Vandaag wil ik het Evangelie voor zichzelf laten spreken want dat is duidelijk genoeg. Als wij vragen “Wat moeten wij doen?”, dan ligt voor ieder van ons het antwoord voor de hand. Geen grootse, wereldschokkende prestaties worden van ons gevraagd; maar alleen voor de hand liggende dingen; tevreden zijn met je soldij, als je teveel hebt aan kleding, voedsel of andere zaken; delen met wie niets heeft. En dan hebben we mooi de gelegenheid om de daad bij het woord te voegen. Want daar achter in de kerk staat geduldig de collectebus van de Adventsactie op ons te wachten; daar kunnen wij eventueel iets doen met wat we teveel hebben ten bate van de armen in Cordoba, Argentinië.
Nee, ik wilde het vandaag met u hebben over het thema van deze 3e Adventszondag; “Gaudete, verheugt u” en dan specifiek over de tweede lezing. De meesten van ons kunnen de lezingen onderhand dromen en dan bestaat het gevaar dat je niet echt meer luistert. Want daar staat iets heel merkwaardigs; ……verheugt u…ten alle tijden…. Niet alleen; “verheugt u”, maar “verheugt u ……ten alle tijden”… Ik denk niet dat je met zo’n boodschap aan moet komen, bij een tiener die voor de zevende keer gezakt is voor zijn rijexamen, of bij een smoorverliefde jongen of meisje, wiens verkering net is uitgegaan, of bij iemand die sinds kort weet dat hij ongeneeslijk ziek is of bij een moeder die haar kindje verloren heeft. En er zullen toch mensen zijn met soortgelijke ervaringen, die dat vandaag lezen; “Verheugt u ten alle tijden”. Misdadig toch om dat van die mensen te verlangen? En toch staat het er, en toch is het nog waar ook. Ergens anders horen we Jezus ook zoiets tegen; “Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt”. Hoe moet dat, met iemand die mij het bloed onder de nagels vandaan haalt? Een klein stukje antwoord vinden we één van de lezingen die ik nog wel eens bij een uitvaart wil gebruiken; daar staat; “….gij moogt niet bedroefd zijn, zoals die andere mensen die geen hoop hebben?” Natuurlijk mag ook een gelovige mens intens verdriet hebben om een geliefde die hem ontvallen is, maar……. niet op dezelfde manier......als die andere mensen die geen hoop hebben. Daar zit hem het verschil.
Er zijn de dagelijkse ups en downs in ons leven, die ons blij of droevig maken, we maken immers van alles mee. En een ongelovige heeft dan niets anders, dan die dagelijkse of wekelijkse ervaringen die zijn emoties heen en weer slingeren met het moment. Een ongelovig iemand, iemand die niet in contact staat met die stille, onverwoestbare Kracht die er altijd geweest is en er altijd zal zijn; Hem die wij God noemen, die wordt enkel gestuurd en bepaald door zijn eigen emoties. Maar een gelovige die heeft, naast de ups en downs, naast de grote of kleine verdrietjes in zijn leven, óók nog iets anders; hij leeft in een onderstroom van geborgenheid waarin hij of zij zich continue verheugen kan, wat er ook gebeurt. En mocht het verdriet soms zo groot zijn dat het hem te veel wordt, dan zal diegene zo snel mogelijk weer terugkeren naar de Bron, waar hij weet van heeft.
En hoe doe je dat, dan, terugkomen bij die bron, die rots, dat onveranderlijke vertrouwen, of welke naam je God ook wilt geven? ……Door te bidden. Door te bidden breng je dat kleine geïsoleerde, ik, dat heen en weer geslingerd wordt door emoties terug in contact met de stille, maar rotsvaste Aanwezigheid van God. En daarom kan Paulus zeggen; …verheugt u ten alle tijden… Niet dat je altijd met een onechte, vrolijke grimas moet gaan rondlopen, maar dat je, ondanks alles wat je overkomt, weet hebt van dat onverwoestbare fundament onder je leven; groter nog en sterker dan het allerergste; de dood.
