Het lijden als consequentie van de liefde. 22 ste zondag dhjr
Zojuist hoorden we een stukje uit de profeet Jeremia. En net zoals de meeste profeten, heeft Jeremia het niet gemakkelijk. Hij moet het volk een boodschap voorhouden die niet welkom is. Logisch dat hij het bijltje erbij neer wil gooien. Niemand luistert naar hem, ze lachen hem uit en bespotten hem. Maar het karakteristieke van een echte profeet is dat hij niet anders kan dan de waarheid zeggen, ook al wordt die hem niet in dank afgenomen. Als God je eenmaal echt te pakken heeft, dan kun je niet anders meer, dan van Hem getuigen. Hoe toepasselijk is dit beeld van de profeet Jeremia niet ook voor ons als Kerk. Wij die niets liever doen dan de rijkdom die ons in Christus is overkomen delen met de hele wereld. Maar die wereld lijkt er geen enkele boodschap meer aan te hebben. Ik sta er vaak versteld van hoe mensen kunnen leven onder volstrekte afwezigheid van God. Dat zij het uithouden in deze harde wereld zonder de geborgenheid in Hem, die enkel gevende en vergevende liefde is. De meeste mensen lijken af te haken omdat “de wil van de Vader”, lijnrecht lijkt te staan tegenover hun persoonlijke geluk, de eigen wil. En ergens klopt het ook wel; de wil van de Vader staat vaak tegenover onze eigen wil, omdat de wil van de Vader gericht is op ons eeuwige geluk, terwijl onze eigen wil meestal niet verder ziet dan het tijdelijke, het onmiddellijk tastbare geluk. In die kortzichtigheid zien wij vaak helemaal niet dat de geboden die God ons gegeven heeft niet iets van ons afpakken, maar ons juist iets geven. En niet in de zin van; “Als je nu maar braaf doet wat God zegt dan kom je later wel in de hemel”. Nee, als de geboden er zijn tot eeuwig geluk, dan moeten zij ons ook nu gelukkig maken, want de eeuwigheid begint niet later, die is al aan de gang! En zo is het ook. De tien geboden zijn er om dit leven hier en nu zo te ordenen dat hier en nu ook echt geluk kan bestaan. Maar ja, kom daar maar eens mee aan in een wereld waar inmiddels gewoon alles moet kunnen; van abortus tot ongehuwd samenwonen, van chemische anticonceptie tot geslachtsverandering, van exorbitante zelfverrijking van enkelingen tot schrijnende armoede bij een grote massa. Als je daar nog tegenin durft te gaan, dan krijg je minstens zoveel over je heen als Jeremia. En toch,; wij kunnen niet anders. De waarheid in Christus, móét doorgegeven worden.
De waarheid in Christus….pfff….ook een hele mond vol. Ook een probleem waarmee deze wereld geen raad weet; waarheid. De waarheid bestaat niet meer. Voor de massa telt enkel nog de eigen mening als waarheid. Zoveel waarheden dus als er mensen zijn met een eigen mening. Als Jezus dus zegt; “Ik ben de Weg de Waarheid en het Leven”, is dat dan niet al te aanmatigend? Kan Hij dat wel zeggen en mag de Kerk zich laten voorstaan als behoeder van die waarheid?
Als ik een preek moet voorbereiden dan lees ik altijd enkele commentaren van Bijbelkenners of andere predikanten. En wat bij mij dan toch regelmatig wat wringt is dat het lijden op een of andere manier verheerlijkt lijkt te worden. Ook vandaag, als we Jezus horen zeggen dat Hij moet lijden en ter dood gebracht zal worden en dat wij, als we Hem willen volgen, ook dat kruis op ons moeten nemen. Bepaald geen vrolijke gedachte als die op zichzelf blijft staan. Maar misschien is dat wel het grootste misverstand dat er over Jezus bestaat; dat Hij wil lijden om God te behagen. Niemand wil het lijden, God niet, Jezus niet en wij ook niet. De Vader wil het lijden van Jezus helemaal niet. Het gaat alleen om gevende en vergevende liefde. De reden waarom Jezus zich met recht “de Weg de Waarheid en het Leven noemt”, is, omdat Hij die gevende en vergevende liefde van God tot in het uiterste heeft laten zien. Het lijden wat Hij daarbij ondergaat is niet het doel, maar het is de onvermijdelijke consequentie van die radicale liefde voor ons, zondige mensen.
Het hoogste goed voor een mens, dat wat iedereen wil, is dat hij of zij wordt liefgehad. Nou, en in die zin is Jezus wel degelijk de waarheid, want hoe kun je je liefde voor de ander beter bewijzen dan door je leven voor hem of haar te geven; opnieuw niet met als doel het lijden, maar met het lijden als uiterste consequentie van de liefde. Als wij onze wereld zouden vormgeven op de manier zoals Christus dat vraagt; Als we Hem zouden volgen in de liefde en als consequentie daarvan, het onvermijdelijke lijden, dan zouden we een totaal nieuwe wereld te zien krijgen. Geen enkel huwelijk kan standhouden zonder dat de echtelieden iets van dat onvermijdelijke lijden willen dragen. Maar dus wel degelijk; Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Die weg hoeft vandaag niet af, maar we mogen ons nooit laten ontmoedigen; gewoon, omdat Hij achter ons staat.
Nog even naar het Evangelie. We zien daar hetzelfde gebeuren als waar ik het in het begin over had. Vorige week nog heeft Jezus Petrus de sleutels van het Rijk der hemelen gegeven en hem de rots genoemd waarop Hij zijn kerk zou bouwen. Vandaag scheldt Hij hem uit voor het ergste wat hem maar kan overkomen; “Satan ga weg”. Waarom? Vorige week hoorden we hoe Jezus door Petrus herkend leek te worden als de Christus de Zoon van de levende God. De God van het eeuwige geluk. Vandaag zien we dat Petrus toch nog helemaal vast zit aan dat tijdelijke, angstig behoudende geluk van deze wereld. Hij wil met Jezus als voorman, de aardse macht vasthouden terwijl Jezus ons naar een veel hoger plan wil tillen, los van dat tijdelijke, aardse. Frappant is dan ook dat Petrus enkel reageert op het lijden en de dood. Hij hoort niet eens dat Jezus erbij zegt dat Hij na drie dagen zal verrijzen. Dat er dus meer is dan het aardse, dat God groter is dan het tijdelijke en vergankelijke, dat komt dus ook bij Petrus niet echt binnen. En daar zit hem natuurlijk ook de crux voor wat betreft onze hele omgang met de geboden; als je niet echt gelooft in een God die enkel gevende en vergevende liefde is, dan kun je je ook niet openstellen voor de geboden waarmee Hij ons op het spoor van dat eeuwige geluk wil brengen.
Laten we bidden voor al die mensen die het spoor in deze kwijt zijn en mogen wij zelf vandaag de gevende en vergevende liefde van God weer herkennen in de Eucharistie; Christus, die zichzelf aan ons geeft, namens Zijn Vader en onze Vader. Amen.