Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

25 Augustus 2024

Of wil je ook liever weggaan....? 21 ste zondag B, 2024

Vandaag worden we geconfronteerd met de climax van het 6e hoofdstuk van Johannes, misschien wel de climax van het hele Evangelie, en misschien wel met de climax van ons eigen leven. “Wilt ook gij soms weggaan?” dat vraagt Jezus aan zijn intimi. Het is dezelfde vraag die al vanaf den Beginne aan ieder van ons gesteld wordt; “Adam, mens waar ben je?” Een liefdevolle God, die hoopt dat Zijn liefde door ons beantwoord wordt, ondanks het feit dat wij vrij geschapen zijn. Vrij geschapen moeten zijn, omdat liefde alleen mogelijk is in vrijheid.

Zes weken op rij hebben we fragmenten gehoord  uit dat 6e hoofdstuk van Johannes en die gaan allemaal over  het meest wezenlijke van het hele kerkelijke bestaan; de kern van de Eucharistie; brood en wijn, lichaam en bloed van Jezus Christus. Ruim 25 jaar ben ik daar nou serieus mee bezig en ik vrees dat het nog steeds niet echt tot mijn hoofd en mijn hart doordringt; Wie Hij werkelijk voor mij is, en wat de Eucharistie, wat het Heilig Misoffer ten diepste betekent en wat het bewerkstelligen kan. Ik hoop dan altijd maar dat er veel mensen zijn die sneller van begrip zijn, of die het geloof eenvoudig kunnen aannemen als een kind. Ik niet, ik moet het allemaal doorgronden, ik wil het allemaal begrijpen en ik blijf het bevragen; een beetje op de manier van de ongelovige Thomas; “Als ik niet mijn hand in Zijn zij kan leggen, zal ik zeker niet geloven”. Wat ik in die 25 jaar wel geleerd heb, dat is dat hier iets veel groters aan de hand is, dat Jezus Christus veel en veel belangrijker is dan die morele leraar die Hij voor de meeste mensen geworden is. Een goed voorbeeld om na te volgen, unne goeie mens, zeker de moeite waard om te doen wat Hij leert. Dat is ook allemaal waar, wij moeten proberen goede mensen te zijn, en wat Jezus daar over zegt is hartstikke belangrijk, maar het meeste daarvan kun je ook leren in andere godsdiensten of humanistische bewegingen.

In Jezus Christus, in de Eucharistie, in Brood en Beker, in Lichaam en Bloed is heel veel meer dan dat. God zelf komt werkelijk in ons, in vlees en bloed! Onvoorwaardelijk geeft Hij zichzelf, zoals Hij zich eerder al in de Schepping gegeven heeft. De Heilige Zelf neemt zijn intrek in ons. Als u zich dat werkelijk realiseert, dat dat hier aan de hand is, durft u dan nog te kijken? De lege kerken zijn het gevolg van het feit dat dat bij de grote massa niet binnenkomt, zeer waarschijnlijk nooit binnengekomen is. Voor de meeste mensen is Jezus gewoon dat goeie voorbeeld en in de Mis doen we dat een beetje na, symbolisch, breken en delen, eigenlijk allemaal een beetje theater. Velen stellen zich ook de vraag of je daar nou eigenlijk echt wel een gewijde priester voor nodig hebt. Er zijn toch genoeg mensen die veel beter kunnen voordragen en veel beter kunnen zingen. Maar nee, dit is geen theater! Stelt u zich toch eens voor; God zelf komt in ons, in vlees en bloed. Is het vreemd, dat sommigen daarvoor knielen? Is het vreemd dat wij dat Heilige gebeuren, met de grootst mogelijke eerbied proberen te voltrekken?

