Jeremia 17, 5-8 1, Kor. 15, 12.16-20, Lc. 6,17.20-26
Vandaag wil ik me voor een keer eens concentreren op de Eerste Lezing. Aan het woord is daar de profeet Jeremia, die wel bekend is om zijn gepeperde uitspraken en ook vandaag horen we er zo-een. “Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt….” Dat zal bij veel mensen toch in de oren klinken als een heel negatieve en wantrouwende kijk op mensen. De kern van het hele boek Jeremia, is de strijd die hij voert tegen afgoderij. Jeremia strijdt tegen alles wat afbreuk doet aan God, die te allen tijde op de eerste plaats moet staan, in ieders mensenleven. Jeremia gaat, op de voor hem kenmerkende manier, tekeer tegen de afgodsbeelden die hij in zijn omgeving tegenkomt. “Want” zegt Jeremia, “ze roepen de toorn van God op”.
Inderdaad. God heeft het zelf gezegd in de Tien Geboden; “Gij zult geen andere goden hebben ten koste van Mij. Gij zult geen godenbeelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde. Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen en hun geen goddelijke eer bewijzen want ik de Heer uw God ben een jaloerse God……….”. En zo zien we dat de felheid en de passie in de woorden van Jeremia, wel degelijk terug te voeren zijn op de felheid van God zelf. Waar gaat dit allemaal over? Waarom is God jaloers? Waarom mag Hij alléén aanbeden worden en niemand anders? Zou God dan enige bevestiging nodig hebben voor Zichzelf? Nee, natuurlijk niet! Het aanbidden van de Ene God is niet in het belang van God, maar het is in het belang van onszelf; om in volledige vrijheid te kunnen leven. Alles wat wij anders aanbidden dan God, maakt ons in zekere zin afhankelijk daarvan. Dat kan een lichte afhankelijkheid zijn, tot aan een verstikkende verslaving toe. Alles wat je aanbidt kan je tot een gevangene maken... De enige aanbidding die niet tot gevangenschap kan leiden is de aanbidding van de Ene ware, onzichtbare, ongrijpbare God.
Als je je vrouw of je man meer aanbidt dan God, dan loop je het gevaar door die man of vrouw bezeten te worden. Als je geld belangrijker vindt dan God, dan loop je de kans om bezeten te worden door dat geld. Als je gezondheid belangrijker vindt dan God, dan loop je de kans een angsthaas te worden, want dood ga je zeker een keer. Als je jezelf belangrijker vindt dan God, raak je tenslotte opgesloten in jezelf. God verzet zich, bij monde van de profeet Jeremia, zo fel tegen al onze afgodsbeelden omdat ze ons afhouden van wie we werkelijk zijn; vrije mensen naar het beeld van God.
Wat Jezus doet in het Evangelie is eigenlijk niets anders dan de woorden van Jeremia herhalen in een andere context. Ook Jezus zegt; “Laat je niet gevangen nemen, door de rijkdom van deze wereld, door de publieke opinie, door zorgen om van alles en nog wat’, maar stel je vertrouwen op God. Eeuwig leven bij Hem is belangrijker dan snel scoren in deze, tijdelijke wereld. Wat ook weer niet misverstaan mag worden. Niet dat dit leven er niet toe doet. Zoiets van: “Dan maar vlug wegwezen hier”. Dan ga je weer niet in op Gods wil, dan trek je nog je eigen plan. Want God heeft jou/mij zo gewild, in dit leven tot Zijn tijd gekomen is. Eeuwig leven begint vandaag naar de mate waarin wij meer of minder vertrouwen op God.
“Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt, die bouwt op een schepsel en zich afkeert van de Heer. Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt en zich veilig weet bij Hem”.
Laten wij proberen onze afgodjes te ontmaskeren en Hem alleen eren en dienen. Nogmaals, niet omdat God het nodig heeft, maar omdat het ons eigen leven mooier kan maken.
Amen.
