Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

Over de Kerk

Zaken die rechtstreeks over God, Jezus en de Kerk gaan

28 Maart 2020

Corona boven de Enige?

Met het coronavirus in haar midden staat ook de Kerk voor een uitdagende vraag: moeten wij tot in de uiterste consequenties buigen voor een virus, of uiteindelijk toch voor God? Wat is het belangrijkste: strijd om het - sowieso tijdelijke - aardse bestaan of overgave aan het eeuwige leven? Wat is genezing en waar vinden we die? Vinden wij genezing in medicijnen en medische voorschriften of in Christus? Natuurlijk: Jezus sprong ook niet van de toren om God op de proef te stellen. Roekeloosheid kan dan ook niet de boodschap zijn. Maar het is toch zeer merkwaardig te noemen dat onze bisschoppen nog “roomser blijken dan het rijk”. Dat degenen wiens taak het is vertrouwen te prediken en uit te stralen, nog voor de troepen uitlopen, op de vlucht voor het virus. (Zij zullen dat zeker zo niet bedoelen, maar dat is wel het effect). Zij verbieden religieuze samenkomsten, ook met in  acht name van alle wettelijke voorschriften. Het is een precair onderwerp. Wij kerkmensen dienen met het grootst mogelijke respect om te gaan met de zorgen en de angsten die andere mensen hebben. Dus wij dienen ons met grote zorg te houden aan de richtlijnen, ook al zijn we zelf misschien niet bang voor het virus, noch voor de dood. In dat kader lijkt het wel begrijpelijk dat de bisschoppen meer willen doen dan strikt noodzakelijk. Onlangs heb ik nog gepreekt dat wij ons niet alleen aan de wet, aan de regels moeten houden, maar dat we, als volgelingen van Christus, méér moeten doen dan het minimale.

"Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: "Een oog voor een oog en een tand voor een tand." En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: "Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten." En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars niet net zo? En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. "Er is gezegd: “Gij zult niet stelen”, maar ik zeg u… (Mattheüs 5)

Maar het “meer doen dan het minimale” is vooral een oproep om te leven in de geest van Christus, wat betekent: in de ogen van de wereld “vreemd zijn”, door gedrag dat gestoeld is op vertrouwen in God. Alleen vanuit dat gezichtspunt is de kruisdood van Christus begrijpelijk. Mensen die geen affiniteit hebben met de God van de Bijbel zullen elk vertrouwen op Hem en dus ook die kruisdood, volslagen zinloos en belachelijk noemen. Zij zullen het er ook absoluut niet mee eens zijn dat een Eucharistieviering, qua noodzakelijkheid, minstens gelijk staat aan het bezoek aan de supermarkt.

Natuurlijk is “geen Eucharistie meer vieren”, niet synoniem aan “het vertrouwen in God opzeggen”. Je kunt blijven geloven, ook al maak je gebruik van de dispensatie die de paus heeft gegeven voor de zondagsplicht. Maar andersom, elkaar de toenaderingsmogelijkheid tot God ontzeggen, dat is toch ook wat! En dan precies in deze tijd!

Ik denk dat we elkaar de ruimte moeten geven; letterlijk 1,5 a 2 meter.  Eigenlijk moeten we dus niet minder maar juist meer Eucharistievieringen aanbieden. Meerdere vieringen op een zondag omdat er vanwege het virus geen honderd mensen tegelijk in de kerk kunnen maar wel twintig of zo. Zij kunnen dan goed verspreid gaan zitten, hoeven elkaar niet aan te raken, krijgen  enkel de geestelijke Communie, maar worden wel gesterkt in hun relatie met de Enige. Dat, wat juist in crisistijden als deze, zo broodnodig is… En deze biddende kern kan zeker ook de lijdenden, de verzorgenden, de artsen de eenzamen en de helden onder Gods aandacht blijven brengen. Het laatste woord zal niet aan corona zijn. (Klik hier voor een mooi liedje)

2 Februari 2020

Verplicht celibaat: een kroonjuweel in de uitverkoop?

