Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

Preken

Groeiende serie preken die ik gehouden heb in één van de kerken van de parochie St. Petrus in Uden en de parochie Willibrordus in Oss.

2 Juli 2023

God op de eerste plaats. 13e zondag dhjr. 2023

Heel wat jaren geleden was het monseigneur ter Schure, toen de bisschop van den Bosch, die waagde te zeggen; “Ik houd meer van God dan van mensen”. De goeie man wàs al niet zo populair en dit maakte het er niet beter op. Vandaag echter horen we dat de houding van de bisschop eigenlijk heel evangelisch was en dat Jezus het zelfs nog bonter lijkt te maken. “Wie zijn vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij niet waard. Wie zijn zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waard”. Wij moeten dus meer van Jezus, meer van God houden, dan van onze eigen kinderen! Probeert u zich eens voor te stellen hoe dat eruit zou zien; dat u meer van God zou houden dan van uw eigen kinderen! En toch; op de keeper beschouwd is het helemaal niet teveel gevraagd. Want als wij ze niet van God gekregen hadden, dan had niemand van ons kinderen gehad. Maar de boodschap, de les die Jezus hier uitspreekt, is meer omvattend.

Wij weten hoe Jezus zelf helemaal vanuit deze visie geleefd heeft; Zijn eigen leven volslagen ondergeschikt gemaakt aan dat van zondaars. Maar we weten ook dat het geen domme kamikaze-actie is geweest. Jezus heeft de mensheid iets willen zeggen, iets willen leren met Zijn offer. Wat wil Jezus ons dan zeggen? 

Als Jezus over deze dingen spreekt dan moeten we op de achtergrond de samenvatting van heel Zijn leer mee laten spreken. En die samenvatting vinden we in een bijbelpassage die ieder van ons kent; “Een Schriftgeleerde legde Hem de vraag voor: “Wat is het allereerste gebod? Jezus antwoordde; Het eerste is: Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is dit; Gij zult uw naaste beminnen als uzelf”. In het Evangelie van vandaag legt Jezus dat gebod verder uit. Hij laat zien wat het tenslotte betekent om God te beminnen met heel je hart, heel je ziel, heel je verstand en heel je kracht. Daarbij komt elke andere liefde; zelfs de liefde voor vader of moeder, zelfs de liefde voor zoon of dochter, op de tweede plaats. Maar het is de helft van een tweedelig gebod. Jezus voegt er direct aan toe; “Het tweede is; Gij zult uw naaste beminnen als uzelf”. Hij zegt daarmee dat die twee helften onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.  

Welke les kunnen wij eruit trekken? Nooit is er zoveel gesproken en geschreven over respect, verdraagzaamheid, solidariteit. Nooit zoveel pleidooien gehouden over behulpzaamheid en daadwerkelijke naastenliefde, als vandaag. Maar van de andere kant zien we dat al dat gepraat en geschrijf, al dat preken en moraliseren, steeds minder effect lijkt te hebben. De wereld is koud aan het worden, de mens eenzaam en de maatschappij hard. Mensen vluchten weg in drugsgebruik, gezinnen spatten uiteen. Ontevredenheid neemt toe, conflicten hopen zich op, op alle niveaus; lokaal, nationaal en internationaal. 

Het zal wel al te simpel zijn om te veronderstellen dat dit allemaal in één klap zal zijn opgelost, maar de les van Jezus heeft er wel degelijk mee te maken. Jezus spreekt niet voor niets eerst over de liefde voor Hem, en dan, in de tweede plaats, over naastenliefde. Die volgorde is niet zonder reden, want Jezus weet hoe de mens is. Hij weet dat niemand in staat is, het tweede gebod “bemin uw naaste als uzelf”, te onderhouden, uit zichzelf, uit eigen kracht. Hij weet dat wij niet in staat zijn het gebod van de naastenliefde te volbrengen als wij niet eerst God bovenal beminnen. Hij weet ook dat wanneer wij God bovenal beminnen, wij automatisch ook onze naasten zullen liefhebben als onszelf, omdat ook zij Gods kinderen zijn. Als wij God zozeer beminnen, dan kunnen wij niet zijn kinderen haten. Daarom is van God houden het allereerste en het voornaamste gebod. 

