid, en wie of wat is de ultieme eenheid? God is Een. De ene God van Abraham, Isaac en Jacob, onze Schepper; die is één. “Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde…….en in Zijn Zoon Jezus Christus”: dat zeggen we toch? Zeggen we het omdat het ons zo aangeleerd is, of geloven we het ook echt? Het is zo ontzettend belangrijk, dat we dat met ons hart kunnen beamen, of leren beamen. Want als we zeggen dat we niet geloven dan betekent dat, dat wij alles, het hele leven, zelf zullen moeten uitvinden. Als wij niet in God geloven moeten we in iets anders geloven, want in niets geloven is voor een mens per definitie onmogelijk. Hoe dat ook zij; “Als wij niet in de ene God geloven dan vervalt uiteindelijk elke grond voor ordening, dan glijdt tenslotte alles terug naar de chaos waaruit het genomen is. Chaos, zoals het was voordat God sprak. Want het spreken van God, bracht, zoals het Scheppingsverhaal vertelt, -orde in de chaos-.

“Wat een somber beeld”: zullen sommigen zeggen. Ik kan het niet helpen; het is de waarheid. Zonder God glijdt onze samenleving terug naar de chaos. Niet in één generatie natuurlijk; 2000 jaar christelijke beschaving wordt niet in één generatie vergeten. Wij hebben met zijn allen nog wel weet van wat goed en slecht is, en dat vertaalt zich voorlopig nog wel in onze keuzes die een democratisch bestel overeind houden. Maar godsverduistering betekent onherroepelijk ook  verval van gedeelde waarden en normen, verlies van een ijkpunt voor de mensheid.

Helaas is het zo dat je bij de meeste mensen niet meer met dit soort praat hoeft aan te komen. “Achterhaald, wij weten het zelf beter”. Maar hoe waar dus wat Jesaja zei; “Een os kent zijn eigenaar, een ezel de krib van zijn meester; maar Israël weet van niets, mijn volk heeft geen begrip”. 

Mogen wij tot het volk behoren dat nog wel zijn Meester wil kennen. Mogen wij proberen wel te leven volgens de wijsheid, de waarden en de normen van 5000 jaar joods-christelijke beschaving. En moge God ons daarbij helpen. Amen.

 

 

 

 

 

