Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

17 Oktober 2020

Aan God geven wat Hem toekomt. 29ste zondag dhjr. 2020

Jes. 45,1.4-6, 1 Tess. 1,1-5b Mt. 22,15-21

Protestanten hebben een heel andere manier van preken dan wij, katholieken. Protestantse preken lijken doorgaans veel op een les of een hoorcollege, terwijl de bedoeling van een katholieke preek meer iets heeft van “verkondigend getuigen”. Bij ons is de preek slechts een aanvulling, een voorbereiding op de Eucharistie. Maar vandaag wil ik dus ook een beetje les geven. Geschiedenisles. In de eerste lezing gaat het over een zekere Cyrus die een merkwaardige titel krijgt; de gezalfde van God, of in het hebreeuws “de Messias”. En dat is heel vreemd, zeker als we weten dat deze Cyrus een heiden is, een ongelovige. Wat is er aan de hand? Zo’n 600 jaar voor Christus is het joodse volk gedeporteerd, zal ik maar zeggen, naar Babylonië of Perzië. Afgesneden van het voor de joden heilige Jerusalem met de Tempel; afgesneden dus van het centrum voor aanbidding van de ene ware God. In 538 voor Christus is koning Cyrus aan de macht in het Babylonische Rijk. Voor de joden moet het een mirakel geweest zijn, want deze koning laat de joden zomaar ineens terugkeren naar hun eigen land, naar Israël, en hij geeft ook nog eens de geroofde schatten van de Tempel mee terug. Een mirakel want zoals Jesaja schrijft over Cyrus; “Ik ben de Heer uw God. Ik omgord u -en gij kent Mij niet-”. In de ogen van de profeet dus, loopt de geschiedenis van God met mensen, ook langs mensen die God niet eens kennen! Iets vergelijkbaars zien we later als Jezus in gesprek is met de Samaritaanse vrouw, of als het over de Barmhartige Samaritaan gaat. Mensen van wie gezegd wordt dat ze God niet kennen, buitenstaanders, die wel degelijk een rol spelen in Zijn plannen. Hier dus wordt de heidense Cyrus, maar liefst “gezalfde van God” genoemd! Waarom moeten wij deze geschiedenis horen? Wat heeft het met ons te maken? De Amerikaanse bisschop Robert Barron, bij wie ik soms graag mijn licht mag opsteken, zegt dat ons geloof bedreigd wordt door twee principes; relativisme en tribalisme. Tegenwoordig hebben we het meeste last van relativisme want vandaag de dag krijgen wij van alle kanten te horen, dat het er niet toe doet welk geloof je aanhangt, omdat alle religies bij dezelfde God uitkomen, zij het langs een andere weg. Dus het maakt eigenlijk niet uit wat je gelooft. Het resultaat is dat veel mensen zijn gaan geloven wat hen zelf het beste uitkomt. De andere bedreiging is het tribalisme. Met alle “ismen” is iets mis, ook met het tribalisme. Tribalisme betekent dat er zo’n sterk gevoel van verbondenheid is, binnen een groep, zo’n overtuiging van eigen superioriteit, dat anderen uitgestoten worden. Tegen allebei die “ismen” heeft Jezus zich sterk verweerd.

“Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”, heeft Hij gezegd, en “Alleen door Mij heeft men toegang tot de Vader”. Hij zei niet: “Ik ben een weg”, maar “Ik ben de Weg”. Hij zei niet; “Ook door Mij heeft men toegang tot de Vader” maar “Alleen door Mij..”  Bepaald geen relativerende uitspraken. Anderzijds weten we uit de parabels die Jezus ons de laatste weken vertelt, hoezeer hij uitvaart tegen de Farizeeën, die zich met hun verheven gebedspraktijken en wetskennis, superieur voelen boven het gewone volk. Het is ook het  spanningsveld waarin wij zelf leven. Enerzijds mogen wij weten dat wij de ene, heilige, katholieke Kerk zijn. Wij mogen dat niet relativeren of afzwakken. Anderzijds mogen wij ons daarmee niet verheffen boven welke andere mens dan ook. Als wij, om het maar even zo te zeggen, “in het bezit zijn” van de kennis van de enige ware God, dan geeft dat ons niet het recht om daarmee uit de hoogte neer te kijken op anderen. In tegendeel; als wij durven te zeggen dat we God kennen, dan dienen wij ons daarnaar te gedragen! Dat wil zeggen; dan hebben we geen recht op verering, maar alleen een groter verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar en de hele mensheid. De enige Mens die met recht mocht zeggen dat Hij de ene ware God kent  en de Enige ook die van zichzelf mag zeggen dat Hij de Weg de Waarheid en het Leven is, die hangt daar. 