En daar zit dus de angel van veel onvrede is onze wereld. Er is geen plaats meer voor de liefde tot God; mensen zitten nog wel vol goede bedoelingen, maar ze vergeten de Schepper die alles gemaakt heeft; ook de kracht om die goede bedoelingen waar te maken. We moeten dus echt terug naar de bron van ons geloof, terug naar de volgorde die Jezus in de geboden aanduidt. God op de eerste plaats. Vervolgens zullen we met Zijn hulp in staat zijn om onze vaders en moeders, onze zonen en dochters, al onze naasten, onbaatzuchtig lief te hebben. Amen. 

 

28 Juni 2023

Geroepen. 11e zondag 2023

Is God nu werkelijk bij ons of niet? Dat is de vraag van de hele mensheid en van elke mens, bij tijd en wijle. Een vraag die regelmatig terugkomt, zeker als we te lijden hebben onder ziekte of dood, of als het leven op één of andere manier tegen zit. Want vaak, als je God het hardst denkt nodig te hebben, dan lijkt het alsof Hij er helemaal niet is. Die twijfel overviel het Godsvolk van het allereerste begin ook. Bevrijd uit Egypte, onder Gods machtige hand. -Want zo werd dat wel ervaren; dat God de hand had in hun bevrijding uit Egypte-. Maar als er dan iets tegenzat, ze kregen honger of dorst, dan waren ze God al weer gauw vergeten. Dan begonnen ze te mopperen tegen Mozes en te twijfelen aan Gods bedoelingen. Maar zo zegt de Heer; “Ik heb u op arendsvleugelen gedragen”, Dat wil zeggen dat Hij het volk leert vliegen zoals een arend dat zijn kuiken leert. Hij duwt het uit zijn nest, maar als het dreigt te vallen dan duikt hij er steeds weer onder, om het op te vangen. En vandaag horen we in de eerste lezing dat dit twijfelende volk de belofte draagt om een koninklijk en priesterlijk volk te zijn; als ze zich aan de geboden willen houden. Dat wil zeggen de Tien Geboden die ze snel daarna zullen ontvangen. Want vrij zijn ze nu. En door de Tien Geboden kunnen ze kiezen; leren vliegen en leven volgens het verbond met God, of te gronde gaan aan eigengereidheid.    

En hierom is het joodse volk uitverkoren om draagster te worden van de Zoon van God; omdat het gekozen heeft voor de Tora, de Tien Geboden. Omdat het met vallen en opstaan is blijven luisteren naar de stem van de “Onuitsprekelijke”, zoals zij Hem noemen. Maar een uitverkoren, priesterlijk volk zijn, is geen belofte van rozengeur en maneschijn. Uitverkoren en priesterlijk zijn, dat betekent niet dat je kostje gekocht is. Natuurlijk, de ervaring van Gods aanwezigheid geeft je een enorme kracht, maar het geeft je tegelijkertijd ook een grote verantwoordelijkheid. Wéét hebben van die aanwezigheid van de Heer, dwingt je als het ware om van Hem te getuigen in woord en daad. Want het beste wat je in je leven overkomen is, dat gun je toch iedereen? Eenvoudig is dat niet, want zo’n getuigenis wordt ook vandaag niet overal in dank aangenomen.

En daar verschijnt Jezus in de mensengeschiedenis. Hij dwingt niemand om Hem te volgen, maar Hij geeft zelf het ultieme voorbeeld; “niet zozeer voor de rechtvaardigen, maar juist voor de zondaars geeft Hij zijn leven”, zo horen we in de tweede lezing. Hij geeft zijn leven, Hij maakt zich, hoewel Hij zo groot is als God, zo klein en nietig, dat je Hem zomaar kunt vertrappen. En dat is dan ook gebeurd. Jezus is vertrapt en vermoord. Maar niemand was er op bedacht dat het opruimen van Jezus een soort kernexplosie tot gevolg zou hebben. De Liefde die uit de overgave van Jezus is voortgevloeid, vervult ons vandaag nog steeds van een ontembare hoop. Als er al een godsbewijs te geven valt, dan is het deze Liefde waarmee Jezus zich aan ons gegeven heeft.