En nu ik het hier over heb nog iets anders wat daar aan raakt. Velen van ons zullen weer druk bezig zijn met Kerstkaarten schrijven. Ik weet nog dat ik vroeger vond dat mijn moeder zich er gemakkelijk vanaf maakte met haar afkorting: ZK. ZN. Zalig Kerstfeest, Zalig Nieuwjaar. Maar wel twee keer zalig. Tegenwoordig hoor je dat niet veel meer; het is een gelukkig Kerstfeest en een spetterend Nieuwjaar. Maar dat woord Zalig, dat zijn we gaan vermijden. Dat vinden we oubollig en de mensen weten ook niet meer wat het betekent. Zelfs de Zaligsprekingen uit het Evangelie worden soms vertaald naar het, wat men noemt, eigentijdsere, “Gelukkig zij die…”enz. En dat terwijl in dat woord “Zalig” zo veel meer die diepere dimensie zit waar Paulus over spreekt; “verheugt u ten alle tijden in de Heer”. Een gelukkig Kerstfeest heb je, als je de lotto wint of als toevallig alles pays en vree is in je familie, als je met een hoop vrienden, gezellig kunt tafelen. Geen zorgen, lang leve de liefde, misschien wel bijna zoals in de reclame. Maar we weten dat daar ook zomaar ineens de klad in kan komen.
Als je iemand een Zalig Kerstfeest toewenst, dan wens je hem of haar toe dat hij of zij, wat er ook gebeurt, altijd de ervaring houdt dat God de rots is, de troost, de hoop, de steun, of wat iemand ook nodig heeft. Een thuiskomen, een thuis zijn in Hem, desnoods onder de meest moeilijke omstandigheden. Desnoods met de dood voor ogen. Dus zoals Paulus het zegt; “verheugt u in de Heer, ten alle tijden”.
Dus dat zou ik iedereen willen toewensen; geen gelukkig, maar echt een Zalig Kerstfeest. Amen.
Wij naderen het einde van het jaar. We hebben Allerheiligen en Allerzielen gevierd. Het wordt donker. Corona lijkt het leven opnieuw te verlammen, voor mij komt er dit jaar nog bij dat ik met pensioen ga. Kortom; allemaal zaken die ons confronteren met de eindigheid van het leven. En Jezus lijkt daar vandaag nog een schepje bovenop te doen met een soort dreigementen van een wereld die vergaat. Met wat –apocalyptisch- taalgebruik heet, lijkt Hij een hoop ellende aan te kondigen. De Apocalyps, vaak aangeduid met “het einde der tijden”, staat voor de deur. En er zijn nogal wat mensen die dat allemaal letterlijk nemen. Zo zou de coronacrisis één van de rampen zijn, die vooraf gaan aan dat komende einde. God weet dat, maar ik niet.
Maar als we even goed naar het Evangelie kijken dan moet ons toch iets heel vreemds opvallen. Jezus zegt niet dat de wereld ooit, een keer vergaat; Hij zegt “dit geslacht zal niet voorbij gaan totdat dit alle gebeurd is”. Dus als Hij toen letterlijk bedoeld zou hebben dat de wereld op het punt stond te vergaan, dan heeft Hij er voor één keer toch flink naast gezeten. Want de wereld is helemaal niet vergaan binnen dat ene geslacht, zelfs niet in duizend geslachten; of hoeveel zijn het er inmiddels? Maar het is bepaald niet eenvoudig om te begrijpen wat Jezus dan wel bedoelt met -wat er zal gebeuren voor dit geslacht voorbij gaat-. Het woord Apocalyps roept bij ons het einde der tijden op. Maar letterlijk betekent Apocalyps “ontsluiering”, ofwel zoals de titel van het laatste boek van de Bijbel ook zegt; Openbaring. Wat wordt er dan geopenbaard? Wat wordt er ontsluierd? Wat geopenbaard of ontsluierd wordt, dat is,- wie God is-. En daarom spreekt Jezus ook de waarheid, als Hij zegt dat nog tijdens Zijn generatie geopenbaard wordt wie God is; Hij is immers zelf degene die God openbaart. Wij moeten helemaal niet wachten op het einde der tijden voor de openbaring van God. God is voor ons geopenbaard, in Jezus Christus.
