Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

26 Mei 2024

De drie-ene God.

Ik heb regelmatig  van volwassen mensen  gehoord dat ze het af en toe wel eens fijn vinden om naar de preek te luisteren bij een gezinsviering omdat die vaak beter te snappen is. Voor kinderen moet je immers proberen om het eenvoudig te houden.  Als dat al op gaat voor een gewone preek dan toch zeker voor een preek over de Drie-eenheid; het feest dat we vandaag vieren; Eén God in drie personen; Vader, Zoon en Geest. Het is niet de gemakkelijkste materie. Maar ik heb hulp gehad van een paar belangrijke mensen. Op de eerste plaats monseigneur Mutsaerts die op Tweede Pinksterdag onze jongeren gevormd heeft. Hij begon over een mobieltje. En als je “mobieltje” zegt, dan heb je de jeugd in elk geval te pakken. Een mobieltje is één ding, maar het bestaat uit drie belangrijke onderdelen, zonder welke het hele apparaat niets waard is. Om te beginnen heb je de hardware, ofwel het ding zelf. Gemaakt van glas, metaal en zo nog wat. Dan de software, de programmatuur die de zaak moet besturen. Tenslotte, en daar zie je niets van, maar er is natuurlijk ook stroom nodig. Anders werkt het nog niet. Monseigneur Mutsaerts schetste zo de analogie met de ene God in drie personen. De hardware, datgene waar het van gemaakt is, dat is de Schepper, dat is God de Vader. De software, datgene wat bestuurt en richting geeft dat is God de Zoon. De batterij, de stroom die erdoor moet gaan, datgene wat je eigenlijk niet ziet, dat is de Geest. Samen vormen ze één werkend mobieltje.

Een zelfde vergelijking kun je ook maken met een auto. Het blik, het kunststof, de banden, dat waarvan de auto gemaakt is, de Schepping, dat is God de Vader. De bestuurder, degene die richting geeft,  is God de Zoon. Datgene wat je niet ziet, maar wat de zaak wel in beweging zet, de benzine; dat is de Geest. Samen vormen ze één rijdende auto. Zelf heb ik er nog een bij gedacht. Het kerkgebouw, de stenen, de ramen het dak; dat is God de Vader. De mensen hier bij elkaar dat is God de Zoon en dat wat je niet ziet maar wat er wel is; het geloof van ons zo hier bij elkaar, dat is de Geest. Samen zijn we één levende Kerk. Het lichaam van Christus, Vader, Zoon en Geest. Voor wat dat geloof betreft heb ik nog wel iets aardigs te melden. Een paar weken geleden mocht ik hier, samen met mijn vrouw, ons 40 jarig huwelijksjubileum vieren en ik had daarvoor enkele vrienden en kennissen uitgenodigd. En één van die vrienden zei ons na de viering; “Je kunt wel voelen dat de mensen in deze kerk echt geloven”. Ik vind dat een groot compliment aan u en ik ben ook blij dat zoiets door relatieve buitenstaanders aangevoeld en opgemerkt wordt.

Goed, al met al vind ik de beelden die ik zojuist geschetst heb over de Drie-ene God, toch maar gekunsteld en verre van toereikend. God is geen mobieltje en ook geen auto, ook al hebben beiden voor sommige mensen een haast goddelijke status. 

De heilige Augustinus heeft misschien een betere poging gedaan om de drie-ene God inzichtelijk te maken. Hij zegt dat een mens kan denken. En in tegenstelling tot alle andere schepselen kan een mens nadenken over zichzelf. Hij kan als het ware tegenover zichzelf gaan staan en over zichzelf nadenken. En als iemand nadenkt over zichzelf dan zal toch niemand beweren dat het daar over twee verschillende personen gaat. Nou, zegt Augustinus, en als iemand zo over zichzelf nadenkt, zichzelf beschouwt dan ontstaat er een band of een relatie. Nadenkend over jezelf ontstaat er een liefdesband of in elk geval een soort relatie die je met jezelf hebt. Een soort drie-eenheid dus. De Vader; en het beeld dat de Vader van Zichzelf heeft; dat is de Zoon en de H. Geest als liefdesband tussen die twee. De heilige Drie-eenheid. 

En nu houd ik erover op. Uiteindelijk luidt het 2e van de Tien Geboden toch; “Gij zult geen beeld maken van God”; Wij moeten niet proberen God helemaal te begrijpen want begrijpen ligt dicht bij “grijpen”. Uiteindelijk blijven God de Vader, God de Zoon en de H. Geest een mysterie dat door geen mensenverstand te bevatten is. Wat ik nog wel wil benadrukken is dat de Kerk uitdrukkelijk leert dat het om personen gaat. God is geen “iets” maar een Iemand. “Iets” heeft geen gevoel, Iemand wel. Met “iets” kun je niet in gesprek zijn, met Iemand wel. Tot “iets” bidden heeft geen enkele zin. Tot Iemand wel. Laten we dat dus doen; ons in gebed richten tot Vader en Zoon opdat de H. Geest ons moge bezielen. Amen.