En gelukkig maar dat Hij een twaalftal leerlingen heeft aangewezen om  Zijn aanwezigheid in de wereld te blijven verkondigen. Gelukkig maar dat de katholieke Kerk deze apostolische opvolging heeft gegarandeerd tot op de dag van vandaag. Gelukkig maar dat Jezus niet gewacht heeft tot Hij twaalf heiligen gevonden had, maar dat Hij het aandurfde met gewone, beperkte en zondige mensen. Gelukkig maar dat ook onze priesters niet bij voorbaat heilig moeten zijn, om recht van spreken te hebben. Immers als Jezus alleen met heiligen had kunnen werken, dan was Zijn werk meteen doodgebloed. Het gaat er voor een christen niet om om heilig te zijn, maar om het te willen zijn.  

Maar laten we niet denken dat Jezus bij die arbeiders om te oogsten, alleen aan de priesters in de Rooms Katholieke Kerk gedacht heeft; allen die zich christen noemen, alle gedoopten zijn naar eigen maat en vermogen geroepen om de schapen die verloren lopen, hoop te bieden. Om te getuigen van Hem, die de leegte van al die innerlijk onrustig zoekende mensen verdrijven zal. “Ga naar de verloren schapen, verkondig dat God nabij is voor wie Hem zoeken wil en drijf de duivels weg uit onze wereld, die dat zo ontzettend hard nodig heeft”. Christelijke roeping is een geschenk èn een opdracht. Amen.

 

 

 

 

 

 

 

4 Juni 2023

Heilige Drie-eenheid 2023.

Als ik niet zou geloven, dan zou ik, denk ik, hartstikke bang zijn voor de  wereld van vandaag. Ik wil niet graag weer de onheilsprofeet uithangen, maar ik vraag mij toch in toenemende mate af waar het naartoe gaat met onze wereld. Is het gerechtvaardigde zorg of is het iets wat nou eenmaal hoort bij ouder wordende mensen? Ooit heb ik geen kinderen gewild. Ik had daar allerlei redenen voor, maar in de kern kwamen al die redenen samen in dat ene punt; dat ik niet in God geloofde, dat ik geen vertrouwen had in het leven als door God gegeven en gedragen. Sinds ik wel in God geloof, heb ik vier kinderen en zelfs al een kleindochtertje. En ik blijf geloven, dus als zij dat dan ook doen, op hun manier, dan komt het ook met hun wel goed.

Maar heel veel zorgen wel, om  de wereld waarin onze kinderen moeten opgroeien. Het lijkt er onderhand op dat iedereen een ander op wil lichten, misbruiken, uitpersen of bestelen. Dat hebben ze mij in het pinksterweekend in elk geval gedaan. Maar veel erger dan dat; bommen bij de voordeur. Doodsbedreigingen van voetballers en politici. Steeds meer mensen zijn grof en ontevreden en iedereen wil alleen maar meer. In een wereld waarin niet meer de waarheid richtinggevend is, maar de eigen mening, valt ook geen politieke leiding meer te geven. Want bij elke stap die men probeert te zetten, begint een ander deel van de bevolking te schreeuwen; ze hebben immers allemaal gelijk. En toch moet het gebeuren want anders geldt in onze samenleving straks weer echt het recht van de sterkste.

En dan is er ook nog eens een crisis in de Kerk; ik geloof dat ik dat nog het ergste vind van alles. Want als zelfs dat eeuwenoude, ja millennia-oude kompas begint te schudden wat blijft er dan aan richting over? Of moet je gewoon geen krant meer lezen en geen nieuws meer kijken?