Door Joris Schröder, 28 januari 2020

Met de discussie over de verplichte koppeling tussen celibaat en priesterschap, laait de polarisatie binnen de Kerk hoog op; geëngageerde gelovigen staan plotseling tegenover elkaar. Wat is er in het geding? Een wijziging van de celibaatregel verandert de Kerk, betoogt mgr. Joris Schröder.
In de Westerse katholieke Kerk is voor mannen de keuze voor het celibaat een voorwaarde om tot priester gewijd te kunnen worden. Paus Gregorius VII (1085) heeft sterk getracht er een verplichting van te maken en mede als reactie op de opkomende Reformatie heeft het concilie van Trente (1563) ze definitief bevestigd. De koppeling tussen celibaat en priesterschap is er niet omdat het huwelijk minderwaardig is, wel om de bediening van kernsacramenten – eucharistie en vergeving – institutioneel aan de natuurlijke orde te onttrekken.

Niet van deze wereld

Deze sacramenten zijn volgens katholiek besef niet helemaal ván de wereld, ze zijn verbonden met offer en kruis, ze zijn verankerd in een levenswijze die de Onzichtbare en ene Heilige prioriteit geeft in dit aardse bestaan.

“Priesterschap vraagt de pijn niet je armen te slaan om één persoon, één gezin”

Het priesterschap is niet allereerst een functie, maar een levensstaat. Niet om aanzien te verwerven, wel als een onuitwisbare verwijzing tot in onze lichamelijkheid naar de kracht van de gekruisigde en verrezen Heer.

Vrij gekozen

Het vraagt, in de woorden van pater Harry van der Looij, de pijn niet je armen te slaan om één persoon, één gezin, maar deze open te houden naar de alomvattende liefde van God en de unieke verbondenheid met Jezus. Het is een herkenbare en vrij gekozen band – roeping – met het Koninkrijk, dat niet helemaal van deze wereld is. Van daaruit is het ook een existentiële beschikbaarheid voor de Kerk die heilig is, ondanks haar zondigheid – denk aan de misbruikschandalen van alle tijden. De Kerk behoort aan de Heer, zowel als Lichaam van Christus als ook als Volk van God

Eucharistie en biecht

In naam van Christus celebreert de priester het eucharistisch offer als Zijn levende en reële aanwezigheid, wat meer is dan louter verwijzing of als ‘maaltijd des Heren’. Daarbij vraagt Vaticanum II hem zo mogelijk dagelijks de Mis te celebreren en niet alleen functioneel, dus wanneer ‘er vraag naar is’.

“Het priesterschap is niet allereerst een functie, maar een levensstaat”

De priester mag in naam van Christus zonden die aan hem worden toevertrouwd vergeven. De eigenheid en diepte van deze sacramenten vragen om een maximale ‘gelijkvormigheid’. En hoewel de biecht in onze streken het nogal moeilijk heeft en predikanten ook hun ambtsgeheim kennen, geeft het biechtgeheim, waarbij de priester het gehoorde enkel en alleen met God mag delen, een extra dimensie aan zijn spiritueel vaderschap.

Krachtenspel

Is het celibaat hiervoor een noodzaak? Nee, het zou anders kunnen, zoals in de eerste eeuwen van de Kerk. Wenselijk lijkt het wél, want Gods Geest heeft door vele eeuwen heen deze verbondenheid laten groeien als een charisma – bijzondere gave – voor Kerk en wereld. Weerstand tegen de verplichte koppeling celibaat en priesterschap is er bij sommigen steeds geweest, vooral vanuit doorgeschoten Verlichtingsdenken en vanuit een bepaalde blik op het religieuze (klooster)leven als alternatief.

Viri probati

Viri probati tot priester wijden betekent: mannen van rijpere leeftijd, met beproefde huwelijkstrouw, kunnen na toetsing tot priester worden gewijd en bijgevolg de eucharistie bedienen. Op de achtergrond speelt een zorg. In afgelegen gebieden (zoals in het Amazone-regenwoud) en in sterk geseculariseerde streken (bijvoorbeeld West-Europa) is de eucharistie soms moeilijk beschikbaar.

“Is celibaat noodzakelijk? Nee, maar wel wenselijk”

Relaties, huwelijk en trouw hebben het in onze maatschappij niet gemakkelijk – om het woord crisis te vermijden. Over de ontkoppeling tussen priesterschap en verplicht celibaat spreken sommigen nogal luchtig; het lijkt de voor de hand liggende en gemakkelijkste weg. Een verandering in deze betekent evenwel dat de plaats van de priester maar ook de waardering voor sacramenten vanuit de katholieke traditie sterk onder druk zullen komen staan. Met gevolgen voor de hele katholieke Kerk. Iets wat velen beseffen, maar waar men zowel in Rome als elders veelal over zwijgt, om niet als stoorzender of conservatief beschouwd te worden.

