Geroepen. 11e zondag 2023
Is God nu werkelijk bij ons of niet? Dat is de vraag van de hele mensheid en van elke mens, bij tijd en wijle. Een vraag die regelmatig terugkomt, zeker als we te lijden hebben onder ziekte of dood, of als het leven op één of andere manier tegen zit. Want vaak, als je God het hardst denkt nodig te hebben, dan lijkt het alsof Hij er helemaal niet is. Die twijfel overviel het Godsvolk van het allereerste begin ook. Bevrijd uit Egypte, onder Gods machtige hand. -Want zo werd dat wel ervaren; dat God de hand had in hun bevrijding uit Egypte-. Maar als er dan iets tegenzat, ze kregen honger of dorst, dan waren ze God al weer gauw vergeten. Dan begonnen ze te mopperen tegen Mozes en te twijfelen aan Gods bedoelingen. Maar zo zegt de Heer; “Ik heb u op arendsvleugelen gedragen”, Dat wil zeggen dat Hij het volk leert vliegen zoals een arend dat zijn kuiken leert. Hij duwt het uit zijn nest, maar als het dreigt te vallen dan duikt hij er steeds weer onder, om het op te vangen. En vandaag horen we in de eerste lezing dat dit twijfelende volk de belofte draagt om een koninklijk en priesterlijk volk te zijn; als ze zich aan de geboden willen houden. Dat wil zeggen de Tien Geboden die ze snel daarna zullen ontvangen. Want vrij zijn ze nu. En door de Tien Geboden kunnen ze kiezen; leren vliegen en leven volgens het verbond met God, of te gronde gaan aan eigengereidheid.
En hierom is het joodse volk uitverkoren om draagster te worden van de Zoon van God; omdat het gekozen heeft voor de Tora, de Tien Geboden. Omdat het met vallen en opstaan is blijven luisteren naar de stem van de “Onuitsprekelijke”, zoals zij Hem noemen. Maar een uitverkoren, priesterlijk volk zijn, is geen belofte van rozengeur en maneschijn. Uitverkoren en priesterlijk zijn, dat betekent niet dat je kostje gekocht is. Natuurlijk, de ervaring van Gods aanwezigheid geeft je een enorme kracht, maar het geeft je tegelijkertijd ook een grote verantwoordelijkheid. Wéét hebben van die aanwezigheid van de Heer, dwingt je als het ware om van Hem te getuigen in woord en daad. Want het beste wat je in je leven overkomen is, dat gun je toch iedereen? Eenvoudig is dat niet, want zo’n getuigenis wordt ook vandaag niet overal in dank aangenomen.
En daar verschijnt Jezus in de mensengeschiedenis. Hij dwingt niemand om Hem te volgen, maar Hij geeft zelf het ultieme voorbeeld; “niet zozeer voor de rechtvaardigen, maar juist voor de zondaars geeft Hij zijn leven”, zo horen we in de tweede lezing. Hij geeft zijn leven, Hij maakt zich, hoewel Hij zo groot is als God, zo klein en nietig, dat je Hem zomaar kunt vertrappen. En dat is dan ook gebeurd. Jezus is vertrapt en vermoord. Maar niemand was er op bedacht dat het opruimen van Jezus een soort kernexplosie tot gevolg zou hebben. De Liefde die uit de overgave van Jezus is voortgevloeid, vervult ons vandaag nog steeds van een ontembare hoop. Als er al een godsbewijs te geven valt, dan is het deze Liefde waarmee Jezus zich aan ons gegeven heeft.
En gelukkig maar dat Hij een twaalftal leerlingen heeft aangewezen om Zijn aanwezigheid in de wereld te blijven verkondigen. Gelukkig maar dat de katholieke Kerk deze apostolische opvolging heeft gegarandeerd tot op de dag van vandaag. Gelukkig maar dat Jezus niet gewacht heeft tot Hij twaalf heiligen gevonden had, maar dat Hij het aandurfde met gewone, beperkte en zondige mensen. Gelukkig maar dat ook onze priesters niet bij voorbaat heilig moeten zijn, om recht van spreken te hebben. Immers als Jezus alleen met heiligen had kunnen werken, dan was Zijn werk meteen doodgebloed. Het gaat er voor een christen niet om om heilig te zijn, maar om het te willen zijn.
Maar laten we niet denken dat Jezus bij die arbeiders om te oogsten, alleen aan de priesters in de Rooms Katholieke Kerk gedacht heeft; allen die zich christen noemen, alle gedoopten zijn naar eigen maat en vermogen geroepen om de schapen die verloren lopen, hoop te bieden. Om te getuigen van Hem, die de leegte van al die innerlijk onrustig zoekende mensen verdrijven zal. “Ga naar de verloren schapen, verkondig dat God nabij is voor wie Hem zoeken wil en drijf de duivels weg uit onze wereld, die dat zo ontzettend hard nodig heeft”. Christelijke roeping is een geschenk èn een opdracht. Amen.