Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

25 November 2022

Christus Koning

Vandaag vieren we dus de laatste dag van het kerkelijk jaar. De cirkel is rond. We hebben Jezus gevolgd vanaf zijn geboorte, we hebben Hem gevolgd bij Zijn lijden en dood.  We hebben Zijn verrijzenis gevierd en vooral de laatste maanden, heeft Hij ons tal van levenslessen voorgehouden. Als we dit hele jaar goed hebben opgelet dan zijn we ondertussen heel wat wijzer geworden. Vandaag zetten we als het ware de kroon op het werk; we vieren  dat Christus onze Koning is.

Toen ik nog diaken was in Uden, was daar een mevrouw, een zeer betrokken mevrouw, die alsmaar bleef aanhikken tegen het kruisbeeld dat overal centraal staat in onze kerken. “Dat is toch geen goede reclame voor onze kerk!”; vond zij. “We zouden toch iets mooiers, iets lieflijkers moeten vinden want we hebben toch een Blijde boodschap? En inderdaad, bij de eerste aanblik heeft ze wel gelijk. Er gaat op het eerste gezicht niets aantrekkelijks uit van ons voorbeeld, Die toch onze Koning is. Een kroon draagt Hij inderdaad, maar wat voor een? Op die manier zal niemand van ons koning willen zijn. Maar ja, wij zijn dan ook Jezus niet.

Wie is Jezus Christus, en wat betekent zijn koningschap? Als we naar de betekenis van de koning binnen onze eigen monarchie kijken, dan zien we dat het vooral iets symbolisch is. Dat lijkt niet veel maar misschien is het toch  belangrijker dan we denken. Op een of andere manier blijkt het hebben van een koning mensen toch te verbinden. In Engeland heeft het koningschap nog meer betekenis dan hier. De begrafenis van koningin Elisabeth was dan ook een adembenemend spektakel. Daar kun je natuurlijk ook weer allerlei kritische kanttekeningen bij verzinnen, maar het verbindende is in elk geval, dat de halve wereld het heeft gezien en dat het ontelbaren heeft geraakt. Zoiets gebeurt niet bij de begrafenis van een willekeurig iemand. In de tijd waarin de Bijbel is ontstaan, was het koningschap van veel groter belang. Toen waren koningen ook echte leiders. Enerzijds waren ze de baas, maar anderzijds beschermden ze ook hun volk. Het volk vormde zich rondom de koning en het volk kon alleen blijven bestaan dankzij de koning. Een van hun taken was ook om het volk te verdedigen en daarom werd er door de Bijbelse koningen heel wat afgevochten. U kunt dat allemaal teruglezen.

Maar nu onze koning Christus; was dat een persoon waaromheen zich een volk gevormd heeft? Ja wel degelijk. Wereldwijd zijn er een paar miljard mensen die zich geroepen weten door Christus. Het christenvolk is het grootste volk van de wereld geworden, ook al zijn het niet allemaal katholieken. Was Jezus een strijdende koning? Jazeker. Wat voor strijd was het dan die Jezus gestreden heeft? Om te beginnen was er al oppositie tegen Jezus toen Hij nog maar net geboren was. “Koning Herodus was verontrust en heel Jerusalem met Hem”, lezen we in het Evangelie van Mattheus. Dank zij zijn ouders, die met Hem de vlucht nemen, overleeft Jezus hier nog. En als we de Evangelies verder lezen dan zien we dat Jezus zijn hele leven strijd heeft moeten leveren. Strijd tegen de zichtbare en de onzichtbare machten van de duisternis. En zoals Paulus zo prachtig zegt in de tweede lezing van vandaag; “Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon, in wie onze bevrijding verzekerd is en onze zonden vergeven zijn”. Jezus, het beeld van de onzichtbare God, heeft zich laten zien als een strijder die de strijd tot in het uiterste voor ons heeft volgehouden. “Vader vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen”. 

Wie dat verstaat moet God de Vader wel blijmoedig danken. Danken voor deze Koning die zo voor ons gestreden heeft; niet met de wapens van deze wereld maar met het wapen van de vergevende liefde. En als we dan even in die termen blijven spreken; wij zijn vandaag de soldaten in het leger van Christus onze Koning. Maar we moeten, net als Hij,  niet strijden met de wapens van deze wereld, maar met het wapen van Jezus; vergevende liefde. Dat is wel veel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want zo gauw grijpen ook wij naar de wapens van deze wereld. Weliswaar zijn dat geen kalashnikovs maar in het joodse verstaan van de Tien Geboden staat kwaad spreken over iemand, iemand monddood maken,  gelijk aan moord. 

In deze tijd van ontkerkelijking heeft men mij regelmatig gevraagd waar ik me druk om maak, want;  “je ziet toch dat de Kerk langzaam aan het verdwijnen is”. Dat ze voorlopig nog veel kleiner wordt, dat acht ik zeer waarschijnlijk, maar ik weet ook zeker dat de Kerk nooit zal verdwijnen.  Als er iets is waaraan iedere mens behoefte heeft dan is het wel de liefde. En iedere mens die oprecht op zoek is naar de liefde zal, vroeg of laat terechtkomen bij Hem. Want in de hele geschiedenis, noch in het universum is er een liefde te vinden zoals die van onze Koning Christus. Daarom staat bij ons dat afzichtelijke kruis in het midden; daarom ook zal dat altijd in het midden moeten blijven staan; omdat dáár de liefde van God voor ons getoond wordt op een manier die nooit eerder of ergens anders, te zien was, of zal zijn. 

"Laten wij dus nu God, de Vader, blijmoedig danken, omdat Hij ons in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen en te leven in het licht. Want Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon, in wie onze bevrijding verzekerd is en onze zonden vergeven zijn".

Amen.