Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

27 November 2023

Christus Koning van het heelal. 2023

Vandaag is de laatste dag van het kerkelijk jaar en op deze dag mogen we vieren dat Christus onze Koning is. Het feest is nog geen honderd jaar oud en dat is voor kerkelijke begrippen heel jong. Het werd ingesteld in 1925 door paus Pius de 11de naar aanleiding van de 1600 ste verjaardag van het Concilie van Nicea, maar misschien niet toevallig ook in de tijd dat Europa geteisterd werd door de opkomst van verschillende dictators. Iets in de zin van; “Nee, niet jullie, maar Christus is Koning”.

Kijken we eerst even naar de 1ste lezing. Het is een deel uit de profeet Ezechiël en dat was er een van gepeperde uitspraken. Daar had hij ook reden toe want hij was getuige van de catastrofale instorting van zijn volk, hetgeen in zijn ogen te wijten was, aan de slechte leiders die er waren. “Jullie zijn slechte herders”; zegt Ezechiël ergens. “Jullie hebben de schapen niet gevoed die je waren toevertrouwd, maar je eigen buik rond gegeten. Jullie hebben de vermiste schapen niet gezocht, de verdwaalden niet teruggehaald en de gewonde niet verbonden”. En hier in het stukje dat we vandaag lezen horen we God, door de mond van de profeet zeggen; “Ik zelf zal Mijn kudde zoeken, Ik zal zelf omzien naar Mijn schapen, het gewonde verbinden, het zieke kracht geven. Ik zelf zal ze laten weiden zoals het hoort”.

Hier kondigt God Zijn eigen komst aan in de wereld en het is ook daarom dat wij in Jezus niet de zoveelste profeet zien, maar God zelf. Jezus is, zoals Hij in het Evangelie van Johannes zegt; “de goede herder”. Jezus is de vervulling van de profetie van Ezechiël; God zelf is zo begaan met de mensheid dat Hij zelf naar beneden komt, om elk verloren schaap, om ieder van ons te zoeken. En het is geen laffe, bange herder, het is er niet eentje die ten koste van anderen zijn buik vult of zijn hachje redt. Deze herder is voor zijn schapen gestorven om voor eens en voorgoed het Koninklijke teken te stellen van God die groter is dan de dood. En daarom is Jezus Christus Koning boven alle koningen.

Toen ik de eerste keer hoorde dat Hij Koning van het Heelal genoemd werd dacht ik nog: “Nou, nou, is dat niet wat overdreven?” Maar God als Schepper is inderdaad Koning van het heelal. En niet alleen dat; in Zijn menswording in Christus heeft Hij een liefde betoond die nooit eerder te zien is geweest. Niet op aarde en niet in het heelal. Die liefde van Christus; onze Koning, mijn Koning, uw Koning die het voor ieder van ons persoonlijk heeft overgehad om te sterven, opdat wij zouden leven, die liefde  is op aarde nooit, en in het heelal nergens ge-evenaard! 

Ook onze tijd is er een van grote verwarring en dreiging van alle kanten en als u het mij vraagt heeft dat, net als in de tijd van Ezechiël veel te maken met het loslaten van de ene God. Want in dat loslaten van de ene God, verliezen wij elk gevoel voor richting. Er is geen waarheid meer. Wat ooit goddelijke waarheid was is vervangen door de eigen mening. En die eigen meningen zijn er zoveel dat je er gek van wordt. Dat zien we de laatste jaren ook bij de verkiezingen; zoveel partijen, zoveel zwevende kiezers die op het laatste moment, soms op vage gronden, hun stem uitbrengen.

Wat mogen wij ons dan gezegend weten met het Licht van Christus, onze herder, onze Koning waarvan we talloze keren zeggen tijdens het getijdengebed; “Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen”. Een baken van richting en geborgenheid voor diegenen die Hem mogen kennen.

Maar Hij is weg. Jezus is niet meer lijfelijk onder ons. En dan komen we bij het Evangelie uit. Zoals we weten heeft Jezus vóór Zijn hemelvaart mensen aangesteld die in Zijn Naam het goede herderschap op aarde moesten voortzetten; de apostelen, de bisschoppen, maar in hun voetspoor elke gedoopte christen. U en ik dus. U en ik zijn geroepen om deel te hebben aan dat goede herderschap van de Verrezen Heer. Hij vraagt ons om, net als Hij, onze eigen buik niet dik te eten, maar zorg te dragen voor onze naasten. Misschien is het goed om aan het eind van iedere dag jezelf dat eens af te vragen:  “Ben ik vandaag iemand tegengekomen bent die mij nodig had? En wat heb ik gedaan? Heb ik die gegeven wat hij of zij nodig had, of ben ik maar  gauw doorgelopen?” 

Eén van de eigenschappen van een Koning is ook dat Hij recht verschaft, dat Hij recht spreekt. En dat doet onze Koning ook; Hij zal een scheiding maken zoals een herder een scheiding maakt tussen bokken en schapen. Het klinkt misschien nogal dreigend, maar ik kan het niet mooier maken: “De onrechtvaardigen zullen heengaan naar de eeuwige straf” zegt Jezus, “en de rechtvaardigen naar het eeuwig leven”. Laten wij ons dus tot God keren of ons bekeren. Laten we in deze wereld, voor de tijd die ons gegeven is, deelnemen aan het goede herderschap van Jezus en waken over onze broeders en zusters. En laten we bidden dat we op Gods barmhartigheid mogen rekenen waar we als kleine mens toch tekort geschoten zijn. Maar bovenal; laten we vandaag ook gewoon blij zijn met het feit dat we Christus als Koning hebben.

 

Amen.