Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

6 April 2019

5e zondag 40-dagentijd C 2019

Soms is het een beproeving om te moeten preken, soms is het een feest. Vandaag is het een beetje feest voor mij, want de lezingen bieden zoveel aanknopingspunten dat ik haast niet weet waar te beginnen. En het mag maar zeven minuten duren! Allereerst móét je vandaag, maar ook de laatste weken al, getroffen worden, door de sublieme antwoord van Jezus, aan iedereen die Hem probeert klem te zetten. 

Vorige week kwam Hij met de parabel van de verloren zoon, als antwoord op het verwijt, dat Jezus aan tafel zat met zondaars. Vandaag vindt Hij het beste antwoord dat maar te geven valt, op de vraag of de overspelige vrouw gestenigd zou moeten worden, zoals de joodse wet, die toch ook voor Jezus heilig is, voorschrijft. De vorige zondag, de vierde zondag van de veertigdagentijd heet zondag laetare: “verheugt u”. Deze zondag is zo mogelijk nog vreugdevoller, tenminste als je naar de inhoud van de lezingen kijkt. “Denk niet aan het verleden en sla geen acht op wat reeds lang voorbij is”, horen we in de eerste lezing. En Paulus in de tweede: “Ik vergeet wat achter me ligt, en ik reik naar wat voor me ligt”. En Jezus in het Evangelie: “Ook ik veroordeel u niet, ga heen, en zondig van nu af niet meer”. Eén en al gerichtheid op toekomst. Eén grote beweging van bevrijding, één grote uitnodiging om vandaag helemaal opnieuw te beginnen. Wat je ook meedraagt uit het verleden, “vandaag is de eerste dag van de rest van je leven”.

Laten we toch vooral het Evangelie wat beter aankijken, want het is een juweeltje. Misschien moeten we eerst even door onze spontane afschuw heen van het element van die steniging. Want, wij mensen van de 21ste eeuw vinden steniging sowieso een verwerpelijke, barbaarse daad. Maar dat is niet de reactie van Jezus. Overspel mag tegenwoordig steeds gewoner en zelfs aangemoedigd worden - door websites als “second-love” - in de kern was, is en blijft het een zeer ernstige, gemeenschaps-ontwrichtende zaak. Jezus ontkent dat niet. Jezus laat, mét Mozes, overeind dat overspel een zeer ernstige zaak is maar - en dan komt het sublieme van zijn optreden - “Wie moet het oordeel ten uitvoer brengen?” Wie is er zo zonder zonden en zo zuiver in zijn eigen geweten, dat hij of zij gerechtigd zou kunnen zijn, om een steen te gooien? Wie kan vanuit een oprecht hart beweren dat diezelfde steen niet ook voor hem of haar zelf bestemd zou moeten  zijn? Oké, wij zullen dan niet allemaal overspel plegen in de letterlijke zin van dat woord, maar in de kern beschouwd, plegen we wel degelijk overspel……allemaal…… ten opzichte van God. Want hoe vaak laten we niet onze eigen belangen prevaleren boven Gods wil? Prachtig, hoe Jezus op de grond gaat zitten schrijven.  Hij kijkt niemand aan. Hij geeft elk individu de kans om met zichzelf in het reine te komen zonder priemende ogen in de rug. Prachtig ook hoe dan de oudsten, de meest wijze mensen, het eerst tot een eerlijke conclusie komen en vertrekken. Ontroerend vervolgens hoe de vrouw daar blijft staan, als laatste. Ze ontloopt het oordeel niet, terwijl ze daar nu toch de kans voor heeft. Ze wacht op de reactie van Jezus, die tenslotte dat bevrijdende woord spreekt: “Ook ik veroordeel u niet, ga heen en zondig niet meer”. God is barmhartig. Hij wil dat wij toekomst hebben, dat we leven in vrijheid. Dat we niet neergedrukt worden en veroordeeld. Dat we gelukkig zijn. Maar, en dat wordt vooral door de media in de euforie rond paus Franciscus weggedrukt: het feit dat God barmhartig is, het feit dat God zonden wil vergeven, wil niet zeggen dat er geen zonden meer zijn!! “Gaat heen en zondig niet meer,” zegt Jezus. Jezus wil de vrouw écht vrij maken, vrij van oordeel en steniging, maar ook vrij van een destructieve manier van leven, vrij van zonden En dat wil Hij ook voor ons; dat we leven in vrijheid, vrij van oordeel en angst, maar ook vrij van zonden. 

Het is mij een grote zorg dat wij katholieken ons steeds meer aanpassen aan wat heet “de moderne wereld”. De paus wordt vooral daar toegejuicht, waar men meent dat hij de regels afschaft.  Maar de Tien Geboden zijn niet aan mode onderhevig. Wat goed is voor een mens, is goed, wat slecht is voor een mens blijft slecht, ook al staat God onmiddellijk klaar om de zondige mens, om u en mij te bevrijden, als we dat willen. Dus laten we niet bang zijn om onze zondigheid te erkennen, zodat we straks met nieuw elan deze kerk kunnen verlaten. “Ook ik veroordeel u niet, ga heen en zondig van nu af aan niet meer” of met het jubelen van psalm 126; “Geweldig was het wat de Heer ons deed, daarom zijn wij zo blij”.

Amen.