24 December 2023

"Niet wat ik wil, maar wat Gij wilt"; 4e Advent 2023

Deze ochtend vieren we nog de 4e zondag van de advent. En we hoeven maar een paar uurtjes meer te wachten, want op deze zelfde dag nog, mogen we al Kerstmis vieren. Jezus wordt geboren; zo vaak gehoord, we zijn er zo aan gewend, dat we ons wellicht niet eens meer realiseren wat voor een complete aardverschuiving, wat voor een onge-evenaarde revolutie, dat heeft betekent in de mensengeschiedenis. En nog steeds is. Christenen, katholieken misschien nog meer dan protestanten, hebben in de voorbije eeuwen een grote fout gemaakt; zij hebben gedacht dat ze Jezus wel konden begrijpen uit het nieuwe testament alleen. En dat was ook hoe ik zelf als kind heb kennisgemaakt met Jezus. Voor een kind kan dat natuurlijk; Sinterklaas is er zomaar ineens en hij is ook ineens weer weg; maar ook Jezus’ komst werd mij voorgesteld als een donderslag bij heldere hemel. Als een soort komeet is Hij op de aarde gekomen, zomaar ineens geboren, met veel toeters en bellen; sterren en hemelse heerscharen. En aan het einde van Zijn leven steeg Hij zomaar weer als een raket omhoog de wolken in en weg was het mysterie; ons, mij in elk geval, achterlatend met louter vragen. Samengevat luidden die; “Ja, leuk dat er toen zo Iemand geweest is, maar wat heb je er aan?” En als ik dan mijn moeder om opheldering vroeg dan was het altijd; “Ja jonge, dat is een mysterie”. De pastoor durfde je niets te vragen, want die stond op grote hoogte, en vragen stellen over geloof zou verraden dat je twijfelde en dat was al een grote zonde. Afijn, twintig jaar later leerde ik in de Hooge Berktgemeenschap in Bergeijk, Jezus opnieuw kennen vanuit zijn joodse wortels. En daarmee zag ik hoe Hij geworteld is in het gewone aardse bestaan van mensen en dus ook hoe Hij nog steeds aanwezig is in ons, in mijn leven. In het gebedshuis van de Hooge Berktgemeenschap hangt zo’n verlichte wereldbol naast het kruisbeeld. En ik vergeet nooit meer hoe die twee voor mij als een soort bliksemschicht samensmolten; “Verdorie ja, Jezus heeft alles met ons leven hier op deze aarde te maken. Hij is er een van ons?” Zo ook Maria. Hoewel, Maria? Als je in de tijd van Jezus een Maria ging zoeken in Nazareth, dan zou je er beslist geen vinden, want in Nazareth woonden geen Grieken. Een Mirjam wel, Mirjam die kenden ze wel, want dat was een gewone naam onder de Hebreeën. En kent u mogelijk ook die andere Mirjam uit de Bijbel? Ik zal u helpen. Mirjam was de zus van Mozes. Mirjam was het meisje dat levensreddend optrad door het mandje uit de Nijl te vissen waarin de baby lag die later het joodse volk zou bevrijden, uit de slavernij van Egypte. Hier een nieuwe Mirjam. Hier ook een baby die tot nog veel groter bevrijding zou strekken. Maar dat even terzijde. Ik had het erover hoezeer Jezus geworteld is in Joodse geloof en het leven van Zijn tijd. Zijn moeder precies hetzelfde. Maria wordt bezocht door de engel en hoort dat ze zwanger is. Daar heb je hem weer, die komeet; zomaar uit het niets een engel op het toneel. Maar nee, Maria was al heel lang in verwachting voordat ze zwanger was. En dat nu, dat begrijpen wij alleen als we een klein beetje weet hebben van de joodse geschiedenis. Niet voor niets horen we steeds maar weer spreken over de grote koning David. De eerste lezing ging over hem en ook in het Evangelie neemt hij een belangrijke plaats in. Die koning David had een immense indruk gemaakt op het joodse volk. Nooit in de geschiedenis was er zo’n welvaart, nooit in de geschiedenis hadden ze het zo goed gehad dan ten tijde van de regering van de godsgetrouwe koning David. Hoewel de dynastie van deze grote koning dàn al vijfhonderd jaar uitgestorven is verlangt het volk ten tijde van de geboorte van Jezus intens naar zo’n nieuwe koning, in de geest van die onvergetelijke koning David. En reken er maar op dat Maria het verhaal van Mirjam, die Mozes redde, gekend heeft. Zeker weten dat Maria de profetie van Samuel kende; “De Heer kondigt u aan dat hij voor u een huis zal oprichten. Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd stand houden; uw troon staat vast voor eeuwig.” Hier, als de engel haar aanspreekt, gaat het sluimerend verlangen van het volk, in Maria in vervulling; “God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.” En natuurlijk wist Maria daarmee nog niet “hoe dat zou geschieden” en evenmin hoe het allemaal af zou lopen. Maar één ding wist ze na enige aarzeling wel en dat zal ze de engel dan ook vastberaden zeggen; “Mij geschiede naar Uw woord”. Om stil van te worden; “Mij geschiede naar Uw woord”. Deze woorden, meer nog, de levenshouding van deze eenvoudige, jonge vrouw hebben de wereld een totaal nieuw gezicht gegeven. Het gezicht van Christus met alles wat dat aan goeds voortgebracht heeft; onderwijs, gezondheidszorg, medemenselijkheid, liefde, vergeving. Ja ik weet het wel; er wordt ook nog een hoop rotzooi gemaakt door mensen die zich christen noemen; en het in veel gevallen nog zijn ook! Korter bij huis; we doen het allemaal. We zijn allemaal óók zondaars. Niet alléén zondaars, maar óók zondaars. Maar de missie van Jezus is ook nog niet af. Hij moet nog geboren worden. Nee, Hij is natuurlijk geboren 2000 jaar geleden, maar toch moet Hij ook nog –nieuw- geboren worden, in ieder van ons. Als u mij vraagt naar de twee indrukwekkendste passages in het nieuwe testament dan hebben we er net één gehad. “Mij geschiede naar uw woord”. “Mij geschiede naar uw Woord”. Hoe wezensvreemd dreigt zo’n antwoord te worden in onze tijd waarin mensen alles naar eigen woord en wens neigen te zetten. Maar kunt u zich een oorlog voorstellen tussen mensen die dat waarachtig zouden zeggen; “Mij geschiede naar uw Woord”? De andere passage is uit het strijdgebed van Jezus in de hof van Olijven, waar Hij heftig met God in discussie is, over het waarom van zijn bloedige dood. Je kunt van alles zeggen over de film Jezus Christ Superstar, maar die doodsstrijd van Jezus hebben ze subliem in beeld gebracht. Als Jezus uit geprotesteerd is, rest Hem alleen nog de overgave in de geest van zijn moeder; “Mij geschiede naar uw woord”. Want dit was Zijn laatste gebed; “Abba, Vader voor U is alles mogelijk; laat deze beker aan Mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik wil maar wat Gij wilt.” “Niet wat ik wil maar wat Gij wilt” of “Mij geschiedde naar uw woord”. Moge die geest van overgave ons leiden, niet alleen naar een Zalig Kerstfeest maar ook naar eeuwig geluk in Hem.

