Soms is het een beproeving om te moeten preken, soms is het een feest. Vandaag is het een beetje feest voor mij, want de lezingen bieden zoveel aanknopingspunten dat ik haast niet weet waar te beginnen. En het mag maar zeven minuten duren! Allereerst móét je vandaag, maar ook de laatste weken al, getroffen worden, door de sublieme antwoord van Jezus, aan iedereen die Hem probeert klem te zetten.
Vorige week kwam Hij met de parabel van de verloren zoon, als antwoord op het verwijt, dat Jezus aan tafel zat met zondaars. Vandaag vindt Hij het beste antwoord dat maar te geven valt, op de vraag of de overspelige vrouw gestenigd zou moeten worden, zoals de joodse wet, die toch ook voor Jezus heilig is, voorschrijft. De vorige zondag, de vierde zondag van de veertigdagentijd heet zondag laetare: “verheugt u”. Deze zondag is zo mogelijk nog vreugdevoller, tenminste als je naar de inhoud van de lezingen kijkt. “Denk niet aan het verleden en sla geen acht op wat reeds lang voorbij is”, horen we in de eerste lezing. En Paulus in de tweede: “Ik vergeet wat achter me ligt, en ik reik naar wat voor me ligt”. En Jezus in het Evangelie: “Ook ik veroordeel u niet, ga heen, en zondig van nu af niet meer”. Eén en al gerichtheid op toekomst. Eén grote beweging van bevrijding, één grote uitnodiging om vandaag helemaal opnieuw te beginnen. Wat je ook meedraagt uit het verleden, “vandaag is de eerste dag van de rest van je leven”.
Laten we toch vooral het Evangelie wat beter aankijken, want het is een juweeltje. Misschien moeten we eerst even door onze spontane afschuw heen van het element van die steniging. Want, wij mensen van de 21ste eeuw vinden steniging sowieso een verwerpelijke, barbaarse daad. Maar dat is niet de reactie van Jezus. Overspel mag tegenwoordig steeds gewoner en zelfs aangemoedigd worden - door websites als “second-love” - in de kern was, is en blijft het een zeer ernstige, gemeenschaps-ontwrichtende zaak. Jezus ontkent dat niet. Jezus laat, mét Mozes, overeind dat overspel een zeer ernstige zaak is maar - en dan komt het sublieme van zijn optreden - “Wie moet het oordeel ten uitvoer brengen?” Wie is er zo zonder zonden en zo zuiver in zijn eigen geweten, dat hij of zij gerechtigd zou kunnen zijn, om een steen te gooien? Wie kan vanuit een oprecht hart beweren dat diezelfde steen niet ook voor hem of haar zelf bestemd zou moeten zijn? Oké, wij zullen dan niet allemaal overspel plegen in de letterlijke zin van dat woord, maar in de kern beschouwd, plegen we wel degelijk overspel……allemaal…… ten opzichte van God. Want hoe vaak laten we niet onze eigen belangen prevaleren boven Gods wil? Prachtig, hoe Jezus op de grond gaat zitten schrijven. Hij kijkt niemand aan. Hij geeft elk individu de kans om met zichzelf in het reine te komen zonder priemende ogen in de rug. Prachtig ook hoe dan de oudsten, de meest wijze mensen, het eerst tot een eerlijke conclusie komen en vertrekken. Ontroerend vervolgens hoe de vrouw daar blijft staan, als laatste. Ze ontloopt het oordeel niet, terwijl ze daar nu toch de kans voor heeft. Ze wacht op de reactie van Jezus, die tenslotte dat bevrijdende woord spreekt: “Ook ik veroordeel u niet, ga heen en zondig niet meer”. God is barmhartig. Hij wil dat wij toekomst hebben, dat we leven in vrijheid. Dat we niet neergedrukt worden en veroordeeld. Dat we gelukkig zijn. Maar, en dat wordt vooral door de media in de euforie rond paus Franciscus weggedrukt: het feit dat God barmhartig is, het feit dat God zonden wil vergeven, wil niet zeggen dat er geen zonden meer zijn!! “Gaat heen en zondig niet meer,” zegt Jezus. Jezus wil de vrouw écht vrij maken, vrij van oordeel en steniging, maar ook vrij van een destructieve manier van leven, vrij van zonden En dat wil Hij ook voor ons; dat we leven in vrijheid, vrij van oordeel en angst, maar ook vrij van zonden.
