Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

8 Januari 2022

Priester, profeet en koning. Doop van de Heer 2021

Het feest van de Doop van de Heer nodigt ons uit om eens stil te staan bij ons eigen doopsel. Hoewel weinigen van ons zullen weten wanneer we gedoopt zijn is die dag voor een christen eigenlijk belangrijker dan welke andere dag ook. Want op die dag werd je geënt op het leven van Christus. Met het doopsel werd je deelgenoot aan de relatie van de Zoon met God. Sinds die dag mag je God, “Je Vader” noemen. Op die dag ben je binnengeleid in een geheiligd leven en bestemd tot eeuwig leven. En zo, door het doopsel, geënt op Christus zelf, ben je ook één met Hem in Zijn drievoudige roeping; de roeping tot priester, profeet en koning.

Maar wat houdt het in om priester, profeet en koning te zijn? Eerst het priesterschap; wat of wie is een priester? In de Bijbel zie je dat de priester namens de mensen offers opdraagt aan God. En zo is een priester iemand die contact zoekt met God. Iemand die bidt, voor zichzelf, maar ook voor andere mensen. Als gedoopten zijn wij dus allemaal gezalfd tot het priesterschap. Tot het algemene priesterschap weliswaar, niet te verwarren met het gewijde priesterambt waarmee onze Kerk mensen speciaal heeft aangesteld om voor te gaan in het gebed en de Sacramenten toe te dienen. Priester zijn betekent allereerst dat je bidt. Dus daar ligt een vraag voor ieder van ons; ouders, katholieke ouders, bidt u regelmatig voor uw kinderen?  Neemt u het voor hen op bij God op een biddende manier? En kinderen? Bidden jullie wel eens voor je  ouders? Want ook jullie zijn priesters als je gedoopt bent. Echtgenoot bidt u voor uw vrouw, echtgenote bidt u voor uw man? Het is de priesterlijke taak die je bij het doopsel gekregen hebt. Gezinnen; bidt u voor de maaltijd? Thuis, en, altijd een beetje spannender, hoe doet u dat als u dineert in een restaurant? Ouders, bidt u een avondgebedje met de kinderen en zegent u hen voor het slapengaan. Zo’n mooi en teder priesterlijk gebaar. En tenslotte; gaat u naar de heilige mis op gezette tijden? “Ja”, zult u zeggen, “ik ben er toch?” Inderdaad u bent er, maar de eerlijkheid gebied te zeggen, dat nog maar een paar procent van de gedoopten zijn priesterlijke roeping waarmaakt in het belangrijkste gebed van de Kerk; daar waar je priesterschap het best tot uitdrukking komt. Hoezo daar dan? Zullen sommigen zich afvragen. De pastoor zorgt toch wel dat de Mis door gaat? Maar nee. Zo meteen, bij het klaarmaken van het altaar wordt ons gezamenlijke priesterschap heel mooi uitgedrukt in dat kleine zinnetje, dat velen wellicht ontgaat; “Bidt broeders en zusters dat mijn en uw offer aanvaard kan worden door God de almachtige Vader”. "Mijn en uw offer…..” Hij zegt niet “Mijn offer…”dat ik hier in mijn eentje opdraag, nee, “Mijn offer en dat van u, van alle gedoopten hier aanwezig”. Alle aanwezigen nemen deel aan dat offer van de priester en worden daarmee deelgenoot aan dat grote offer van Christus zelf, aan God. Zo is de collecte die eraan vooraf gaat ook niet zomaar een korte pauze om geld in te zamelen; het is een wezenlijk onderdeel van de mis. De offerande, omdat je daarin iets offert, iets weggeeft van jezelf in het belang van anderen. Het offer dat je brengt is een priesterlijke handeling. Dus als gedoopte ben je als eerste een priester.

Op de tweede plaats ben je gezalfd tot profeet. Wat is een profeet? Een profeet is iemand die namens God spreekt. Uit de Bijbel kennen we de grote namen; Mozes, Jesaja, Jeremia, Johannes en natuurlijk Jezus. En zoals we uit die Bijbelverhalen, en mogelijk ook uit eigen ervaring weten; Het is gevaarlijk werk om het woord van God te spreken, want het betekent nogal eens dat je tegen de wereldse stroming in moet gaan. Wie durft nog openlijk op te komen voor de visie van de katholieke Kerk ten aanzien van haar morele  standpunten? Hoe lang is het trouwens geleden dat u een boek las over God of christelijke spiritualiteit? Dat is niet alleen iets voor pastoors en theologen, alleen. Dat is iets voor ieder van ons. Je bent gedoopt om profeet te zijn, dus om het woord van God te spreken, maar dan moet je ook willen weten wat dat woord inhoudt. Elke gedoopte persoon immers moet op elk moment klaar staan om, zoals Petrus het in een van zijn brieven zo mooi zegt; “te getuigen van de hoop die in ons leeft”. Er zijn zoveel jonge mensen in onze omgeving die de weg kwijt zijn en met levensgrote vragen zitten. Natuurlijk kloppen ze niet allemaal bij ons aan, maar als ze dat wel doen, zijn wij dan in staat om een antwoord te geven waarmee ze verder komen? Als wij hier onze kleine kindjes dopen wordt er ook expliciet naar gevraagd; “Van u wordt verwacht, dat u uw kind opvoedt in het geloof. Bent u zich bewust van de taak, die u hiermee op u neemt?” Wij mogen dat niet afschuiven op scholen, catecheten en pastoors; De ouders zijn de eerste leraren van het geloof voor hun kinderen.

Tenslotte het koningschap. Een koning is iemand die regeert, die leiding geeft, die ordening aanbrengt. In spirituele zin betekent ons koningschap dat we onze mogelijkheden en gaven ordenen in de richting van God. De paus in Rome doet dat op zijn manier in het groot. Maar ouders handelen als koningen als ze zo richting aan de talenten van hun kinderen weten te geven dat ze hun roeping in het volk van God kunnen ontdekken. Zo ook voor onze houding bij het werk; “Hoe geef je zo richting aan de mogelijkheden die er zijn, dat ze opbouwend zijn voor het Rijk van God in de wereld?” Maar de eerste vorm van koningschap gaat eigenlijk over onszelf. In hoeverre zijn wij in staat om baas te zijn over onszelf. Hoe brengen wij ordening in ons eigen leven, met al onze hartstochten en impulsen? Want iemand die koning is over zichzelf zal ook beter in staat zijn om de koninklijke taak, die van het doopsel uitgaat, te vervullen.

Door ons doopsel zijn we een deel van Christus geworden, wij zijn geënt op Hem, wij werden christenen, “andere christussen”. Dat betekent gezalfden. Dat is een grote rijkdom maar tegelijk ook een grote verantwoordelijkheid. En alleen met de hulp van God zullen we daar op een goeie manier vorm aan kunnen geven. Laten we Hem dan steeds opnieuw bidden om die hulp. Amen.