Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

29 Mei 2021

Drie of een? In elk geval heilig. Feest van de H. Drie-eenheid 2021

Vandaag dus het feest van de heilige Drie-eenheid. De heilige Drie-eenheid die wij dagelijks en op verschillende manieren in de mond nemen. Elke viering, elk gebed begint er mee;  “In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”. Alles wat wij hier verder doen, is ingekaderd in die Drie-eenheid. Straks bij de wegzending horen we het weer; “Zegene u de almachtige God; de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”. “Amen”…. “Ja, zo is het”; zeggen we dan. En zo ook in het getijdengebed. Aan het einde van elke psalm zeggen we; “Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest” en we voegen daar een prachtig stukje belijdenis aan toe: “zoals het was in het begin en nu en altijd, tot in de eeuwen der eeuwen”. Last but not least; het mooie vervolg van het kruisteken aan het begin van deze viering; “De genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest, zij met u allen”. Het gevaar van iets wat je vaak zegt of hoort, dat  is gewenning. Je zegt de dingen als een automatisme, zonder er nog bij stil te staan wàt je eigenlijk zegt. Dat geldt vooral voor de vaste gebeden, zoals het Onze Vader en het Wees Gegroet. Ik weet nog hoe wij vroeger voor het eten de Engel des Heren baden. Dat ging zo snel, -met woorden die half ingeslikt werden-, dat wij als kinderen wel de bijpassende geluiden konden maken maar bij God niet wisten wat we eigenlijk zeiden. Later heb ik mijn moeder daar wel op aangevallen; “Als je zo bidt, kun je net zo goed niet bidden”. Vandaag zou ik zeggen; “Onverstaanbaar bidden is altijd nog beter dan helemaal niet bidden”.

Maar terug naar het kruisteken, terug naar de Drie-eenheid van God; Onze Kerk belijdt; Eén God in drie personen. Voor een mensenverstand, voor het mijne tenminste, een onmogelijk begrip. Hoe kun je nou één  zijn en drie tegelijk? Ik heb er al moeite genoeg mee om in te zien dat Jezus God èn Mens tegelijk is; laat staan dat daar dan nog eens een derde persoon bij komt. En toch zijn ze een realiteit; Vader, Zoon en Heilige Geest. Het is nota bene Jezus zelf die ze benoemd heeft; ‘doopt allen in de Naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest’.

Om hier iets zinnigs te zeggen over de drie-eenheid heb ik een hele serie preken van collega’s gelezen en ik moet zeggen dat er hele creatieve oplossingen worden bedacht. Eentje had het over een spinner. Dat is een of ander speelgoedje, dat je heel snel rond moet laten draaien. De drie plaatjes die er op staan worden dan vanzelf vervormd tot één plaatje. Of een ander had het over drie verschillende gezichten van God; zoals een man die op zijn werk iemand anders is dan als huisvader en weer anders op de sportclub. In het officiële kerkelijke orgaan, de catechismus, vindt je 45 verwijzingen naar de Drie-eenheid en als je die achter elkaar probeert te lezen, dan gaat het je duizelen.

Laat ik het maar zeggen op een manier dat ik het zelf nog een beetje begrijp. Op de eerste plaats is daar God de Vader. Ik zie Hem in zekere zin toch een beetje op afstand; de Schepper, in de hemel, ver weg, maar…. enkel Scheppingsdrang, Goedheid en Liefde. Dan heb je God de Zoon. God wist de afgedwaalde Schepping niet anders te bereiken dan door Zelf af te dalen in het mensenbestaan. Jezus is God die mens geworden is. God de Zoon. En aangezien God de Vader enkel Goedheid en Liefde is, is dat bij Jezus, bij Zijn Zoon, niet anders. Maar dan komt het; Wij mensen hebben een bewijs ge-eist van de Liefde van God. En het grootste bewijs van de liefdesband tussen de Vader en de Zoon is Jezus’ vrijwillige dood aan het kruis. Die liefde, die uitstraalt tot op de dag van vandaag, die mag van mij “Heilige Geest” heten. Een God, drie personen. In theoretische zin valt er misschien nog veel over te zeggen maar als u het echt allemaal wilt weten zou ik zeggen; “Probeer de catechismus eens”.

Als ik voor mijzelf zou moeten getuigen van de Heilige Geest, dan zou ik mijn bekeringsverhaal moeten vertellen; en dat ging ongeveer zo. Ik ben thuis met de katholieke knoet opgevoed; “Zo lang als jij hier aan tafel mee-eet, ga je ook mee naar de Kerk”! Dat was mijn moeder. Nou en toen ik dus op kamers ging, was ik daarvan verlost. Toen kon ik het zelf uitzoeken en dat heb ik gedaan. Om het allemaal te vertellen, dat duurt veel te lang, maar zoetjesaan raakte ik het spoor compleet bijster, met dat “zelf uitzoeken”. Het leven met al zijn ups en downs, met verslaving, ziekte, oorlog en ellende, leek me uiteindelijk totaal zinloos. En als de optelsom van het leven “nul” is, dan heeft alles wat je doet ook geen zin. Dan wordt het egoïstisch genieten, totdat je erachter komt, dat zelfs dàt niet lukt. Ik leerde mijn vrouw kennen en omdat zij per sé wilde trouwen voor de Kerk moest ik mij daar ook nog weer eens op bezinnen. En inderdaad; Jezus pakte mij. Ik ging in de leer bij Hem en, u zult het misschien belachelijk vinden, -want het is ook belachelijk-, maar ik dacht dat ik dan op den duur wel op Hem zou lijken en dat ik dan iedereen daarin mee kon nemen en de wereld verbeteren. De grootste deceptie kwam toen ik ontdekte dat het mij helemaal niet lukte om net als Jezus te worden. Had ik eindelijk, na al die jaren vruchteloos zoeken, richting gevonden voor mijn leven, ging die vlieger helemaal niet op! Toen ik, in mijn werk in de verslavingszorg, een keer genadeloos geconfronteerd werd met mijn menselijke beperkingen, ben ik voor een moment helemaal ingestort. Totaal ontredderd zat ik in de auto te huilen, ik weet nog precies waar het was, toen uit de cassetterecorder keihard een stem riep;  “I will never let you go, Cause I love you so”. (Ik laat je nooit gaan want ik hou zoveel van jou). Het was gewoon een liefdesliedje waarvan er duizend in een dozijn zijn, maar achteraf kan ik zeggen; voor mij was het de Heilige Geest zelf die mij bij mijn kladden pakte, zo van; “Tot hier kun je zinken maar niet verder”. Sindsdien weet ik niet alleen uit de boeken dat God liefde is, maar heb ik het ook aan den lijve ondervonden. Maar ik moet ook eerlijk zeggen dat het mij niet uitmaakt of het hier nou ging om de Heilige Geest, de Vader of de Zoon. Het enige wat telt is dat -Hij is-.

Daarom zou ik met Mozes uit de Eerste Lezing willen zeggen; “Erken dan heden en prent het in uw hart; de Heer is God, in de hemel boven, en op de aarde beneden; er is geen ander”.  Amen.