Het is mij een grote zorg dat wij katholieken ons steeds meer aanpassen aan wat heet “de moderne wereld”. De paus wordt vooral daar toegejuicht, waar men meent dat hij de regels afschaft. Maar de Tien Geboden zijn niet aan mode onderhevig. Wat goed is voor een mens, is goed, wat slecht is voor een mens blijft slecht, ook al staat God onmiddellijk klaar om de zondige mens, om u en mij te bevrijden, als we dat willen. Dus laten we niet bang zijn om onze zondigheid te erkennen, zodat we straks met nieuw elan deze kerk kunnen verlaten. “Ook ik veroordeel u niet, ga heen en zondig van nu af aan niet meer” of met het jubelen van psalm 126; “Geweldig was het wat de Heer ons deed, daarom zijn wij zo blij”.
Amen.
maart 2019
Dit artikeltje is in mij opgekomen naar aanleiding van een verblijf van een week in de abdij van St. Benedictusberg in Vaals en wat andere impressies. In officiële kerkelijke documenten kom je het woord “eredienst” nog veelvuldig tegen maar uit de spreektaal is de term nagenoeg verdwenen. Hij is ouderwets gaan klinken en liever spreken wij van een viering, een gebedsdienst of een H. Mis. Een week meelevend met de monniken van St. Benedictusberg, ben ik zoetjesaan weer beter gaan voelen waar het eigenlijk om gaat. Niet het gezellige samenzijn, want dat is het zeker niet in eerste instantie, maar juist het feit dat je hier weer voelt dat God je werkelijk kan raken. Niet de hele week, maar soms een paar seconden. Ze zijn me meer waard dan welke exotische vakantie ook.
Eigenlijk zijn we het toch een beetje aan het kwijtraken in onze Kerk. Het gevoel voor sacramentaliteit of de “vreze des Heren”. Dit weekend hoorden we nog de stem van God aan Mozes bij de brandende doornstruik; “Mozes doe je sandalen uit want de grond waarop je staat is heilig”. Voor mij is dit een betekenisvol gebeuren en ik probeer er ook altijd aan te denken als ik een Kerk binnenga waar de Godslamp brandt bij het tabernakel; “doe je sandalen uit want de grond waarop je staat is heilig”. Van harte ga ik dan ook door de knieën om God te eren. Waarom is dat zo belangrijk? Voor mij in elk geval is het van levensbelang dat ik meer en meer doordrongen raak van de Aanwezigheid van God in mijn leven. Dat gebeurt onder andere concreet door God te eren. Tijd en ruimte vrij te maken voor Hem, in het bidden van het getijdengebed, in het deelnemen aan de Eucharistie en aanbidding van het Heilig Sacrament. Maar het beste middel om God te eren is een stille retraite van meerdere dagen. Jezelf even afzonderen, de wereldse drukte relativeren en een paar dagen enkel gericht zijn op Hem.
Als ik erover nadenk is het eigenlijk een onbegrijpelijk proces. Voor buitenstaanders is het saai en nutteloos want zo ziet het er zeker ook wel uit. Zelf moet ik ook allerlei weerstanden overwinnen, vaak. Maar inmiddels weet ik zeker dat mijn inzet beloond wordt. Altijd overkomt mij dat gevoel van; “God is hier, God draagt mij, ik ben volkomen veilig”. Al gaat het, zoals ik al zei, maar over een paar seconden, of zelfs maar één flits.