‘Protestantiseren’

Onrechtvaardige verwarring? Gehuwde dominees en anglicaanse priesters die tot de Kerk toetreden, krijgen veelal toelating – met handhaving van hun huwelijksleven – tot het katholieke priesterschap. Ik acht dat een goed. Gehuwde katholieke mannen, die priester willen worden, krijgen die toelating niet. Ik acht dat juist.

“De kloof tussen sacrament en sacraliteit zal groeien door te morrelen aan het verplichte celibaat”

Indien viri probati tot priester gewijd zullen kunnen worden, zal dit waarschijnlijk geschieden via de weg van een synodaal besluit: het geldt, met pauselijke instemming, voor een specifieke regio van de katholieke Kerk. Maar is zo’n beperking realistisch in de tijd van wereldwijde communicatie? Een muur is dan geslecht, het tempelhek zal steeds meer gaten vertonen. Alle correcte oecumene ten spijt: de Catholica zal dan meer ‘protestantiseren’, iets waar Roger Schutz (+2005), prior van Taizé, decennia terug reeds voor waarschuwde. De kloof tussen sacrament en sacraliteit zal dan waarschijnlijk groeien.

Onbehagen

De erkenning van de viri probati zal bij velen euforie brengen: eindelijk wordt de priester ‘maatschappelijk geïntegreerd’ en daarmee een ‘normaal mens’. Bij anderen zal, door het loslaten van de band tussen de spiritualiteit van het celibaat en het kerkambtelijk priesterschap, het onbehagen groeien en mogelijk schismatieke proporties aannemen. De Kerk zou, naast de religieuzen, voortaan beschikken over twee typen priesters: sommigen meer functioneel en gehuwd, anderen meer monastiek en ongehuwd.
Allerlei nuances blijven hier buiten beschouwing. Prudentie, geloof en gebed om de werking van Gods Geest zijn dringend gewenst.

Mgr. Joris Schröder is emeritus vicaris-generaal van het Bisdom ’s-Hertogenbosch.

15 April 2019

Over waarheid en vrijheid

Over waarheid en vrijheid: uit een interview met kardinaal Sarah in het franse blad “Le Nef”.

De vraag

In de loop van de Europese geschiedenis zijn wij gegaan van een maatschappij waarin de groep belangrijker was dan de persoon (het holisme van de Middeleeuwen) – een maatschappijtype dat nog bestaat in Afrika of dat de islam blijft karakteriseren – naar een maatschappij waar de persoon zich geëmancipeerd heeft van de groep (individualisme). Men kan ook, een beetje schematisch, zeggen dat we van een maatschappij die beheerst werd door het zoeken naar de waarheid gegaan zijn naar een maatschappij die beheerst wordt door het zoeken naar de vrijheid. De Kerk zelf heeft haar eigen leer te aanzien van deze ontwikkeling verdiept in de verklaring van het recht op godsdienstvrijheid (Vaticanum II). Hoe ziet u de positie van de Kerk in deze ontwikkeling en kan men het juiste evenwicht vinden tussen de twee polen “waarheid” en “vrijheid”, gezien het feit dat wij misschien van het ene uiterste naar het andere zijn gegaan, terwijl het een bovendien het andere oproept?

Het antwoord

Het is niet juist te spreken van een “evenwicht” tussen de twee polen: waarheid en vrijheid. Deze manier van spreken veronderstelt immers dat deze werkelijkheden los van elkaar en tegenover elkaar staan. De vrijheid neigt wezenlijk naar het goede en het ware. De waarheid wil in vrijheid gekend en aanvaard worden. Een vrijheid die niet in zichzelf gericht is op, en geleid wordt door, de waarheid heeft geen zin. De dwaling heeft geen rechten. Vaticaan II heeft eraan herinnerd dat de waarheid zich slechts opdringt door de kracht van de waarheid zelf, en niet door dwang. Het heeft er ook aan herinnerd dat eerbied voor de persoon en zijn vrijheid ons op geen enkele wijze ongevoelig mag maken voor de waarheid en het goede. De Openbaring is het binnendringen van de waarheid in ons leven. Zij schrikt ons niet af. God respecteert in zijn zelfgave en in zijn openbaring de vrijheid die Hij zelf geschapen heeft. Ik geloof dat de tegenstelling tussen de waarheid en de vrijheid het gevolg is van een foutief idee van de menselijke waardigheid. De moderne mens verzelfstandigt de vrijheid, hij maakt haar absoluut, zodanig dat hij gelooft dat ze bedreigd wordt wanneer hij de waarheid aanvaardt. Toch is het aanvaarden van de waarheid de mooiste daad van vrijheid die de mens kan stellen. Ik geloof dat uw vraag laat zien dat de crisis van het Westerse geweten eigenlijk een geloofscrisis is. De Westerse mens is bang zijn vrijheid te verliezen als hij de gaven van het waarachtige geloof aanvaardt. Hij geeft er de voorkeur aan zichzelf op te sluiten in een vrijheid zonder inhoud. De geloofsdaad is de ontmoeting tussen vrijheid en waarheid. Daarom heb ik in het eerste hoofdstuk van mijn boek de nadruk gelegd op de geloofscrisis. Onze vrijheid is gemaakt om open te bloeien door ja te zeggen tegen de waarheid die geopenbaard wordt. Als de vrijheid nee zegt tegen God, verloochent zij zichzelf.