Het is een ongelofelijk spannend gebied; enerzijds de grandeur van de Eucharistie volledig erkennen, niets afdoen van de heilige Aanwezigheid van God onder ons, en anderzijds, ons daarmee niet opsluiten in hoogmoedige afstand tot ongelovige of zoekende mensen. Daar valt wellicht nog heel veel meer over te zeggen maar ik wil toch ook nog graag even naar dat prachtige Evangelie.  

Als u de Evangelies van de laatste weken gevolgd hebt dan weet u dat de spanning tussen de zelfgenoegzame Farizeeën en Jezus steeds verder is opgelopen. Ik moet dat “zelfgenoegzame” trouwens wel een beetje nuanceren, want ik denk dat de Farizeeën ook ècht dachten dat ze het geloof in de ene ware God moesten beschermen tegen Jezus met zijn “malle fratsen”. Deels snapten ze Hem gewoon niet, en deels snapten ze Hem juist heel goed, maar waren ze bang om van hun eigen ivoren toren te worden gestoten. Afijn. De Farizeeën denken nu een list te hebben om Jezus te vangen. Ze sturen Farizeese leerlingen op Hem af samen met Herodianen. Dan zit Jezus in de val. Want zegt Hij “Wel belasting betalen”, dan neemt Hij afstand van de ene ware God, die voor een gelovige de Enige is aan Wie wij iets schuldig zijn. Zegt Hij “Geen belasting betalen”, dan wordt hij door de aanhangers van Herodus gezien als een staatsgevaarlijke opruier. En dan is daar weer die sublieme reactie van Jezus, die wel van goddelijke oorsprong móét zijn: “Geef eens een belastingmunt?” Dat doen ze, en daarmee staan ze meteen zelf in hun hemd. Gelovige Joden vervloekten het Romeinse geld om meerdere redenen maar vooral ook omdat er een beeltenis op stond van de keizer die als een god vereerd werd. Officieel wilden zij daar niets mee te maken hebben, maar met het in bezit hebben en het tonen van die munt komt hun schijnheiligheid vol in het licht. “Dat beeld is van de keizer”, zegt Jezus, “geef dan aan de keizer wat van hem is”. …….“En God schiep de mens, naar Zijn beeld en gelijkenis”, hebben we in het Scheppingsverhaal gehoord. “Geef dat beeld van de keizer maar terug aan de keizer, maar geef het beeld van God, het beeld dat jij zelf bent, terug aan God”. Natuurlijk hebben wij te dealen met alle wederwaardigheden van deze wereld en moeten we allerlei vormen van belasting betalen; maar dat is allemaal bijzaak. Het belangrijkste is dat we God geven wat Hem toekomt; dat is onze ziel, dat is heel ons hart, heel ons leven waarmee wij Gods liefde in deze wereld handen en voeten mogen geven. Amen.

 

12 Oktober 2020

Overweging bij 25 jarig diaken-jubileum. (28ste zondag 2020)

Daar staan we dan met alles wat er over gebleven is van iets wat een groot feest had kunnen zijn. Een heleboel mensen hebben om begrijpelijke redenen afgezegd. Het koor, waarop wij ons erg verheugd hadden, dat ook nog speciaal mijn lievelingslied had ingestudeerd, moest op het laatste moment alsnog afhaken. Maar ja, eigenlijk is het ook maar een luxe-probleem. Er zijn zoveel ergere dingen. Bovendien, zoals in het Evangelie staat; het feest, het bruiloftsmaal, de Eucharistie, die gaat hoe dan ook door! En voor een goed verstaander is dat toch het allerbelangrijkste. Ik ben in elk geval blij dat u er wel bent en dat mr. van den Brand en mw. van den Berg muzikaal en vocaal redding brengen. Want geloof me, er zijn momenten geweest hier in deze kerk, dat ik mw. van den Berg heb horen zingen en dat ik aan een engel dacht. Heel blij ben ik ook met de aanwezigheid van mijn oud collega’s; diaken Henk van Thiel, kapelaan Herman Schaepman en pastoor of pére, moet je tegenwoordig zeggen; pére Theo van Osch. En naar pastoor Ponsioen zal ik zo maar even zwaaien want die zit achter de computer.   

Tja, wat zal je verder nou eens zeggen op zo’n dag als deze? We vieren mijn 25 jarig jubileum en dan zou het dus over mij moeten gaan. Velen van u hebben het artikel gelezen dat ik schreef over die 25 jaar, en daar hebt u kunnen zien dat de hoofdrol gespeeld wordt door mijn vrouw. Haar “schuld” is het, dat ik diaken ben geworden, want zij moest zo nodig trouwen voor de Kerk. Of misschien kun je ook zeggen dat het begonnen is bij mijn ouders. Zij hebben een zoon op de wereld gezet, die alsmaar vragen bleef stellen bij het leven. Eentje ook, die niet tevreden was met een half antwoord. Of zou het begonnen zijn bij mijn oudste zus, ons Nel, die de eerste stukjes van een antwoord heeft aangedragen. Wat ik maar zeggen wil; het is niet hier of daar begonnen. Het is overal begonnen. En zo is het ook niet –mijn ding- dat ik diaken geworden ben, het is -ons ding-. Beste mensen het is een feest, het jubileum ook wel, maar vooral het feit dat God ons gevonden heeft, dat God ons gedreven of geroepen heeft, en dat daarmee ons leven nooit meer doelloos is. Dat er in de kern geen angst meer bestaat, omdat de moeder van alle angsten, de angst voor de dood, overwonnen is. Want dat is toch het leven in de kern. Wij grijpen ons met alle macht vast aan het tijdelijke geluk, hier en nu, terwijl je zeker weet dat het ooit voorbij zal zijn. Maar geluk dus, daar gaat het wel om. Nu heeft God ons zo “geprogrammeerd”, zal ik maar zeggen, dat wij alleen gelukkig zijn als we de liefde kennen. En met liefde bedoel ik iets anders dan wat je in Shownieuws te zien krijgt of in de meeste films. God zelf is liefde. Uit liefde heeft Hij ons geschapen. Uit liefde voor ons is Hij mens geworden. En omdat wij maar niet wilden luisteren heeft Hij de hoogst mogelijke daad van liefde gesteld; Hij heeft zich voor ons dood laten martelen aan een kruis. Hoe had Hij ooit nòg meer liefde moeten betuigen? God heeft de Schepping gegeven, Hij heeft de richting naar het hoogste geluk aangeduid, en met een soort doodsschreeuw van Zijn Zoon heeft Hij ons gesmeekt; “Luistert dan toch!” Alles wat God meer zou doen, dan zo, uit liefde voor ons te sterven, zou neerkomen op dwang. En dwingen kan God niet en wil God niet omdat Hij met dwang de Liefde onmogelijk maakt en dus Zichzelf zou verloochenen. En zo is God er min of meer toe veroordeeld om ons alleen onzichtbaar nabij te kunnen zijn. Maar met alles wat God wèl heeft kunnen doen, roept Hij ons op, om te antwoorden met liefde. Nogmaals niet die snelle liefde, die meer op zelfbevrediging lijkt, maar een christelijke liefde, christelijk, op Christus gelijkend. Een liefde die erop gericht is de ander gelukkig te maken. Als wij ons op die Liefde willen richten, zullen we niet alleen tijdelijk, maar eeuwig gelukkig zijn; dat is de belofte.