Het is zo jammer dat dat element van “God eer brengen”, zijn plek in onze Kerk verliest. Veel tijd wordt volgepraat of vol gezongen. Het moet vooral begrijpelijk en mooi zijn allemaal. Wij (koor/voorgangers) moeten “het” vooral heel goed doen want dan gaan de mensen tevreden naar huis. En toch heb ik het gevoel dat daarmee voorbijgegaan wordt aan het allerbelangrijkste; dat God zelf ruimte krijgt om te spreken. Dat vraagt eerder hele stille aandacht dan een goede preek of een mooi lied. Dat vraagt een oefening in de “vreze des Heren”, door jezelf onder te dompelen in stille aanbidding, jezelf klein te maken ten opzichte van Hem die zo onvoorstelbaar groot is. Niet omdat Hij het nodig heeft, maar omdat het jou dichterbij je wezen brengt.
Onverantwoord rijgedrag veroorzaakt ongelukken, dat weten we allemaal, daar hoef je geen geleerde voor te zijn. Maar laten we die woorden eens wat beter aankijken. On-ver-antwoord rijgedrag veroorzaakt on-geluk Daar zitten drie heel belangrijke woorden in. Antwoord, oorzaak en geluk.
En die betekenis mogen we onverkort doortrekken naar ons hele leven. On-ver-antwoord leven veroorzaakt on-geluk. Als ons leven niet verantwoord is, geen antwoord, dan worden we ongelukkig. Onze samenleving heeft er de mond vol van; “Je hoeft niet te geloven, je hoeft niet naar de kerk te gaan, als je maar verantwoord leeft”.
En daar zit toch net een probleem, want op wie of wat is je leven een antwoord? Kies je ervoor om te antwoorden op de afgoden van onze tijd, of kies je ervoor om de ene ware God te antwoorden. Hem waarvan wij belijden dat Hij ons geschapen heeft. Hem die sinds mensenheugenis ons roept. Maar wat vraagt Hij van ons, waar horen we Hem? Kijken we vandaag naar dat prachtige verhaal van Mozes bij de brandende doornstruik, dan lijkt het erop dat Mozes daar echt een stem hoort spreken. Ik weet niet hoe dat bij u is, maar ik heb nog nooit zoiets gehoord. Zou Mozes echt een stem gehoord hebben, of raakt God iets aan bij Mozes, wat hem al heel lang dwars zit? “Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien”, zegt God. Maar Mozes zelf had de ellende van dat volk ook heel goed gezien. Er is zelfs even protest in hem opgekomen. Hij sloeg een Egyptenaar neer, maar is toen, om zijn eigen hachje te redden op de vlucht geslagen. Maar hier in de stilte van de woestijn, komt het allemaal weer op hem af, en raakt hij gevoelig voor de stem van God.
God geeft Mozes twee dingen om te doen; “Trek je sandalen uit want de grond waarop je staat is heilig” en aan het eind, “dit moet gij de Israëlieten zeggen, Hij die is zendt mij tot u”. En verder zegt God dus; “Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien en Ik daal af om mijn volk te bevrijden”. Valt het u niet op dat het veeleer God zelf is die het gaat doen, dan dat hij het Mozes opdraagt. Het is zo’n prachtig beeld van het partnerschap tussen God en mensen. Je kunt in de verwevenheid bijna niet meer zien wie nou wat doet. Mét Mozes, of door Mozes, gaat God het volk bevrijden. Zo werkt God ook door ons mensen, als wij met Hem willen meewerken.
Antwoord geven, dat is dus de sleutel tot geluk. Dat was het in de tijd van Mozes, en dat is nu nog precies hetzelfde. Ook wij lopen dagelijks tegen allerlei situaties aan waar we kunnen kiezen tussen antwoord geven of wegdraaien van onze verantwoordelijkheid. Of het nou gaat over de vraag wie de afwas moet doen, of dat het gaat over antwoord geven aan onze democratische plicht om te gaan stemmen.
Antwoord geven op wat God van ons vraagt, dat leidt tot geluk, maar daarmee is nog niet alles gezegd. God heeft ons allemaal een ander leven gegeven, en dat betekent dat ieder van ons zijn eigen antwoord moet geven en niet het antwoord van een ander. