"Marta, Marta, wat maak je je druk over veel dingen". 16e zondag C 2022
Bij het zien van de lezingen van vandaag moest ik meteen denken aan twee gezegdes die vroeger nogal indruk op me gemaakt hebben. Eentje die me goed van pas kwam in mijn puberjaren waarin ik probeerde de kerk te mijden; “Werken is ook bidden”. “Mooi”, dacht ik; “Als werken ook bidden is kun je beter gaan werken want daar heb je tenminste iets aan”. En later, toen ik weer een beetje op het spoor van God gekomen was, verbaasde het mij om ouderen te horen zeggen; “Nee, zondag kunnen we niet naar de kerk want dan komen de kinderen op de koffie”. Een dubbele misser; èn zij missen zelf de aansluiting met hun geloof, èn ze geven hun kinderen het verkeerde voorbeeld. Niet om die mensen dat nou te verwijten, maar het zegt veel over de plek die God werkelijk in hun leven heeft, of had. Het is ook de verklaring voor de razendsnelle instorting van de kerk in Nederland; als het geloof er maar aan de buitenkant opgeplakt zit, als het toch meer iets is van een opgelegd moeten, dan van een innerlijk verlangen, dan is het ook gauw losgelaten. Dan zijn de smoezen gauw gevonden. Jammer, want zovelen missen vandaag de dag de stille vreugde en de hoopvolle geborgenheid die als een genade van God uitgaat.
Maar laten we even kijken naar wat de Schrift er vandaag over te zeggen heeft. Allereerst een vreemd verhaal uit Genesis, over Abraham die drie mannen te gast krijgt. Drie mannen die voor hem de betekenis hebben van een Godsverschijning. Maar het is nogal mysterieus. Het zijn drie mannen maar Abraham spreekt ze aan als één en dan geven ze toch weer alle drie antwoord. Christelijke theologen zien hier natuurlijk al de voorafbeelding van de drie-ene God, maar dat even terzijde. Wat belangrijk is, dat is dat Abraham, op het moment dat hij doorheeft dat Hij met God te doen heeft alles uit handen laat vallen en zich helemaal richt op zijn gasten. Meteen heeft God de onverdeelde aandacht van Abraham. Hij verzorgt hen met de typische mediterrane vorm van gastvrijheid. Dat is niet een beetje half half, maar een soort totale overgave aan de gasten die vaak een afmattende reis achter de rug hebben. Een soort noodzakelijke gastvrijheid dus, die draait om leven en dood. Dat is wat het verhaal ons probeert te zeggen; Als God eenmaal in je leven is gekomen, dan verdient hij al je aandacht. Al je bewegingen al je gedachten al je doen en laten is dan gerelateerd aan Hem. Maar als we het verhaal van Abraham verder zouden lezen, zien we dat ook hij nog in een leerschool zit. De zoon die God hem hier belooft, lijkt hij later weer te moeten offeren. Opnieuw een beproeving waarin Abraham leert om los te laten en op een ultieme wijze op God te vertrouwen. Het voert te ver om hier uitgebreid op dat verhaal in te gaan, maar in het offer van Isaac leert Abraham zelf op God te vertrouwen en hij draagt dat geloof over op Isaac, aan wie hij laat zien dat God boven alles dient te staan, zelfs boven de liefde voor je enige, eigen kind. Niet omdat God belangrijker is dan het leven van dat kind, maar omdat het van levensbelang voor het kind is, dat het opgroeit met het besef van God. Ondertussen leren beiden dat God niets afpakt, maar juist teruggeeft, op een nieuwe manier.
Goed, dit gezegd hebbende kijken we naar het Evangelie. Nogal wat mensen kiezen de kant van Marta. Want inderdaad, Maria zit daar maar wat en laat Marta sjouwen. En we hebben net gezien hoe belangrijk toch die gastvrijheid is. “Marta werd in beslag genomen door de drukte”, staat er. Het lijkt er op dat Marta niet zelf kiest voor het verzorgen en bedienen, maar dat ze er door in beslag genomen wordt. De zorgen kiezen haar, nemen haar in beslag. En dat kennen wij, dat we in beslag genomen worden door de drukte. Misschien nog niet eens dat we zo druk te werken hebben, maar wel dat we ons overal zorgen over maken. En dan zegt Jezus kalm; “Marta, Marta, wat maak je je druk over veel dingen”. Marta, Marta, de manier waarop Jezus haar aanspreekt zegt dat het ook echt een vriendin is. “Slechts een ding is nodig”, en dat is niet nòg een ding naast al het andere, dat is een ding dat boven, in, door, onder, tussen en bij alles is, dat is de Godsverbondenheid waarin alles een plek kan krijgen en tot rust kan komen. Het gaat er dus niet om, om contemplatief leven boven actief leven te stellen. Zeker, ook het werk is belangrijk, maar ons werk moet zijn basis vinden in dat ene wat echt nodig is, God die al ons doen en laten verbindt, die zin geeft aan ons bestaan.
Als wij ons in beslag laten nemen door alles wat er in onze wereld speelt - en dat is wat; energiecrisis, verhoging van de zeespiegel, coronavirus, asielzoekers, droogte, bosbranden, stikstof, oorlog, personeelstekorten op alle gebied, relatieproblemen en ga zo maar door-, als wij ons in beslag laten nemen door alles wat in onze wereld speelt, dan raken we innerlijk versplinterd, verdeeld. En dat is het specialisme van de duivel, de diabolo, de verdeler. Maria is dus even niet aan het werk, ze laat zich niet in beslag nemen door het vele wat speelt, maar zij focust zich op God als centrum van haar leven.
Daarom ook is het zo belangrijk om de dag te beginnen met gebed. Even dat rustpunt zoeken in Hem om van daaruit te starten met datgene wat je moet doen. We zijn immers geen kinderen van de aarde, wij zijn niet bepaald en bezeten door de materie; maar we zijn kinderen van God. Zoals de H. Augustinus het zo mooi zei; “Houd van God en doe verder wat je wilt”. Amen.