Maar ja, eeuwig geluk, dat is natuurlijk ook nogal niet iets om te geloven vandaag de dag! En daarmee kom ik bij de volgende generatie uit. Want veel dank ben ik verschuldigd aan onze kinderen. Ons liefste bezit…..nou ja bezit, onze kinderen, zijn ons op een heel natuurlijke manier blijven uitdagen en bevragen. Dat was niet altijd leuk, maar wel altijd heel oprecht en zinvol. Van de week had ik er weer zo een; “Pappa jij zegt wel mooi in dat stuk van jou dat iedereen zijn eigen weg in geloof mag gaan, maar tegelijk zeg je dat er maar één manier is”. En dat klopt inderdaad allebei. God geeft ons volledige vrijheid om onze eigen weg te gaan. Maar tegelijk is er voor iedere mens uiteindelijk toch maar één weg. Eén persoonlijke en unieke weg die beantwoordt aan de roeping die jij van Godswege hebt. Dat wil dus zeker niet zeggen dat we allemaal hetzelfde moeten doen. Wat wel voor iedereen hetzelfde is, dat is het luisteren; eerlijk luisteren naar hoe God de mens bedoeld heeft. Maar de konsekwenties van dat luisteren, die zijn voor iedere mens volslagen uniek. Abraham Josjua Heschel, een joods filosoof, zegt het zo prachtig; “Jij bent uniek op de plek waar jij staat. Want wat jij in deze tijd en op jouw plek kunt doen, dat kan niemand anders in de hele mensengeschiedenis. Als jij dus niet doet wat jij kunt, dan zal het nooit gebeuren”.  Zo bijzonder is de roeping van ieder van ons!

Maar er is nòg iets wat ongelofelijk veel vreugde kan brengen; de Biecht. Want we willen het wel zo graag allemaal goed doen, en ik kan het misschien mooi vertellen, maar soms zijn we toch ook van die verschrikkelijke slapjanussen, angsthazen, luilakken  of egoïsten dat we gewoon een hekel aan onszelf beginnen te krijgen. En ook die hele last mogen we dan zomaar weer bij God neer kieperen! Natuurlijk niet met een houding van; “Zoek Jij het maar uit”, maar met de bede; “Lieve God ik ben van mezelf te slap, wilt U mij overeind helpen?” En gegarandeerd: dan is Hij er!

Mooi gesproken Pieter, maar vertel nou eens wat je eigenlijk bereikt hebt in die 25 jaar? Daar kan ik heel kort over zijn. Niets. Nada. In termen van de wereld heb ik helemaal niets bereikt. Ik kan tenminste geen twee mensen aanwijzen die dankzij mij bij God uitgekomen zijn, al kan ik evenmin uitsluiten dat er die wel zijn. Ondanks mijn goede bedoelingen lopen de kerken leeg waar ik bij sta. Maar dan kijk ik met een scheef oog naar Jezus en dan vraag ik Hem: “En jij dan Jezus, wat heb Jij bereikt”? “In de ogen van de wereld heb ik ook niets bereikt” zou Hij zeggen, “Ze hebben Mij hier aan dit kruis gespijkerd”. Voor het oog van de wereld was Hij een mislukkeling. Maar wat voor Jezus van onvergelijkbaar groter waarde was dan de waardering van de wereld, dat was en is de liefde van de Vader. Natuurlijk wil ik mijzelf in de verste verten niet meten met Jezus, maar de boodschap begrijp ik wel. Het allerbelangrijkste van het leven is niet wat je allemaal gepresteerd hebt, niet hoe de mensen over je denken, maar hoe je staat in je relatie tot God. Uiteindelijk zal Hij alleen, -God en niemand anders- bepalen, wat het leven van ieder van ons waard is geweest. In die ruimte mogen wij leven. In die ruimte betekent 25 jaar diakenschap helemaal niets maar toch ook weer heel veel. Mogen we allemaal leren dieper te luisteren naar Hem die ons roept, “Adam, mens, waar ben je?” om op te gaan in Zijn liefde, oftewel eeuwig te leven, vanuit het enige antwoord waar onze God recht op heeft; “Ja, hier ben ik”.   Amen.

