Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

30 December 2021

"Weet je niet dat ik in het huis van de Vader moet zijn". H. Familie C 2021

Het gaat behoorlijk snel met het leven van Jezus. Gisterennacht vierden we nog zijn geboorte, vandaag heeft Hij al zo’n beetje de leeftijd van een 1 ste Communicant of een Vormeling. Hoewel, het Vormsel en de 1ste Communie, die kenden ze toen natuurlijk nog niet. In de tijd van Jezus waren er andere tradities, zoals bijvoorbeeld het Paasfeest. Traditioneel, reisden de mensen met hun kinderen naar het centrum van het land, naar Jerusalem, om daar het feest te vieren dat herinnerde aan de bevrijdende uittocht uit Egypte. Dat was toen al heel lang geleden. Traditioneel hebben wij honderden, duizenden kinderen de 1ste Communie laten doen en het Vormsel toegediend. Maar blijkbaar is deze traditie aan de buitenkant blijven hangen, want evenzoveel kinderen zien we hier bijna nooit meer terug. 

Hoe anders was dat bij Jezus. Zijn ouders dachten dat Hij het wel begreep; gewoon met de club mee naar huis, als het feest afgelopen is. Naar Jerusalem, het feest vieren, en dan weer naar huis. Dat was hoe het gewoonlijk ging. Na drie dagen komen ze erachter dat Jezus niet zomaar mee hobbelde in die traditie. Nee, in Jerusalem, in het centrum van de wereld van die dagen, en wel precies in de tempel, in het huis van God, dáár wilde Jezus het naadje van de kous weten. “Waar gaat dat hier over?” Zal Hij gevraagd hebben. “Wat is Pasen precies en wat heeft dat met Mijn leven te maken?” En als Zijn ouders Hem dan gevonden hebben blijkt Hij zich definitief te hebben losgemaakt van hen. “Wisten jullie dan niet dat ik in het huis van Mijn Vader moest zijn?” Het kenmerkt Jezus voor de rest van Zijn leven; de wil van God, Zijn Vader, die gaat Hem boven alles. En voor ons, wij die ons toch Zijn leerlingen willen noemen, zou dat niet anders moeten zijn. Jezus wil best gehoorzaam zijn aan de aardse wetten en gebruiken, maar als het puntje bij paaltje komt is de wil van God altijd, maar dan ook altijd, doorslaggevend.

In datzelfde gebied zit hier onze omgang met het coronavirus. Natuurlijk willen wij in redelijkheid meegaan met de regelgeving waarmee men meent het virus te kunnen bestrijden; maar als het puntje bij paaltje komt, doen wij de kerk niet dicht. Als het waar is wat Jezus zegt; “Niet van brood alleen leeft de mens, maar van ieder woord uit de mond van God”; hoe zouden wij dan de supermarkten open kunnen houden en de kerken sluiten?  

De wil van de Vader doen, daar gaat het Jezus dus om. Het grappige is dat Jezus dat niet van een vreemde heeft. Als vrome joodse had Maria kunnen weten dat haar Zoon zich zou houden aan het zesde gebod; “eert uw vader en uw moeder”. En het eren van vader en moeder betekent meer dan alleen positief over hen spreken. Eren van je vader en moeder doe je vooral door hun levenslessen in acht te nemen. En was het  niet de moeder van Jezus, bij wie de “wil van de Vader” het eerst ingang vond? Toen zij de engel antwoordde; “Mij geschiede naar uw woord”? Was dat niet al precies hetzelfde als wat Jezus nu doet; “volledige overgave aan de wil van God de Vader?” Wat Jezus doet, is enkel de lijn van Zijn moeder doortrekken in Zijn eigen leven.

Ik zei eerder al, dat die wil van de Vader ook voor ons voorop zou moeten staan. En dan komt er een hardnekkig misverstand om de hoek kijken. Want wat is de wil van de Vader? Als je niet verder kijkt dan dat Jezus daar aan dat kruis hangt te kreperen, dan zou je goed kunnen bedanken voor de wil van de Vader. Wij schijnen de wil van de Vader toch nog vaak te ervaren als iets wat haaks staat op onze eigen wil. Maar de wil van de Vader doen betekent niet voor iedereen hetzelfde. Gods wil is uiteindelijk niets anders dan dat wij gelukkig zijn. Voor Jezus betekende de wil van de Vader; sterven aan het kruis….., maar ook verrijzen. Dat sterven aan het kruis werd, in de verrijzenis Jezus’ grootste glorie. Wij zijn waarschijnlijk geen van allen geroepen om te sterven aan een kruis, maar allemaal wel om de wil van de Vader te doen. Dat wil zeggen dat wij onze roeping moeten volgen; op christelijke wijze vorm geven aan ons leven; als vader, als moeder, als echtgenoot, als student, als werkgever en als werknemer. En soms betekent dat  inderdaad ook, dat we iets van een kruis te dragen krijgen. Maar dan moeten we dat, net als Jezus, niet van ons afschudden, maar het opnemen omdat het de wil van de Vader is. Maar dat vraagt ook iets van onderscheidingsvermogen want je kunt ook niet zomaar van elk verdriet zeggen dat het de wil van de Vader is.

De wil van de Vader, dat is ook ons hoogste geluk. Dat kun je niet altijd zien, dat kun je niet altijd proeven, maar dat is de essentie van ons geloven. Door dit aardse leven het eeuwige leven bereiken, dat is de wil van God voor ieder van ons. Amen.