Als Jezus zegt dat de zon, de maan en de sterren van de hemel vallen dan moeten wij ons proberen in te leven wat zon, maan en sterren voor de mensen van die tijd betekenden; naast een heleboel andere dingen waren zij de belangrijkste middelen om richting te houden, om zich te oriënteren. Zon, maan en sterren waren toen, wat nu onze GPS is. Jezus zegt; er komt een tijd dat al die bekende richtingwijzers er niet meer toe doen. En de hemelse heerscharen? Dat waren in die tijd de veronderstelde bewakers van de ordening van leven en dood. En inderdaad; in leven, dood en verrijzenis van Jezus worden onze aardse principes helemaal op zijn kop gezet en krijgen wij een totaal nieuwe oriëntatiemogelijkheid. In de Verrijzenis wordt het principe van de dood ontkracht. De hemelse heerscharen in verwarring! En wij ook, want -dood was toch gewoon -dood-?
Laat ik voor mijzelf spreken dat dat alles toch het heerlijke van ons geloof is. In Christus te mogen zien dat dood misschien wel -niet dood- is. In Christus definitief richting vinden voor je leven terwijl je misschien nog wel minder weet waar je heen gaat dan van te voren. Want voordat je Christus leerde kennen maakte je zelf uit waar je heen ging; je volgde zon, maan en sterren, de richtingwijzers van deze wereld. Als je Christus hebt leren kennen is er maar één richting meer; achter Hem aan!
En natuurlijk; één keer komt er ook écht wel een einde aan alles, in elk geval aan het aardse leven van ieder van ons. Maar laten we ons voor dat moment troosten met de belofte van Jezus; -dat de Mensenzoon zijn engelen zal uitzenden, om zijn uitverkorenen te verzamelen-. Of beter gezegd eigenlijk; dat heeft Hij al gedaan! Naarmate wij ons Doopsel serieus nemen zijn wij al verzameld in Zijn Kerk, in Zijn Geest, in Zijn eeuwige leven en bovendien mogen wij ons zo meteen weer verenigen met Zijn heilige, verrezen Lichaam. Al kunnen we misschien niet alles begrijpen wat Jezus zegt; Hij liegt nooit! Amen.
In het Brabants Dagblad van 13 november werd gevraagd om te schrijven over de redenen om niet te laten vaccineren. Dit heb ik ingestuurd.
Waarom geen vaccinatie?
Beste heer van Houtert. U vraagt in de krant om genuanceerde verhalen over het weigeren van het corona-vaccin. Of het voldoende genuanceerd is, dat weet ik niet, maar ik doe mijn best.
Op de eerste plaats ben ik altijd al iemand die zoveel mogelijk afstand probeert te houden van wat voor soort medicijnen dan ook. Ik ben geen principiële vegetariër of zo maar ik vertrouw voor een belangrijk deel op de veerkracht van mijn eigen lichaam. Daarin ben ik twee keer bevestigd.