ﬡ
Hierboven staat de eerste letter van het hebreeuwse alfabet. Het schrift waaruit bv. het scheppingsverhaal bestaat. Hebreeuwse letters hebben tegelijk een letterbetekenis, een cijferbetekenis, een beeld en een naam. De letterbetekenis is moeilijk aan te geven. Het is een medeklinker (hebreeuws schrift kent alleen medeklinkers). Maar zeg voor het gemak maar even dat het de letter “A” is. Als cijferbetekenis heeft de eerste letter natuurlijk als waarde 1. Wie of wat is één? Alleen God is EEN! Dus de eerste letter, is de letter voor God. En omdat over God rechtstreeks niets te zeggen valt, begint de Bijbel niet met die 1ste letter, maar met de 2e letter van het hebreeuwse alfabet, de beth, de "B", die natuurlijk als cijferwaarde ook 2 heeft. En dat gaat toevallig (?) over twee scheppingsverhalen die spreken over de "twee-heid"; licht en donker, hemel en aarde, land en zee, man en vrouw......
De volledig uitgeschreven naam van de letter is AL(e)F, waarvan de cijferwaarde is 1 + 30 + 80 = 111; Drie keer Een! Het kan geen verwijzing zijn naar de Heilige Drie-eenheid want daar sprak men toen zo nog niet over, maar het is natuurlijk wel grappig c.q. frappant.
De naam van de mens is als volgt geschreven AD(a)M. Haal je van het woord voor “mens” de eerste letter, de Godsletter, af, dan houd je D(a)M over, hetgeen “bloed” betekent!?.
Er is nog heel veel meer met die eerste letter aan de hand maar dan zou je er een serieuze studie van moeten maken. Mijn bedoeling is alleen om aan te geven dat het scheppingsverhaal nog veel wonderlijker is dan dat de nederlandse vertaling laat zien.
Een van de veelgehoorde argumenten waarmee mensen “geloof” afzweren, is, dat het de oorzaak is van veel oorlogen. En dat is ook zo. Geloof is oorzaak van alles. Alles wat ons motiveert, alles wat ons in beweging zet, dus ook alles wat tot oorlog aanzet, wordt veroorzaakt door “geloof”. De vraag is daarbij natuurlijk “Welk geloof?” Je hebt het spontane geloof van alle mensen (die zich eventueel atheïst noemen) en de institutionele vormen die wij er van kennen. Ik noem even de drie grootste: Islam, Jodendom en Christendom. En ik zal niet ontkennen dat de Tien Geboden, die door alledrie erkend worden, vaak door mensen geschonden worden. Bijvoorbeeld; “Gij zult de Naam van God niet lichtvaardig gebruiken.” Hoeveel oorlogen zijn er inderdaad niet gevoerd “in Naam van God”, terwijl Hij er waarschijnlijk niets mee te maken wil hebben? En dan heb ik het nog niet gehad over “Gij zult niet doden”. Maar als we het over “schending” hebben, dan gaat het over -wat mensen ermee doen- en daar kun je “het geloof” niet op aanwijzen. De Tien Geboden zijn voortgekomen uit een “institutionele” religie maar bedoelen toch echt een wereld in te richten die vrede voor alle mensen impliceert. Maar een wereld van vrede voor alle mensen betekent natuurlijk niet dat iedereen zomaar kan doen en laten wat hij of zij wil.
Ik ben natuurlijk geen geleerde op het gebied van de macro-sociologie, maar mij lijkt dat het geweld tussen de volkeren een kwestie is van een heel ander soort geloof. Het geloof in macht en noodzaak te overleven, ofwel geloof in geld. Ten diepste komt het neer op geloof in zelfbehoud.
De vraag is dus niet of het geloof oorlog veroorzaakt, maar welk geloof ons van oorlog af kan houden. Persoonlijk kan ik daar niet anders op antwoorden dan met het geloof in de mensgeworden God; Jezus Christus.
Jesaja 6, 1-2a.3-8, 1 Kor.15, 1-11, Lucas 5, 1-11
Alle drie de lezingen van vandaag hebben “roeping” als thema, en in de eerste lezing en het Evangelie zijn heel duidelijk drie fasen te onderscheiden. Er is een overrompelende Godservaring, er is het besef van –niet waardig zijn aan zoiets groots deel te hebben- en tenslotte is er de zending; het op weg gaan met een opdracht. Het visioen van Jesaja uit de eerste lezing, is voor ons natuurlijk wel een heel vreemd beeld, met die serafs met zes vleugels en gloeiende kolen. Daarvan zal de betekenis aan ons voorbij gaan. Maar samenvattend heeft Jesaja inderdaad een sterke Godservaring. Vervolgens roept hij “Wee mij ik ben verloren”. Daarmee erkent hij zijn kleinheid en zondigheid tegenover God, en wellicht juist door dat besef vergeeft God hem. Vervolgens durft Jesaja te antwoorden op de roep van God; “Hier ben ik, zend mij!”
