Niet zwijgen als God ons vraagt te spreken. 14e zondag 2021
Bij het woord “profeet”, denken veel mensen vandaag de dag nog aan iemand die de toekomst kan voorspellen. Iemand met een soort mysterieuze, magische gave, die maar voor een enkeling is weggelegd. Maar zo buitenaards en mysterieus is een profeet helemaal niet. Sterker nog, wij allemaal, wij gedoopte christenen, wij zijn allemaal profeten, of minstens zouden we het moeten zijn. Want in wezen is een profeet niet zozeer een voorspeller van de toekomst. Hij is veel meer een waarzegger; een “waarheid-zegger”, iemand die de waarheid zegt. En de waarheid over Schepping en mens is gelegen in het Woord en de wil van God. Gedoopt als wij zijn, is dat voor ieder van ons dus een opgave; opkomen voor de wil van God in de wereld van vandaag.
In de eerste lezing gaat het over de profeet Ezechiël die zich door God aangesproken weet om in actie te komen onder zijn eigen volk. “In die dagen kwam de Geest over mij en sprak tot mij; Hij deed mij recht overeind staan”. Mooi, dat -recht overeind staan-; een teken van volle aandacht en actiebereidheid. En dan denk je misschien; “ach, maar dat gaat over een volk van toen, een paar duizend jaar geleden”. Nee, het gaat over ons, vandaag! De profeet Ezechiël wordt naar zijn volk gestuurd, dat nukkig en weerbarstig, God de rug heeft toegekeerd. En leven ook wij niet te midden van zo’n volk, dat God de rug heeft toegekeerd? Of…., als we eerlijk zijn; misschien zijn we zelf ook nog wel mensen die, als het puntje bij paaltje komt, God de rug toekeren. Maar een profeet is niet per definitie meteen een heilige. De schuld die een aantal mensen binnen onze Kerk hebben, zoals ook nu weer in Canada aan het licht lijkt te komen, die schuld zal haar nooit ontslaan van haar profetische taak. Dat wij geloven in een heilige katholieke Kerk, betekent twee dingen tegelijk; dat zij al heilig is en dat ze het nog moet worden. Heilig is de Kerk al in haar kern; Jezus Christus. Zondig nog, in ons, mensen die de Kerk van Christus vorm moeten geven. Overigens worden daarbij oude gebruiken vaak beoordeeld met inzichten van nu. Zoals schande gesproken wordt over het slavernijverleden “ja het was fout”, wordt ook schande gesproken over katholieke internaten waar inheemse volkeren tot het katholieke geloof zijn opgevoed. “Ja, misschien was het fout”. Maar asbest was deccenia-lang een geweldig bouwmateriaal, tot ontdekt werd, dat het kankerverwekkend is. Daarmee is de fabricage van asbest destijds, toch geen misdrijf geweest? Maar goed, dat is een zijstraat.
We hebben het dus over een profeet; iemand die opkomt voor de wil van God. En u zult meteen aanvoelen dat iemand die vandaag nog opkomt voor de wil van God het niet gemakkelijk kan hebben. Want onze wereld is doordrongen, niet door de wil van God, maar door de wil van de wereld. De meesten van U hebben het vorige week al gehoord, maar ik kan er nu niet omheen; Wij zijn echt volledig aan het ontsporen; in ongehuwd samenleven, in abortus, in homo –en genderenthousiasme, in euthanasie-praktijken, in de ongebreidelde macht van het grote geld; de nieuwe wereldbeheerser. En als profetie dan inderdaad toch ook iets met voorspellen te maken heeft; -daar gaat onze samenleving aan kapot, als er niet gauw een kentering komt-. Kijk maar in de Bijbel; overal waar een cultuur de ene ware God vergeet, gaat zij te gronde. Dat is niet omdat een boze God dat wil, maar dat is inherent aan het leven zonder God. Want waar de stem van de ene God vervangen wordt door onze eigen stem, daar valt een samenleving uiteen in miljoenen eigen godjes, ieder met hun eigen wil.
Daarom staan wij vandaag de dag precies in de schoenen van de profeet Ezechiël; Wij weten wat God wil en wij zijn verplicht om dat mee te delen aan de wereld; of zij dat nou graag hoort of niet. Letterlijk met Ezechiël; “Of ze het nu horen willen of niet –het is immers een opstandig volk-, ze zullen weten dat er een profeet in hun midden is geweest”. Wij hoeven niet te rekenen, noch te wachten op applaus, wij zijn er niet verantwoordelijk voor of anderen willen luisteren, maar we mogen niet zwijgen als God ons vraagt te spreken. “Ze zullen weten dat er een profeet in hun midden is geweest”. En daar moeten we het bij laten, zoals ook Jezus in het Evangelie het stof van zijn schoenen schudt, als Hij geen gehoor vindt in Zijn eigen vaderstad. Hij spreekt over de wil van God, Hij wordt onderuit gehaald met allerlei insinuaties, maar Hij laat het erbij. Hij kan daar niets uitrichten, Hij kan er geen enkel wonder doen. Hij staat verwonderd over hun ongeloof en gaat verder naar de dorpen in de omtrek. Jezus, noch de Kerk wil mensen dwingen tot wat dan ook. Als mensen willens en wetens voor het verkeerde pad kiezen, dan moeten wij hen ook daarin vrij laten. Wij hebben geen dwingende machtsmiddelen en we willen die ook niet hebben. Want de weg naar God is er in geen geval een van dwang. De weg van God is er een van liefde en genade. Geven, lijden desnoods aan de wereld, sterven desnoods voor de zaak van God, zoals de vele martelaren in de Kerkgeschiedenis. De wil van God kàn er geen van dwang zijn, want Hij is Liefde. En dat die twee, liefde en dwang, absoluut niet samengaan, dat zal iedereen begrijpen. Maar waarschuwen is iets anders dan dwingen.
Wij vieren vandaag weer Eucharistie. Dat is het ultieme teken van Liefde, dat God ons gegeven heeft. Meer dan Zijn eigen leven kan God, in zijn Zoon, niet geven. Laten wij niet nukkig en weerbarstig de weg van de wereld vervolgen, laten wij niet doof en blind blijven voor dit ongeëvenaarde geschenk van God.
Misschien mag ik eindigen met een klein gebedje. Goede God, wij bidden u om kracht en wijsheid. Wij bidden om de goede woorden en een levenshouding die beantwoordt aan Uw bedoelingen; de waarachtig gelukkige mens. Wij verheugen ons in het feit dat Gij onze zonden draagt en dat U ons vergeeft waar wij onze tekorten erkennen. Zo zullen wij nooit verloren lopen. Wees Gij het licht op ons pad. Amen.