Als twintiger kreeg ik om de haverklap zware keelontsteking. Gevolgd door therapie met antibiotica. Tot mijn huisarts met het idee kwam om maar eens gewoon een keer door de ziekte heen te leven zonder iets. Ik ben inderdaad behoorlijk ziek geweest, maar heb daarna nooit meer keelontsteking gehad. Vijftien jaar geleden ben ik nog eens heel ziek geweest. Heel vreemde pijnen in mijn hele lichaam, koorts, helemaal niet meer slapen etc. Een week in het ziekenhuis gelegen, in quarantaine zelfs, omdat men mij verdacht van de Mexicaanse griep. Mijn leverfuncties waren fors gestoord maar men wist (nog) niet waardoor. Ik lag op een kamer met drie leverkanker patiënten. Eentje ging er dood waar ik bij lag. Ik hield al rekening met het feit dat ik ook afscheid van het leven zou moeten nemen. Maar na een week ging het heel langzaam weer de goeie kant op met mij. Dolgelukkig natuurlijk met de genezing. De oorzaak is eigenlijk nooit helder geworden maar de internist dacht vanaf het begin al aan een virus en dat heeft hij uiteindelijk maar volgehouden omdat er verder geen enkele ziekte of oorzaak gevonden kon worden. Ik nog blijer want dat betekende dat mijn lichaam de zaak zelf heeft opgelost. Ik had n.l. geen enkel medicijn of therapie gehad in het ziekenhuis, enkel een soort “bewaking”. Wel hebben ze daar ontdekt dat ik hoge bloeddruk had. Dus inmiddels slik ik een pilletje want ik heb geen zin in een hersenbloeding of zo. Ik geloof dus in de kracht van mijn eigen lichaam. Goed, gevarieerd eten, (ik ben gelukkig gek op fruit) voldoende bewegen en vooruit met de geit. Je maakt je pas zorgen als je je echt langer dan een week ziek voelt. De griepprik heb ik om bovenstaande redenen ook nooit genomen.
Nu naar het corona-vaccin. Allereerst wil ik kwijt dat het me enorm stoort hoe polariserend er over gesproken/geschreven wordt. Zoals vandaag ook uw collega weer; als je je niet laat vaccineren wordt je uitgescholden als egoïst. Ik laat me niet vaccineren maar ben geen egoïst. Ik laat me braaf testen als dat gevraagd wordt en houdt me zoveel mogelijk aan de andere afspraken, vooral als andere mensen die belangrijk schijnen te vinden. Maar ik wil er ook weer niet spastisch mee omgaan. Hoewel er veel onzeker is over de vaccins wordt door de main-stream gewoon gesteld; vaccineren is goed, niet vaccineren per definitie fout. Alsof er geen enkele vraag gesteld kan worden bij de uitwerking (vooral op langere termijn) van die vaccins.
Nou, nooit een griepprik gehad, dus bij het corona-vaccin stond ik ook niet te trappelen. Zoetjesaan werd mij duidelijk dat er ook wat haken en ogen aan de vaccins zitten, dus nog een stapje meer achteruit. Ik ken iemand die ik heel betrouwbaar acht en die ingevoerd is in de biochemie, die kan uitleggen wat de gevaarlijke, of nog onduidelijke kanten van de vaccins zijn. Ik kan dat allemaal niet navertellen, maar naast mijn “boerenverstand terughoudendheid”, is dat wel een aanvullende motivatie om nog maar even niet te vaccineren. Nog steeds sta ik niet op het standpunt; nooit een vaccin, maar meer “voorlopig nog even niet”.
Het baart mij vooral zorgen dat de gevolgen van de vaccins op langere termijn niet duidelijk zijn. Dat er toch wat gekke complicaties optreden, ook al zijn het er niet zoveel. Maar b.v. menstruatiestoornissen veroorzaakt door de vaccins; wat doet dat spul eigenlijk op gebieden waar het niks te zoeken heeft? Zorgwekkend vind ik de hele vaccinatiewals vooral nu hij ook over jongeren en in Amerika zelfs over kinderen dendert, met een angstaanjagende vanzelfsprekendheid. En dat terwijl het, ook in het officiële jargon, nog altijd “experimentele vaccins” zijn.
Nog een argument; ik heb de farmaceutische industrie altijd al met enig wantrouwen gevolgd. Miljarden worden er verdiend door enerzijds een medicijn uit te schrijven voor zoveel mogelijk mensen, met daarnaast nog weer eens tal van andere medicijnen tegen de bijwerkingen. En nu de doodsbange wereldbevolking “redden” met die vaccins! En zoals inmiddels blijkt; niet met één spuit, niet met twee spuiten en waarschijnlijk blijft het ook niet bij drie spuiten.