Dezelfde lijn vind je in het Evangelie; Petrus schrikt zich een hoedje nadat ze, op het woord van Jezus, zoveel vissen vangen dat ze ze amper kunnen bergen. Hij weet; “dit is niet normaal, dit is Gods werk”, en hij gaat op de knieen. “Heer ga bij mij weg want ik ben een zondig mens”. Maar deze schuldbekentenis betekent voor Jezus al meteen dat hij bij Petrus aan het goede adres is, want iemand die zijn plaats kent ten opzichte van God, die is te vertrouwen. “Wees niet bevreesd voortaan zult ge mensen vangen”.Ze laten alles achter en volgen Hem. Later zal Petrus het fundament van de Kerk vormen.
Misschien nog even wat over dat “mensen vangen”, dat voor ons misschien toch wat onsympathiek overkomt, want het is gewoon een probleem van de vertaling. Natuurlijk wordt hier niet bedoeld dat we mensen, tegen hun zin, in de netten van de Kerk moeten zien te vangen. Hier wordt veel meer bedoeld; opvangen, redden uit de diepe, beangstigende zee, die onze wereld voor veel mensen is.
Dat gaat dus over Petrus en Jesaja en Paulus, allemaal heel lang geleden. Hebben wij hier ook nog iets mee van doen? Hebben wij ooit serafs gezien of wonderbaarlijke visvangsten? Met andere woorden; Hebben wij ooit een Godservaring? Wellicht wel, misschien niet zo spectaculair, maar toch zal zeker iemand van u wel kunnen vertellen wat er op zijn of haar levensweg gebeurd is dat je een Godservaring zou willen noemen. Ik in elk geval wel. Het is eigenlijk een heel lang verhaal, maar ik zal het heel kort vertellen.
Rond mijn 25ste zat ik in een existentiële crisis. Wie ben ik? Wat moet ik? Waarvoor doe ik het allemaal en wat heeft het voor zin? Er was die dag veel gebeurd waardoor ik mij afgewezen voelde door de collega’s op mijn werk en ik had van mijzelf ook al niet zo’n hoge pet op, dus ik zat er helemaal doorheen. Terwijl de tranen langs mijn wangen liepen, startte ik mijn auto om naar huis te gaan en het cassettebandje dat nog opstond sloeg meteen aan. En meteen begon ene Peter Schneider keihard te zingen; “I’ ll never let you go, cause I love you so”, “Ik laat je nooit los, want Ik hou van je”. Helemaal niet zo’n vreemde zaak want alle liefdesliedjes gaan erover, maar het sloeg die dag bij mij in als een bom. Voor mij was dit de stem van God, die precies op het juiste moment kwam. En het heeft mijn hele leven veranderd. Waar ik eerst geen gezin aandurfde, heb ik nu vier kinderen. En het voorval heeft mij ook in de richting van het diakenschap gestuurd.
Vanaf dat moment weet ik het zeker; “Ik hoef nergens meer bang voor te zijn, want als ik ooit nog eens in zo’n situatie van totale verlatenheid terecht zal komen, dan zal Hij daar ook weer zijn”. Maar ja, dat is mijn verhaal. Ik hoop dat ieder van u zoiets zijn of haar eigen leven herkent, een gebeurtenis waardoor je niet alleen hoort spreken over God, maar dat je ook ervaart, dat je ook voelt, dat Hij werkelijk Iemand voor je is. En als je dat eenmaal gevoeld hebt, dan wordt je vanzelf gezonden. Dan wil je dat Godsvertrouwen delen met alle mensen die je lief zijn. Dat dat dan weer niet meevalt, is vers twee, maar dat neemt het eerste toch nooit meer weg. Als je eenmaal geraakt bent, dan laat je alles achter om Hem te volgen. Dat hoeft natuurlijk niet letterlijk, je kunt je ook innerlijk vrij maken en Hem volgen.
Amen.