Amen.

11 December 2023

Het begin. 2e Advent 2023

Vandaag, op deze tweede zondag van de Advent in het jaar 2023 horen wij de plechtige en betekenisvolle openingswoorden uit het Evangelie van Marcus; “Begin van de Blijde Boodschap van onze Heer Jezus Christus de Zoon van God”. Zoals u weet wordt met de titel van een boek of een film of toneelstuk, in een paar woorden uitgedrukt wat het meest wezenlijke is van wat u gaat lezen of zien. En zo ook hier. “Begin van de Blijde Boodschap van onze Heer Jezus Christus de Zoon van God”. De rest van het verhaal is dan een uitwerking en verantwoording van deze titel.

De meesten van ons zijn niet meer zo jong en voor mijzelf is het de 58ste keer dat het Advent is, als ik de eerste 10 jaar van mijn leven even niet meetel. We hebben het allemaal al zo vaak gehoord, al die lezingen van de Advent dat je er iets onverschilligs van zou kunnen krijgen; Zo van “Ach ja, dat zal wel. Oorlogen, en alle ellende op de wereld gaan gewoon door, wat zal ik echt verwachten?”. En dan hangen we de lichtjes maar weer op, want dat kijkt in elk geval gezellig. Om nog iets nieuws in het Evangelie te horen moeten we misschien een beetje afstand nemen. Afstand van de hele kerkgeschiedenis met de gegroeide instituties en vaste vormen. Afstand van alles wat zo vanzelfsprekend is geworden, en proberen om het Evangelie te lezen in het licht van de tijd waarin het geschreven is; toen was er nog helemaal geen kerk als instituut, niets om op terug te vallen. Er was alleen een ongeorganiseerd groepje mensen dat helemaal in de ban was van ene Jezus van Nazareth, die door hen “de Messias” genoemd werd.

Van het Evangelie van Marcus wordt wel aangenomen dat het het oudste van de vier Evangeliën is en het houdt zich dan ook alleen bezig met de kern van de zaak. De geboorte van Jezus en alles daaromheen, bijvoorbeeld, kun je bij Marcus niet vinden. Marcus begint zijn Evangelie bij het openbare leven van Jezus. Maar wat een bijzondere opening van zijn verhaal! “Begin van de Blijde Boodschap van onze Heer Jezus Christus, de Zoon van God”. Bij elke gelovige jood wordt door dat eerste woord “het begin” onherroepelijk dat andere verhaal opgeroepen dat zo begint: het Scheppingsverhaal. “In het begin schiep God”. Het verhaal over hoe God orde schiep in de chaos van de aarde die immers - in het hebreeuws- “tohoewabohoe” was, ofwel “woest en leeg”. Als Marcus hier dat woord gebruikt wil dat zoveel meer zeggen dan dat er een verhaaltje begint; Hier gaat het over “een nieuwe Schepping”. God grijpt in en brengt opnieuw orde aan in de chaos.