In het algemeen denk ik dat ons leven veel te veel gemedicaliseerd wordt. Gezondheid vinden we zo belangrijk, daar doen we alles voor en aan de lopende band worden er allerlei preventieve onderzoeksmethoden gelanceerd. We willen het allemaal hebben ook al zijn we nooit ziek. Stel eens dat niet op tijd ontdekt wordt dat je iets onder de leden hebt! En overal is wel een therapie of een pilletje voor. Waar eindigt die molen? En hoe kan dat op den duur allemaal betaald worden?
Tenslotte wil ik zeggen dat ik gelovig ben. Je kunt en je moet zo gezond mogelijk leven maar de grote beslissing wordt niet door jou genomen. Als je gegrepen wordt door deze of gene ziekte die tot de dood leidt, dan is dat zo. En inderdaad heeft God ons een verstand gegeven waarmee we ziekten zoveel mogelijk kunnen en moeten bestrijden, maar noch begin, noch einde hebben wij in eigen hand. Dus; doe zoveel mogelijk wat goed is voor je lijf, geniet van het leven zoals het je gegeven is maar accepteer ook dat er grenzen zijn aan de maakbaarheid ervan.
Inmiddels heb ik ook corona gehad. Wij allebei. Mijn vrouw die gevaccineerd is en ik, opgelopen op een feestje waar iedereen gevaccineerd was! Wij zijn er Godzijdank genadig vanaf gekomen. Bijkomend voordeel; ik heb nu de felbegeerde QR-code!
Tenslotte. Ik weet het oprecht niet. Natuurlijk denk ik het goede te doen, maar zeker weten doe ik dat niet. En dat is wat mij stoort; er zijn nogal wat mensen die het allemaal wel zeker schijnen te weten; voorstanders en tegenstanders. Maar ik weet het niet. Ik respecteer ook echt ieders eigen keuze maar zolang ik een vrije mens ben weiger ik in elk geval om iets in mijn lichaam te laten spuiten waarvan ik de werking en de noodzaak niet onomwonden bewezen zie. Misschien krijg ik daar ooit spijt van maar daarmee ben ik geen egoïst.
Pieter Raaijmakers, Zeeland.
Vandaag vormen de eerste lezing en het Evangelie een soort tandem. Twee totaal verschillende verhalen, maar wel met dezelfde strekking; “Wat is het belangrijkste bezit voor een mens?” Allereerst komt koning Salomon aan het woord. Deze koning, die in het Oude Testament wordt omschreven als de rijkste koning van de hele Bijbelse geschiedenis, deze koning stelt dat heel die rijkdom niets is, vergeleken met het hebben van -de wijsheid-. En de wijsheid waarover de heilige Schrift spreekt, dat is niet een of andere vorm van geleerdheid, niet per sé voor de bollebozen of de wetenschappers; in de Bijbel heet iemand wijs, als hij of zij de wereld weet te zien en te beoordelen vanuit Gods bedoelingen; vanuit het perspectief van God. Want voor een gelovige is God almachtig en oneindig groot. En een wijs iemand, iemand die Gods bedoelingen kent, deelt als het ware in de grootheid van God. En dat, zegt de rijke koning Salomon, dat overstijgt alles wat voor ons tijdelijke aardse leven zo belangrijk schijnt. Wijsheid dus; weten wat God met ons wil, dat is het belangrijkste wat er is.
En dan komt de rijke jongeling ten tonele. Jezus heeft kennelijk al naam gemaakt in de omgeving, want de mensen komen op Hem af, met de grootst mogelijke vragen. Ze zien Jezus duidelijk als een wijze. “Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?” Het is, met andere woorden, ongeveer dezelfde vraag die we eerder al stelden; “Wat is het belangrijkste bezit voor een mens?” En dan volgen eerst de basale regels zoals die gelden vanuit de Tien Geboden. Goed doen, niet doden, niet stelen enzovoorts. Het zijn de gewone dingen die wij zelf ook wel begrijpen en waar de meesten van ons zich ook wel aan proberen te houden. Ook de rijke jongeling kan met de hand op het hart zeggen dat hij de Tien Geboden heeft onderhouden. Maar dan komt de grote schok; Jezus kijkt de jongeman liefdevol aan want Hij heeft met hem te doen. “Ga verkopen wat je bezit, geef het de armen en kom dan terug om Mij te volgen”. Het is een dramatisch moment in het Evangelie, want hier wordt het akelig stil. “De rijke jongeling slaat de blik neer en gaat heen”. Verder horen we niets meer van hem. Jezus richt zich tot zijn leerlingen die ook flink geschrokken zijn, en tot ons. Hij doet er nog een schepje bovenop; “Ja, voor een rijke is het moeilijker om in het Rijk van God te komen dan voor een kameel door het oog van een naald te gaan”. “Pffff….. Wie van ons kan dan gered worden?”: dat zouden we ook aan elkaar kunnen vragen?
