Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

3 Juli 2025

"De poorten van de hel zullen haar niet overweldigen..." H. Petrus en Paulus 2025

U kent het gezegde “Rome zien en dan sterven”. Het staat voor die dingen waarvan we vinden dat we ze in elk geval één keer in ons leven zouden moeten meemaken, of gezien moeten hebben. Nou, ik ben er pas weer een keer geweest en het is ook echt een stad die je een keer gezien en gevoeld zou moeten hebben. Waar je ook kijkt, je móét wel onder de indruk komen van de stad die één en al wereldgeschiedenis en cultuur ademt. Zo zijn daar bijvoorbeeld de ruïnes van het Circus Maximus, een paardenrenbaan met plaats voor meer dan 100.000 toeschouwers, met privé-loges voor de keizer en zijn gevolg. Of zo mogelijk nog indrukwekkender, de adembenemende grootsheid van het Colloseum. Allemaal speeltjes van de Romeinse keizers en uitdrukking van hun macht en dominantie; uit het begin van onze jaartelling, je kunt er niet omheen. Daar hielden zij hun spelen, daar kwamen de groten der aarde bij elkaar.

En stelt u het zich eens voor:  in het jaar 60 na Christus komt daar, in het centrum van de politieke macht van de wereld, een zekere Simon bar Jona, Hebreeuws voor Simon zoon van Jona, een visser uit Galilea, een volslagen betekenisloos figuurtje uit een volslagen nietszeggend dorpje, zijn intrek nemen. Waarschijnlijk in de wijk Trastévere, die nu helemaal vol staat met gezellige restaurantjes. En deze Simon geeft zich uit voor de vriend van Joshua of Jezus van Nazareth, die door een andere grote Romeinse machthebber, Pontius Pilatus is vermoord; maar, zo beweert deze Simon Petrus “Die is opgestaan uit de dood”. En zo verklaart Petrus tegen alles en iedereen in, dat niet de keizer, die destijds een goddelijke status kende, maar deze vermoorde en opgestane Jezus, de Heer van de wereld is. De machtige Romeinen keken niet op een lijk meer of minder en dus werd deze brutale ordeverstoorder al gauw, in het Circus waar Nero zijn misdadigers in het openbaar executeerde, naar men zegt, gemarteld en op zijn kop aan een kruis gehangen. Vervolgens werd hij begraven op de Vaticaanse heuvel, die destijds nog buiten het stadscentrum lag. Voor de Romeinen; opgeruimd, begraven en vergeten. Althans dat dacht men. Want wat is er nu over van dat machtige Romeinse keizerrijk? Waar is de opvolger van de grote keizer Nero? Wat is er over van het machtige Forum Romanum, het Colloseum en het Circus Maximus? Inderdaad; er is geen opvolger van Nero en van de machtige bouwwerken resten alleen nog ruïnes. En waar is het rijk van die Simon bar Jona? Overal waar je kijkt! Verspreid over de hele wereld, vind je levende kerken en gemeenschappen die gebouwd zijn op de verkondiging van de apostelen Petrus en Paulus. En de opvolger van Petrus, de 266ste in een onderbroken lijn, Leo de 14e, heeft ons onlangs nog vol glans de zegen gegeven vanaf het bordes van de St. Pieter.

En dat brengt ons bij het Evangelie van vandaag. Want nadat Petrus Jezus heeft beleden als de Christus, de zoon van de levende God, zegt Jezus; “Gij zijt Petrus en op deze steenrots zal ik mijn Kerk bouwen en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen”.  En inderdaad op de Vaticaanse heuvel, boven op de rots die Petrus is, letterlijk op zijn graf, is inderdaad de Kerk gebouwd die in geen 2000 jaar door de poorten van de hel overweldigd is. Alle aanvallen, of die nu van binnenuit gekomen zijn of van buitenaf, de Kerk heeft ze allemaal weerstaan. Het is allemaal geen fantasie geen symbolisch gepraat. We kunnen zelf de directe lijn zien tussen de woorden van Jezus, wat er vandaag in Rome leeft en van daaruit over de hele wereld, tot hier bij ons, hier in deze kerk.

Jezus verkondigde Gods liefde tot aan de dood in het religieuze centrum van de wereld; Jerusalem. Maar zoals Hij zelf al zei: “Als Mij de mond gesnoerd wordt zullen de stenen spreken”. Petrus en Paulus verkondigden de liefde van God tot aan de dood in het politieke centrum van de wereld: Rome. Maar de poorten van de hel hebben hun werk niet overweldigd; Wij zelf, hier, zijn daarvan het levende bewijs. Amen.