Jezus zegt het zelf; “Wie mijn vlees niet eet en mijn bloed niet drinkt heeft het leven niet in zich. Maar wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag”.  “Dit is mijn lichaam, Dit is mijn bloed”. Beste mensen, wat gebeurt er toch? Gaan wij daar, ondanks onze goede bedoelingen niet nog steeds veel te onverschillig mee om? Jezus zegt het zelf. Maar ja, Jezus kan zoveel zeggen. Dat dacht de massa ook toen Jezus begon over dat vlees eten en bloed drinken. “Deze taal stuit mensen tegen de borst”. Dat kan niet, dat is niet normaal, Hij is niet wijs. En het is ook helemaal niet gek dat de mensen zo reageren. “Vlees eten, bloed drinken? We zijn toch geen kannibalen?!”. En let wel, het zijn hier niet de vijanden van Jezus; het zijn degenen die Hem al een hele tijd gevolgd hebben, het zijn Zijn eigen leerlingen, Zijn vrienden die hier afstand van Hem nemen. En dan antwoord Jezus, toch een beetje cryptisch voor ons: “Neemt gij daar aanstoot aan? Als gij dan de mensenzoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was?” Met andere woorden; “….Als ik van God kom?”

“Ten gevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap” staat er vervolgens in vers 66. Hoofdstuk 6 vers 66. U moet er maar niet teveel waarde aan hechten, maar 666 is toevallig ook het getal van het beest en de antichrist. Maar u snapt wat hier gebeurt; de mensen vinden Jezus geweldig, Hij geneest mensen, Hij helpt ze, Hij heeft wijze dingen gezegd. Ze zijn Hem vol enthousiasme gevolgd, maar nu haken ze in groten getale af, omdat Hij iets zegt dat hen totaal niet bevalt.

Dan richt Hij zich tenslotte op zijn meest intieme kring; de twaalf apostelen. “Wilt ook gij soms weggaan?’ En dan zegt Simon Petrus, namens de hele Kerk die Hem wereldwijd en door de eeuwen heen is trouw gebleven; “Heer, naar wie zouden wij dan gaan?”. Hij zegt niet; “Jezus leg het nog eens uit van dat vlees en dat bloed”. Hij zegt: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Er is in deze wereld geen Ander die de Heilige God zo present stelt dan Jezus Christus”. Ook al begrijpen wij Hem niet helemaal, ook al begrijpt de Kerk ook niet alles wat God in de wereld gebeuren laat; wij gaan tot geen ander dan tot Hem.

Van de week zag ik een stukje van een documentaire op TV. “Corridors of power”, zo heette het, en het ging over de machten van de wereld. Ik kijk niet graag naar al die ellende in de wereld want het is allemaal veel te veel. Maar ik denk; “nou één keer niet wegzappen” en ik heb het geweten! Weerzinwekkende beelden van bergen lijken in Syrië, sommige in plastic zakken, kinderen, ouderen, verminkt, verbrand, een eindeloze stoet. Gewoon verschrikkelijk. En elk lijk was een mens; met kinderen, met een broer en een zus, met een vader en moeder, een mens met dromen en met plannen, net als ieder van ons.  “Dat nooit meer” hebben we na de Holocaust en de tweede wereldoorlog gezegd. En het gebeurt gewoon ook vandaag nog, onder onze eigen ogen.

Wat zijn dat toch voor mechanismen in de wereld waarin onze mensen elke dag nog vermalen worden alsof het niks is? Je kunt daar niet bij. Is dat de wil van God? Laat Hij het toe dat mensen zo met elkaar omgaan, omdat Hij ze nou eenmaal vrij geschapen heeft? Moet dat verschrikkelijke lijden dan maar gebeuren omwille van onze vrijheid? En wij hier, genietend van onze welvaart alsof dàt de gewoonste zaak van de wereld is. Hebben wij dat ergens aan verdiend? Ik ben er blij mee, maar snapt u het? Ik niet. Machteloosheid ten top. Onrecht aan alle kanten.

En toch; Ik heb geen ander om me aan vast te houden dan aan Jezus Christus want “Hij heeft woorden van eeuwig leven”. In mijn eigen woorden; Hij geeft mij de zekerheid dat Ik geliefd ben, al zou iedereen en alles mij in de steek laten. Al zou het leven zelf mij in de steek laten. Al vergaat de hele wereld. 

Genoeg gepraat. Laten we gaan eten en drinken. Laten we opgaan naar en in Hem. Maar laten we dat dan ook doen met de eerbied en de dankbaarheid die past bij de ontmoeting met God Zelf.

Of wilt ook gij soms liever weggaan?

Amen.