 

 

 

 

 

 

3 Oktober 2020

Of “een pik” zich met abortus mag bemoeien.

Ik hoop niet dat  we mw. Saskia Noort hoeven te beschouwen als “influencer” want als haar mening de massa zou beïnvloeden, ware dat een bron van grote zorg. In haar column in het Brabants Dagblad van 3 oktober jl. betoogt zij dat “een pik zich niet met abortus moet bemoeien”. Dat dat ten ene malen onmogelijk is ontgaat haar kennelijk. Een “pik”, om maar in haar taalgebruik te blijven, is namelijk de oorzaak van abortus. En een onomstreden wet is dat je problemen bij de bron moet aanpakken. Als haar vooronderstelling klopt, dat je met iedereen moet kunnen neuken (weer haar taalgebruik) als je daar zin in hebt, dan heeft ze wel een punt waar het gaat om de verantwoordelijkheid ten aanzien van ongewenste zwangerschap. Dat vrouwen allerlei rotzooi moeten slikken om zich te allen tijde te kunnen aanbieden, dat zij, als het mis gaat met de ellende zitten en dat mannen maar aan kunnen klooien, dat is natuurlijk een onrechtvaardigheid van de eerste orde. In die zin heeft mw. Noort wel een punt; samen problemen veroorzaken, dan ook samen de verantwoordelijkheid nemen.

Verder betoogt zij dat abortus al zoveel jaar een recht is en dat er daarom niet aan getornd mag worden. Maar het feit dat iets al zolang bestaat betekent toch niet automatisch dat het goed is? De kerk bijvoorbeeld bestaat al 2000 jaar. Ik geloof niet dat mw. Noort dezelfde redenering op haar toe zal passen. Nee, abortus is een ramp. Voor het ongeboren kind, voor de vrouw die het moet ondergaan en voor de samenleving die zo’n duivels mechanisme in haar midden duldt. Ontelbare mensen nemen alle mogelijkheden te baat om zo gezond mogelijk te leven. Ze eten verantwoord, met vitaminen, vezels en weet ik wat al niet meer. Men probeert niet te veel te drinken, liefst niet te roken en zo min mogelijk medicijnen, giftige stoffen of kunstmatige middelen binnen te krijgen. Alleen als het om seks gaat dan lijkt al die zorg te vervallen. Dan verminken wij ons vrijwillig. Ja, natuurlijk, liefst zo min mogelijk, maar toch. Voor vrouwen hebben we de pil, voor mannen erectie bevorderend spul. Want het spel is heilig. Dat er voor een dergelijke onnatuurlijke manier van met elkaar en je eigen lichaam omgaan uiteindelijk een hoge prijs betaald moet worden, lijkt bijzaak.

Dus mw. Noort, wil ook eens kritisch kijken naar de vraag of alles wat lekker is ongelimiteerd geconsumeerd kan worden. Want daar zie ik u in uw column geen enkel vraagteken bij zetten.

 

29 September 2020

Als kind van God tegenover angst en vervreemding in deze tijd.

Angst en vervreemding tegenover een vernieuwde kijk op ons ‘gelovig kind van God’ zijn in onze tijd 27-09-2020 (Inleidend artikel parochieblad H. Willibrordusparochie Oss) 

Corona heeft veel te weeg gebracht en een van de gevolgen van de komst van deze ongewenste vreemdeling is dat heel veel activiteiten en handelingen in een ander licht zijn komen te staan. Ook persoonlijk verhoudingen zijn er door veranderd en dat is niet altijd prettig of gewenst. Moeilijk te begrijpen of ronduit lastig. De wereld zal niet meer het zelfde zijn na corona. Vraag is of er wel een ‘na-corona tijdperk’ zal zijn; ik vermoed dat het virus er altijd wel zal zijn in meerdere of mindere mate, gecontroleerd of ongecontroleerd. Afstand is er gegroeid, angst gezaaid en individualiteit gekweekt. Het virus heeft veel in verandering gebracht. Daartegenover staat dat wij als gelovige mensen steeds meer doordrongen worden van het feit dat ons geloof ons kracht en werkelijke steun geeft als we samen komen om te vieren, te delen en te leren. En dat wij God en elkaar nodig hebben om angst, eenzaamheid en lijden te dragen en te overwinnen. 