Wij praten hier week in week uit, dag in dag uit over een God die voor de meeste mensen niet meer bestaat. Maar lees er de bijbel maar eens op na, telkens wanneer God uit de samenleving verdwijnt, vervalt die samenleving tot een chaos. En dat is dus ook wat er nu aan het gebeuren is. Als je niet het vertrouwen hebt dat God voor je zal zorgen, dan moet je wel goed voor jezelf zorgen, en dan kun je niet zoveel met Zijn geboden. Maar vandaag is het, voor dit hele kleine clubje, wij hier zo samen het feest van de heilige Drie-eenheid. Vader, Zoon en H. Geest, één God in drie personen. Een groot verbond van liefde, De Vader, van wie alles uitgaat, de Zoon die ons de liefde van de Vader heeft doen voelen en de H. Geest die ons aanmoedigt en troost. Maar het gaat ten diepste om het mysterie dat liefde heet. Hoe kunnen wij toch, vanuit dit liefdesmysterie in actie komen en opnieuw zichtbaar worden in de wereld die zichzelf aan het kwijtraken is? Want ten diepste, daarvan ben ik overtuigd, ten diepste heeft iedereen nood aan dat Grote Thuiskomen dat alleen God je kan geven. Al win je de hele wereld, al heb je duizend zonnepanelen op je dak, al zit je elke dag in de sportschool en eet je het hele jaar onbespoten en milieubewust, al ben je overal tegen verzekerd en doe je, ik weet niet wat, om je leven veilig te stellen; als je de liefde niet hebt, ben je niets.

Ik weet niet hoe ongelovigen dat doen, maar ik zou het in deze wereld niet uithouden als er niet Iemand zou zijn, Iemand met een hoofdletter bij wie wij terecht kunnen met onze zorgen, met ons verdriet, met onze dankbaarheid, met onze verwondering en onze angsten. Iemand die ook nog bij je is op die momenten van volstrekte eenzaamheid. Momenten van strijd en pijn in en om jezelf, om wat je in dit leven verloren bent misschien, om de eigen beperkingen, of zelfs de dood die je onder ogen moet zien. Dat is die Iemand die wij hier gewoon present zullen blijven stellen; De drie-ene God; Vader, Zoon en Geest. In het groot of in het klein, met of zonder crisis in de Kerk, zullen wij van Hem blijven getuigen. God, van zijn kant geeft ons alleen maar nieuwe kansen. Dat was duizenden jaren geleden al zo, daarvan getuigt de eerste lezing. En dat is nu nog steeds zo, daarvan getuigt Jezus, als Hij zegt; “Ik ben niet gekomen om te oordelen maar om te redden”. Het is Gods enige bemoeienis; toekomst bieden, nieuwe kansen, vergeving. “Toe maar, wees maar niet bang, Ik ben met je”. Maar Hij geeft ons ook richting; “dit is goed en dat is niet goed”. Richting èn vrijheid, dat is de Liefde van God. Hij geeft aan waar het heen zou moeten, maar we mogen zelf kiezen hoe we daar invulling aan geven. 

En zo is die laatste, wat cryptische zin van het Evangelie ook begrijpelijk. “Wie in Jezus gelooft wordt niet geoordeeld, maar wie niet gelooft is al veroordeeld omdat hij niet heeft gelooft in de Naam van de enig geboren zoon van God”. “God brengt redding”, dat is de letterlijke vertaling van die Naam van de eniggeboren Zoon. “God brengt redding”. Als je niet in Gods redding gelooft, dan heb je jezelf al veroordeeld. Want als je niet in Gòds redding gelooft, dan moet je jezelf redden en dat is een hele zware klus. Wie wèl in Gods redding gelooft, wie weet en wie toe kan geven dat hij gered moet worden omdat hij maar een kleine, beperkte mens is, die laat zich redden door die almachtige, heilige Drievuldigheid; Vader, Zoon en Geest, en krijgt leven. Amen.

 

 

 

 

21 Mei 2023

Het eeuwige leven is God kennen. 7e zondag van Pasen 2023

Kijken we vandaag goed naar het Evangelie van Johannes, dan zou ons moeten opvallen wat een bijzonder stuk tekst dat eigenlijk is. Wij kennen allerlei soorten teksten; wetenschappelijke verhandelingen, poëzie, romans, filosofische geschriften, kranten. Teksten waarin verteld wordt wat er allemaal gebeurd is, gedichten die ons over het leven laten mijmeren, fictieve verhalen en noem maar op. Maar een tekst zoals die van Johannes is eigenlijk toch uniek. Waar in de wereldliteratuur vind je  iets vergelijkbaars?

