Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

16 December 2019

"Verheug je, God komt naar je toe!" 3e Zondag van de Advent 2019

Wij vieren vandaag de derde zondag van de Advent, ook wel zondag Gaudete, Verheugt u, genoemd. En inderdaad, wij hebben alle aanleiding om ons te verheugen: God komt naar ons toe! Waar de grote wereld, zoals Mgr. Mutsaerts het in zijn boek zo mooi zegt, zich inlaat met een hohoho-roepende halvegare met infantiele rode muts en een volstrekt oppervlakkig verhaal over een rondvliegende arrenslee met rendieren, hebben wij het grote voorrecht de belangrijkste en allesbeslissende gebeurtenis van tijd en ruimte te doen herleven: God die in de wereld is gekomen.

Maar… de grootheid van Kerstmis krijgt alleen betekenis door Pasen. Zonder Verrijzenis is de herinnering aan het kindje Jezus van veel minder belang dan de geboorte van onze eigen kinderen. Zonder geloof in de Verrijzenis blijft het romantische kerstverhaal qua betekenis akelig dicht in de buurt van die rondvliegende arrenslee.

Onderzoek heeft uitgewezen dat maar een kwart van de katholieken geloven kan in de Verrijzenis. Nou weet ik niet hoe zich dat verhoudt met onze aanwezigheid hier. Moeten we aannemen dat hier in deze Kerk maar 1 op de 4 mensen in de Verrijzenis gelooft, of bestaat het ongelovige deel vooral uit mensen die zich op papier katholiek noemen? Hoe dan ook, hoe moeilijk het ook is om te geloven misschien, onze grote vreugde zit niet zozeer in de geboorte, maar juist in de Verrijzenis van Christus. In lijden, dood en Verrijzenis laat Jezus tegelijk twee beslissende dimensies van God zien: enerzijds zijn allesoverstijgende Liefde, anderzijds zijn Almacht. Uit niets anders dan liefde voor ons laat Jezus zich mishandelen en kruisigen. Vervolgens laat God zien dat Hij wel degelijk heerst over Hemel en Aarde, door Jezus te doen opstaan uit de dood.

Wat een vreugde, als je je kind mag weten van zo’n God; een God die bereid is om voor jou te sterven, maar evengoed de macht heeft om over alles te heersen, zelfs over de dood. Maar ja, wij waren er niet bij… Laten we eerlijk zijn: geloof in de Verrijzenis is niet vanzelfsprekend. Zeker niet voor mensen van onze tijd, voor wie alle wonderen door de wetenschap ontraadseld schijnen te zijn. “Schijnen” zeg ik met nadruk, want het blijft wat mij betreft natuurlijk net zo goed een mysterie hoe het kan dat er ooit een oerknal is geweest. De hele logica van de wetenschap is uiteindelijk toch gebaseerd op mysterie. Afijn, als het om geloof in de Verrijzenis gaat, is er één ding dat mij persoonlijk over de streep getrokken heeft. We hebben natuurlijk het Evangelie. We hebben de woorden van Jezus die het zelf voorzegt. Maar als dat niet genoeg is, dan hebben we - na Zijn opstanding - óók de getuigenis van de leerlingen: “Hij is niet dood, Hij leeft”. Zij kúnnen dat natuurlijk gezegd hebben voor de sensatie (vandaag de dag zou je met zo’n verhaal in elk geval goed scoren in de media), maar je houdt een sensatieverhaal toch niet vol als het je eigen leven gaat kosten?! En juist daarom zijn - voor mij tenminste - de getuigenissen van die eerste martelaren van doorslaggevend belang. Als zij bereid zijn hun leven te geven dan moeten zij wel iets gezien hebben wat het waard is om voor te sterven.

Maar geloven is dus nooit vanzelfsprekend geweest. Vroeger niet, nu niet en zelfs in de tijd van Jezus niet. Johannes zit in de gevangenis en begint te twijfelen nadat wij hem vorige week nog vol vuur hebben horen zeggen dat de Messias komende was; De Messias die met één machtige ingreep alles beter zou maken. Een grote uitzuivering met kaf dat in onblusbaar vuur zou branden? Er is niets van te zien! Jezus stelt zich zelfs op als vriend van wat Johannes “het kaf” noemt! “Is hij dan wel de komende of moeten wij een ander verwachten?” “Kijk maar wat er gebeurt”, zegt Jezus. “Blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkon­digd”. Nee, met het geweld waar Johannes op doelt wil God niet ingrijpen. Hij probeert het voorlopig met daden van Liefde. En dan staat daar die subtiele toevoeging: “Gelukkig hij, die aan Mij geen aanstoot neemt”. Want denken ook wij niet vaak in de termen van Johannes: “God waarom laat u dat toch allemaal gebeuren? Grijp dan toch eens in, als U zo machtig bent”.

Hij zal komen, want Hij is de Alpha en de Omega, want Hij is het Begin en het Einde… maar op Zijn tijd. Tot die tijd vraagt Hij ons om ons in te voegen in het Lichaam van Christus, dat de Kerk is, en daden van liefde te stellen. Geen gewelddadige, grootse misschien, maar kleine dagelijkse offertjes. Als God vanuit de hemel aan ons komt vragen “Zijn jullie goede katholieken?”, dan zouden we net als Jezus niet moeten zeggen “Ja dat zijn we”, maar “Zie maar wat er onder ons gebeurt”. Zo kunnen wij bijvoorbeeld de christenen in Syrië helpen te overleven. Daar worden zij zwaar onderdrukt en zo mogelijk verdreven. En mét hen verdwijnt daar natuurlijk ook het Evangelie. Samen met Kerk in Nood kunnen wij ervoor zorgen dat de kwetsbare christelijke gezinnen ondersteuning krijgen en huizen en kerken worden herbouwd. Achter in de kerk staat de collectebus voor uw geldelijke steun, maar u kunt ook doneren via de bank. Er liggen flyers met het banknummer en het staat op de poster op de collectebus. Een andere mogelijkheid om het goede te doen is door uw steun te verlenen aan de voedselbank. Sommigen denken misschien dat het niet hard loopt, omdat de dozen bijna leeg zijn, maar we hebben al een vrachtje naar de voedselbank kunnen brengen. Hartelijk dank voor al uw steun. Laten we God in elk geval danken voor ons leven hier in overvloed, en laten we in de Eucharistie opnieuw dat grote mysterie vieren: Liefde tot over de dood heen.

Amen.