Het volgende woord; Blijde Boodschap, Evangelie, kan bij ons ook zo ingesleten zijn dat de zeggingskracht eronder te lijden heeft. Maar probeer eens terug te gaan naar de eerste eeuw van onze jaartelling. Wat betekende dat woord toen? Evangelie, komt voort uit twee griekse woorden; eu en angelion, goede boodschap. Datzelfde woord werd door de Romeinen gebruikt als ze een grote veldslag gewonnen hadden; dan werd er een Evangelie, een eu-angelion overgebracht naar de keizer. In het verhaal van Marcus gaat het dus om zo’n zelfde overwinnings-boodschap. Probeer je dat eens in te denken, deze Marcus verblijft waarschijnlijk in Rome, in het hol van de leeuw, daar waar net zijn makker Petrus net op brute wijze vermoord is en het handjevol christenen zwaar in de verdrukking leeft, daar, in die situatie verkondigt Marcus het eu angelion, zijn goede boodschap. Niet de veldslagen van Julius Caesar of zijn generaals, maar de overwinning van een door diezelfde wereldmachten gekruisigde en verrezen Christus; dat is pas Evangelie, Eu angelion. Het echte verhaal van de overwinning heeft niets te maken met wapengekletter maar met de opstanding uit de dood van deze gekruisigde Jezus. Vermoord door de machten van de wereld maar ten leven gewekt door de altijd grotere macht van God de Vader. Dat betekent dat alle wereldmacht overschaduwd wordt. Er is immers een veel grotere macht, een machtiger leger, een geweldloos leger, dat geleid wordt door deze verrezen Heer.

Tenslotte dat woord “Zoon van God”. Wij kennen die term maar al te goed. Voor ons is het woord zo vanzelfsprekend geworden dat misschien niet meer de volheid doorklinkt van zijn geweldige lading. In Marcus tijd kon alleen de keizer aanspraak maken op die titel; “zoon van God”. Dus als Marcus Jezus hier de Zoon van God noemt, is dat een directe confrontatie met de keizer;  “Nee, niet de keizer is God, Jezus is God”. En daarom zal het u niet verbazen dat er in die eerste eeuwen zoveel christenen gemarteld werden. Het ging daarbij vooral om die aanspraak; dat Jezus de Zoon van God zou zijn. Maar dat is dus het goede nieuws van Marcus; Dat met Jezus,  God zelf in de wereld is gekomen. 

“Begin van de Blijde Boodschap van de Heer Jezus Christus de Zoon van God”. Je kunt je afvragen; “Wat bedoelt Marcus met begin?” Is dat het eerste hoofdstuk, is dat het optreden van Jezus of is dat de Verrijzenis? Of is het hele Evangelie het begin? Persoonlijk opteer ik voor het laatste; het hele Evangelie is het begin. Want kijken we naar de laatste zin van Marcus zijn verhaal, dan staat daar; “Zij trokken uit om overal te prediken en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelde”. Het begin, de nieuwe Schepping is nu nog aan de gang. God heeft die nieuwe Schepping in onze handen gelegd en werkt met ons mee. En laten we dan niet te gemakkelijk toch wat gaan somberen van; “Nou, dat is in die tweeduizend jaar toch maar weinig opgeschoten”. Voor God is één dag als duizend jaren en duizend jaren als één dag, God talmt niet met zijn belofte zoals sommigen menen"; zoals we in de tweede lezing hoorden. Wij hebben geen weet van tijd en ruimte van God. 

Maar bidden we dat we steeds meer open mogen staan voor het woord van God dat we steeds meer en dieper zijn Aanwezigheid in ons leven mogen ervaren en dat we van daaruit zelf eu angelion, goede boodschap voor elkaar worden. Amen.

 

27 November 2023

Christus Koning van het heelal. 2023

Vandaag is de laatste dag van het kerkelijk jaar en op deze dag mogen we vieren dat Christus onze Koning is. Het feest is nog geen honderd jaar oud en dat is voor kerkelijke begrippen heel jong. Het werd ingesteld in 1925 door paus Pius de 11de naar aanleiding van de 1600 ste verjaardag van het Concilie van Nicea, maar misschien niet toevallig ook in de tijd dat Europa geteisterd werd door de opkomst van verschillende dictators. Iets in de zin van; “Nee, niet jullie, maar Christus is Koning”.

Kijken we eerst even naar de 1ste lezing. Het is een deel uit de profeet Ezechiël en dat was er een van gepeperde uitspraken. Daar had hij ook reden toe want hij was getuige van de catastrofale instorting van zijn volk, hetgeen in zijn ogen te wijten was, aan de slechte leiders die er waren. “Jullie zijn slechte herders”; zegt Ezechiël ergens. “Jullie hebben de schapen niet gevoed die je waren toevertrouwd, maar je eigen buik rond gegeten. Jullie hebben de vermiste schapen niet gezocht, de verdwaalden niet teruggehaald en de gewonde niet verbonden”. En hier in het stukje dat we vandaag lezen horen we God, door de mond van de profeet zeggen; “Ik zelf zal Mijn kudde zoeken, Ik zal zelf omzien naar Mijn schapen, het gewonde verbinden, het zieke kracht geven. Ik zelf zal ze laten weiden zoals het hoort”.