Als we dit alles serieus nemen, en dat moeten we zeker wel doen, dan zouden we er een zwaar hoofd van kunnen krijgen en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Althans, het is niet de bedoeling van Jezus, dat we er een zwaar hoofd van krijgen. De bedoeling van Jezus is dat we tot bekering, tot omkeer, komen. En die bedoeling klinkt mee in het woord waarmee Hij afsluit; “Voor God is alles mogelijk”. Dat is de kern van de hele boodschap; God is de alpha en de omega, het begin en het einde, het alles en het niets. Niet jij maakt je leven, met of zonder rijkdom; je krijgt het van Hem.
Het Evangelie van vandaag kan voor velen een harde les lijken. Voor de jongeling was de les kennelijk te hard. Hij vergat zijn vraag naar het eeuwige leven en keerde ontdaan terug naar zijn bezittingen. Hoe is dat voor ons? Keren wij straks ook ontdaan terug naar ons bezit, of durven we ons te laten raken? Wij moeten daarbij niet de fout maken om dit Evangelie te lezen als een simpele aanklacht tegen iedereen die rijk is, want de rijkdom zelf is niet het probleem. Het is de manier waarop je ermee om gaat. De goede manier is dat je er, om te beginnen, dankbaar voor bent. Dat je beseft dat je het gekregen hebt van de Gever van alle goeds, dat je er goede dingen mee doet en dat je anderen laat delen in je rijkdom. De slechte manier, en dat is de manier waartoe velen vandaag helaas vervallen, de slechte manier is, dat je slaaf wordt van je bezittingen. Als je niet kunt geloven dat God jouw leven draagt, dat Hij je het eeuwige leven zal geven, dan is het logische gevolg dat je zelf dat eeuwige leven probeert te maken; hier en nu. Maar daar heb je dan wel ontzettend veel geld voor nodig. Want zelf een paradijs bouwen? Nou, dat kost wat. Hoeveel huwelijken zijn er niet op de klippen gelopen door dit principe? Manlief, met maar één doel voor ogen; “Zoveel mogelijk geld verdienen, voor het grootst mogelijke huis, met de duurste auto en de meest exotische vakanties, of wat voor andere hebbe-dingen dan ook’. In de zestiger jaren had Conny van den Bosch hier al een prachtig liedje over dat altijd in mijn hoofd is blijven zitten;
“Een paleis met gouden muren, dat wordt nog ooit mijn huis, koningin van alle buren, maar de koning is nooit thuis”.
Zo gaat het hier in één van de rijkste gebieden van de wereld die God vergeten is; er is altijd geld te weinig! Te weinig geld voor gezondheidszorg, te weinig geld voor verslavingszorg, te weinig voor politie, te weinig voor onderwijs, te weinig voor de jeugdhulpverlening, te weinig voor kinderopvang, te weinig voor de bouw, te weinig voor de energietransitie, te weinig…..eigenlijk voor alles. En de koning en de koningin zijn nooit meer thuis.
Loskomen van je zorgelijke bezitsdrang, meer vertrouwen op God, dat Hij je, op Zijn tijd, zal geven wat je nodig hebt. Dat is de boodschap die we vandaag mogen meenemen. Overgave aan God. Hij is altijd thuis….en het kost niets. Amen.