Niet meer twijfelen. 2e zondag Veertigdagentijd 2023
De lezingen in de Veertigdagentijd zijn elk jaar weer ongelofelijk rijk aan inhoud; en zo ook vandaag. We horen over het begin van wat ons geloof is; de roeping van Abraham. U zegt misschien, “het begin was toch bij Adam en Eva?”, maar dat is hoofdzakelijk een mythisch verhaal. Hoe dan ook; Abraham is de eerste mens die reageert op de stem van God. Hij luistert niet alleen, maar dóét ook wat hem gevraagd wordt. Het eerste wat ons opvalt is die stem van God. De Bijbel staat er vol van, dat God letterlijk tot iemand spreekt. We lezen het zo vaak, dat we het gewoon zijn gaan vinden. Maar ik vraag mij af wie ooit de stem van God gehoord heeft? Ik in elk geval niet. “Dus wij hebben allemaal pech want in de tijd van de Bijbel sprak God de mensen tenminste nog rechtstreeks aan?” Ik denk eerlijk gezegd dat het anders zit. De stem van God in het verhaal van Abraham komt namelijk niet zomaar uit de lucht vallen. Nèt voordat Abraham geroepen wordt, staat het verhaal van de toren van Babel. Het gaat daar een totalitair systeem waarin iedereen mee moet werken aan die toren. God maakt daar een eind aan en in de leegte die ontstaat ervaart Abraham zijn roeping; ik moet hier weg.
Zo spreekt God ook tot ons; bij bepaalde gebeurtenissen of vragen waarin ons soms ineens glashelder duidelijk wordt wat ons te doen staat. Dat zijn de momenten waarin ook wij door God geroepen worden; God spreekt tot ons in de partner aan wie wij ons ja-woord geven. God spreekt tot ons in een overweldigende ervaring in de natuur, God spreekt tot ons in de oprecht ervaren vergeving bij de biecht. God spreekt tot ons in de geboorte van een kind. God spreekt tot ons in de woorden van de Bijbel. God spreekt op alle mogelijke manieren tot ons, en voor sommigen misschien ook nog wel letterlijk in woorden. Ik weet dat niet. Maar zo is ons geloof; geen ideologie of filosofisch bestel, maar een relatie; een relatie met God, die overal met ons meetrekt, in de mate tenminste, dat wij ons leven voor Hem openstellen.
En zo komen we bij het Evangelie. “Zes dagen later” daar begint het mee. Hoezo zes dagen later? Wat was er dan zes dagen eerder gebeurd? Zes dagen eerder heeft Jezus het mooie plaatje van de leerlingen in de war geschopt. Het plaatje was; dat Jezus met een soort machtsgreep het Rijk van God zou vestigen, dat Hij door een spectaculair mirakel hun vijanden zou vernietigen en dat Hij hen het geluk op een gouden schaaltje zou aanbieden. Maar dan zègt Jezus- dat Hij moet lijden en sterven! Is het vreemd dat Petrus daar niet hoort wat Jezus er wel degelijk ook bij gezegd heeft; dat Hij namelijk zou verrijzen? Verrijzen? Dat is zo totaal ongehoord, dat Petrus het ook letterlijk -niet hoort-.
Hoe is dat met ons? Zouden wij het gehoord hebben, als Jezus het tegen ons gezegd zou hebben? Is die verrijzenis ook voor ons niet altijd nog een struikelblok? In hoeverre geloven wij nu, vandaag de dag, nou echt dat Jezus verrezen is? Ja we zeggen het wel in de geloofsbelijdenis “ik geloof in de verrijzenis van het lichaam” maar in hoeverre heeft dat geloof ook echt wortel geschoten in ons hart? Zoveel mensen blijven toch maar bang voor de dood? Hoe zit het dan met het geloof in de verrijzenis? Niet dat ik het in the pocket heb. Ik heb natuurlijk pas recht van spreken als de beproeving van de dood aan mijn eigen deur klopt. En ook ik zeg dan; “liever nog even niet”. Maar dat terwijl het vooruitzicht op eeuwig geluk, voorgoed bij God, dat dat in zekere zin toch aantrekkelijker is dan dit aardse bestaan, dat bij tijd en wijle toch maar armzalig geploeter is.
Afijn, de leerlingen hadden niet gehoord, en al helemaal niet begrepen, dat Jezus zou verrijzen. Vandaar dit moment op de berg Tabor. Wat er precies gebeurd is? Nou ja, zoiets als wat we net gelezen hebben, maar in elk geval hebben de leerlingen even een Goddelijke lichtstraal over Jezus zien neerdalen. Een lichtstraal die hen deed huiveren en die ze hun leven lang niet meer zullen vergeten. Hier op deze berg van gebed, op de Tabor, komen wet en profeten (Mozes en Elia) samen om de leerlingen als het ware het bewijs te leveren; Jezus is Degene die namens God in de wereld is gekomen; aan Hem hoef je nooit meer te twijfelen; 'Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn behagen heb gesteld; luistert naar Hem.' Aan Hem mag je niet meer twijfelen, ook niet als de nacht straks nog donkerder wordt, ook niet als Hij straks daadwerkelijk de dood in geslagen wordt.
Saillant detail is wellicht nog de vraag waarom déze drie leerlingen? Waarom niet allemaal? Bisschop Robbert Barron zegt daarover; deze drie zijn de meest intieme vrienden van Jezus; Petrus is de man die veel van Jezus houdt, dat weten we uit andere passages in het Evangelie. Johannes is de leerling van wie Jezus zelf houdt, want die ligt bij het laatste avondmaal aan Zijn borst. Jakobus tenslotte is de eerste van Zijn leerlingen die Hem zal volgen in het martelaarschap.
Jaren geleden was ik in een kerk in Hongarije. Het was zo net in het begin dat ik me weer wat begon te interesseren in het geloof van mijn jeugd. Wij kregen een rondleiding in een prachtig kerkgebouw door een aardige mevrouw. Maar zij vertelde puur technisch over de vele symbolen en beelden in de kerk. Ze had er, als overtuigde communiste, helemaal niets mee en op een of andere manier voelde ik daar al zo’n verschrikkelijk gemis; Ik dacht “Ja maar mevrouw, waar u hier allemaal over praat is toch oneindig veel meer dan uw nuchtere verhaaltje. Weet u dan niet dat die man die daar aan dat kruis is werkelijk voor u gestorven is?” Ik heb het maar niet gezegd, maar in zekere zin was het voor mij een Tabor-ervaring in het klein.
En ik denk en ik hoop dat ieder van u ook zo zijn of haar eigen Tabor-ervaring heeft. Een moment van; “Nou weet ik het zeker. Nu weet ik zeker dat God hier is”. Dat is echt nodig, want wij moeten ons geloof ook volhouden in de verdrukking, net als de eerste leerlingen. Wij mogen Jezus niet meer in de steek laten, na alles wat er is gebeurd; 'Jezus de Zoon, de Welbeminde, in wie God Zijn behagen heeft gesteld; laten we naar Hem blijven luisteren. Blijven luisteren, want het gaat niet om lijden en dood; het gaat om onze verrijzenis, om eeuwig leven. Amen.