Hier kondigt God Zijn eigen komst aan in de wereld en het is ook daarom dat wij in Jezus niet de zoveelste profeet zien, maar God zelf. Jezus is, zoals Hij in het Evangelie van Johannes zegt; “de goede herder”. Jezus is de vervulling van de profetie van Ezechiël; God zelf is zo begaan met de mensheid dat Hij zelf naar beneden komt, om elk verloren schaap, om ieder van ons te zoeken. En het is geen laffe, bange herder, het is er niet eentje die ten koste van anderen zijn buik vult of zijn hachje redt. Deze herder is voor zijn schapen gestorven om voor eens en voorgoed het Koninklijke teken te stellen van God die groter is dan de dood. En daarom is Jezus Christus Koning boven alle koningen.

Toen ik de eerste keer hoorde dat Hij Koning van het Heelal genoemd werd dacht ik nog: “Nou, nou, is dat niet wat overdreven?” Maar God als Schepper is inderdaad Koning van het heelal. En niet alleen dat; in Zijn menswording in Christus heeft Hij een liefde betoond die nooit eerder te zien is geweest. Niet op aarde en niet in het heelal. Die liefde van Christus; onze Koning, mijn Koning, uw Koning die het voor ieder van ons persoonlijk heeft overgehad om te sterven, opdat wij zouden leven, die liefde  is op aarde nooit, en in het heelal nergens ge-evenaard! 

Ook onze tijd is er een van grote verwarring en dreiging van alle kanten en als u het mij vraagt heeft dat, net als in de tijd van Ezechiël veel te maken met het loslaten van de ene God. Want in dat loslaten van de ene God, verliezen wij elk gevoel voor richting. Er is geen waarheid meer. Wat ooit goddelijke waarheid was is vervangen door de eigen mening. En die eigen meningen zijn er zoveel dat je er gek van wordt. Dat zien we de laatste jaren ook bij de verkiezingen; zoveel partijen, zoveel zwevende kiezers die op het laatste moment, soms op vage gronden, hun stem uitbrengen.

Wat mogen wij ons dan gezegend weten met het Licht van Christus, onze herder, onze Koning waarvan we talloze keren zeggen tijdens het getijdengebed; “Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen”. Een baken van richting en geborgenheid voor diegenen die Hem mogen kennen.

Maar Hij is weg. Jezus is niet meer lijfelijk onder ons. En dan komen we bij het Evangelie uit. Zoals we weten heeft Jezus vóór Zijn hemelvaart mensen aangesteld die in Zijn Naam het goede herderschap op aarde moesten voortzetten; de apostelen, de bisschoppen, maar in hun voetspoor elke gedoopte christen. U en ik dus. U en ik zijn geroepen om deel te hebben aan dat goede herderschap van de Verrezen Heer. Hij vraagt ons om, net als Hij, onze eigen buik niet dik te eten, maar zorg te dragen voor onze naasten. Misschien is het goed om aan het eind van iedere dag jezelf dat eens af te vragen:  “Ben ik vandaag iemand tegengekomen bent die mij nodig had? En wat heb ik gedaan? Heb ik die gegeven wat hij of zij nodig had, of ben ik maar  gauw doorgelopen?” 

Eén van de eigenschappen van een Koning is ook dat Hij recht verschaft, dat Hij recht spreekt. En dat doet onze Koning ook; Hij zal een scheiding maken zoals een herder een scheiding maakt tussen bokken en schapen. Het klinkt misschien nogal dreigend, maar ik kan het niet mooier maken: “De onrechtvaardigen zullen heengaan naar de eeuwige straf” zegt Jezus, “en de rechtvaardigen naar het eeuwig leven”. Laten wij ons dus tot God keren of ons bekeren. Laten we in deze wereld, voor de tijd die ons gegeven is, deelnemen aan het goede herderschap van Jezus en waken over onze broeders en zusters. En laten we bidden dat we op Gods barmhartigheid mogen rekenen waar we als kleine mens toch tekort geschoten zijn. Maar bovenal; laten we vandaag ook gewoon blij zijn met het feit dat we Christus als Koning hebben.

 

Amen.