29 Maart 2019

Waarom God eren?

maart 2019

Dit artikeltje is in mij opgekomen naar aanleiding van een verblijf van een week in de abdij van St. Benedictusberg in Vaals en wat andere impressies. In officiële kerkelijke documenten kom je het woord “eredienst”  nog veelvuldig tegen maar uit de spreektaal is de term nagenoeg verdwenen. Hij is ouderwets gaan klinken en liever spreken wij van een viering, een gebedsdienst of een H. Mis. Een week meelevend met de monniken van St. Benedictusberg, ben ik zoetjesaan weer beter gaan voelen waar het eigenlijk om gaat. Niet het gezellige samenzijn, want dat is het zeker niet in eerste instantie, maar juist het feit dat je hier weer voelt dat God je werkelijk kan raken. Niet de hele week, maar soms een paar seconden. Ze zijn me meer waard dan welke exotische vakantie ook. 

Eigenlijk zijn we het toch een beetje aan het kwijtraken in onze Kerk. Het gevoel voor sacramentaliteit of de “vreze des Heren”. Dit weekend hoorden we nog de stem van God aan Mozes bij de brandende doornstruik; “Mozes doe je sandalen uit want de grond waarop je staat is heilig”. Voor mij is dit een betekenisvol gebeuren en ik probeer er ook altijd aan te denken als ik een Kerk binnenga waar de Godslamp brandt bij het tabernakel; “doe je sandalen uit want de grond waarop je staat is heilig”. Van harte ga ik dan ook door de knieën om God te eren. Waarom is dat zo belangrijk? Voor mij in elk geval is het van levensbelang dat ik meer en meer doordrongen raak van de Aanwezigheid van God in mijn leven. Dat gebeurt onder andere concreet door God te eren. Tijd en ruimte vrij te maken voor Hem, in het bidden van het getijdengebed, in het deelnemen aan de Eucharistie en aanbidding van het Heilig Sacrament. Maar het beste middel om God te eren is een stille retraite van meerdere dagen. Jezelf even afzonderen, de wereldse drukte relativeren en een paar dagen enkel gericht zijn op Hem.

Als ik erover nadenk is het eigenlijk een onbegrijpelijk proces. Voor buitenstaanders is het saai en nutteloos want zo ziet het er zeker ook wel uit. Zelf moet ik ook allerlei weerstanden overwinnen, vaak. Maar inmiddels weet ik zeker dat mijn inzet beloond wordt. Altijd overkomt mij dat gevoel van; “God is hier, God draagt mij, ik ben volkomen veilig”. Al gaat het, zoals ik al zei, maar over een paar seconden, of zelfs maar één flits.

Het is zo jammer dat dat element van “God eer brengen”, zijn plek in onze Kerk verliest. Veel tijd wordt volgepraat of vol gezongen. Het moet vooral begrijpelijk en mooi zijn allemaal. Wij (koor/voorgangers) moeten “het” vooral heel goed doen want dan gaan de mensen tevreden naar huis. En toch heb ik het gevoel dat daarmee voorbijgegaan wordt aan het allerbelangrijkste; dat God zelf ruimte krijgt om te spreken. Dat vraagt eerder hele stille aandacht dan een goede preek of een mooi lied. Dat vraagt een oefening in de “vreze des Heren”, door jezelf onder te dompelen in stille aanbidding, jezelf klein te maken ten opzichte van Hem die zo onvoorstelbaar groot is. Niet omdat Hij het nodig heeft, maar omdat het jou dichterbij je wezen brengt.