Heel wonderlijk dan ook hoe verschillende mensen en instanties op verschillende wijze met de aanwezigheid van het virus omgaan. De overheid reageert zoals een regering betaamt; verantwoordelijk omgaan met een pandemie en tegelijk rekening houden met het feit dat er een scheiding bestaat tussen staat en religie in ons land. Onze geestelijke leiders reageren echter op een wijze die toch minstens verwondering oproept. We zijn niet van het soort als de man die bij een overstroming op de nok van het dak in afwachting alle reddingsacties aan zich voorbij laat gaan en steeds roept ‘God zal wel voorzien’ om tenslotte te verdrinken omdat hij alle uitgestoken handen genegeerd heeft. Maar wij zijn toch ook niet van het soort dat de gezondheid boven het geloof in de genezende en helende kracht van Jezus Christus stelt. Voorzichtigheid ja, met verantwoordelijkheid, natuurlijk, maar sacramenten toedienen met pincetjes, wattenstaafjes gaat toch wel erg ver, pastoraat aan kwetsbare mensen zoveel mogelijk via telefoon of email afhandelen?  Waar is dan de zo nodige directe pastorale nabijheid en het geloof in God’s kracht en nabijheid? Als God’s liefde, Zijn zorg en genezende kracht gestalte moet krijgen dan zal dat met vertrouwen en geloof gepaard moeten gaan. Altijd, in alle tijden van crisis, rampen en epidemieën, heeft de Kerk en haar bedienaren sterk en krachtig gestaan naast de zieke, de zwakke, gekwetste mens. Dacht u dat moeder Theresa bang was om een of andere vreselijke ziekte op te lopen als ze een arme sloeber van de straat opgeraapt had, dacht u dat Peerke Donders met een pincet of een wattenstaafje Communie uitgereikt heeft of zieken gezalfd? Hebt u het verhaal van pater Damiaan de Veurster al eens gelezen of de film gezien?

De Communie hebben we vanwege corona uitgesteld en ook het Vormsel tot op een beter en gunstiger tijdstip. Zeer binnenkort beginnen we met een nieuw catecheseproject in een nieuwe opzet voor de hele parochie, waarbij we het hele gezin willen betrekken en waar wij als gelovige gemeenschap jong en oud onze banden met Christus opnieuw aanhalen, verdiepen en versterken, om zo sterk te staan in een wereld die steeds verder van God verwijderd raakt. Om ook een krachtig antwoord te geven aan het onzinnige inhumane proces van onze tijd waar het menselijk leven met willekeur naar de hand gezet wordt door zelfbeschikking en tegennatuurlijke processen, waarbij jonge mensen totaal verward raken over eigen identiteit en waarmee zij het doel van het leven totaal uit het oog verliezen. Waar we aan willen werken zijn goed verzorgde vieringen en gebedsmomenten, catechese voor jong en oud waar het plan van God met de mens helder wordt uitgelegd en geleerd en waar oprechte diaconale zorg voor  mensen dichtbij maar ook verder weg, Gods liefde en barmhartigheid laat zien en ervaren. Geen uitstel meer, corona heeft ons in verwarring en onzekerheid gebracht maar beheerst niet onze agenda we gaan een nieuw seizoen in met nieuwe moed, een engagement, met verdieping en bezinning, zodat we een krachtige gelovige, liefhebbende gemeenschap kunnen vormen die Christus opnieuw in onze wereld tot leven laat komen.

Ik vraag u met aandacht en zorg en gebed opnieuw te keren tot God en Zijn Kerk. Zegen en animo,  Pastoor Roland Kerssemakers