Meestal begint het met “In die tijd….” We lezen eroverheen alsof het er niet staat, maar je zou je ook af kunnen vragen; “In welke tijd zegt Jezus dit?”`…… Het is de beslissende tijd. Het zijn de laatste woorden van Jezus voordat Hij wordt opgepakt, gemarteld en gedood. En de laatste woorden van Jezus bestaan uit een gebed. Zoals gewone mensen dat ook doen, in de laatste levensuren; de balans opmaken, alleen nog spreken over de allerbelangrijkste dingen, zo doet Jezus dat ook. En het allerbelangrijkst voor Jezus in zijn laatste uren is het contact met Zijn Vader en Zijn missie om ons bij God te brengen. En daarom bidt Hij. Hoe ontroerend; Jezus die voorvoelt dat Zijn laatste uur geslagen heeft en dan zo bidt; voor ons. Eigenlijk moet je dit gebed van Jezus stil voor jezelf herlezen en bemediteren.

Want het is zo bijzonder; “Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke?” Het is moeilijk om te zeggen wat hier precies bedoeld wordt, hoewel wij er, al mediterende, toch ergens wel weet van kunnen hebben. “Gij Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf en geef Mij de heerlijkheid die ik bij U had eer de wereld bestond”. Wie kan zulke woorden gebruiken? Vanuit welke ervaring spreekt zo Iemand, als Hij niet inderdaad van God komt?  “Nu weten zij dat al wat Gij Mij gegeven hebt, van U komt”. God de Vader is de Alpha en de Omega, begin en einde; kortom alles, en de mens Jezus is zich maar al te goed bewust dat Hij leeft uit Hem, en dat Hij dus ook naar de Vader zal terugkeren. Jezus spreekt dan ook niet over het uur van Zijn sterven, maar over het uur van Zijn verheerlijking.  

Zo diep en mysterieus als dit gebed van Jezus zo vreemd en mysterieus is heel de hele schepping en zeker ons eigen mens-zijn. Want in het hele universum zijn wij, mensen, de enige wezens die kunnen nadenken, die kunnen reflecteren op ons eigen bestaan. Die kunnen nadenken over tijd, over zaken als eindigheid en oorzakelijkheid. En typerend voor het mens zijn is dat wij allemaal op zoek zijn naar geluk. Niet een beetje geluk, maar, als we erin durfden te geloven; onbegrensd geluk. En àls geluk onbegrensd is, dan betekent dat, dat het niet tijdelijk kan zijn, niet eventjes maar, maar voor altijd en eeuwig. En dat is nou net waar het in ons christelijke geloof om gaat; niet een beetje geluk maar eeuwig geluk. Eeuwig leven. Onvoorstelbaar eigenlijk, maar God is onvoorstelbaar.

“En dit is het eeuwige leven, dat zij u kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden: Jezus Christus”. “Dat zij U kennen…” Nu is het Bijbelse “kennen” wel iets anders dan de manier waarop wij bijvoorbeeld Micheal Jacson of Mark Rutte kennen. “En Adam kende Eva zijn vrouw en zij werd zwanger”; zo staat er nog in de oude NBG-Bijbelvertaling. Het Bijbelse kennen staat dus voor een soort kennen dat diepe gemeenschap veronderstelt. Daarom is het ook dodelijk, als Petrus Jezus in de steek laat; “Ik ken die man niet”. Maar God kennen dus, en zijn Zoon Jezus Christus…., dat is het eeuwige leven. Als je God de eerste plaats geeft in je leven, dan hoef je niet op het eeuwige leven te wachten tot je dood bent, dan kun je niet wachten tot je dood bent. Want in de mate dat God een plaats krijgt in je leven, ben je al eeuwig gelukkig. Niet elke dag even vrolijk, maar levend met een onderstroom van onverwoestbaar geluk. 

God kennen, concreet gemeenschap zijn met Hem, dat is ook de bedoeling van Jezus in de Eucharistie; “Neemt en eet, dit is Mijn lichaam, dit is Mijn bloed”. Het is Zijn aanbod waarmee wij Hem kunnen leren kennen, waarin wij één kunnen worden met Hem en zo het eeuwige leven binnengaan. Moge de Heilige Geest, waarom wij deze dagen bidden, ons helpen om God te leren kennen in het breken van het brood. Om steeds dieper doordrongen te raken van die bijzondere band die wij met God mogen hebben.  Amen.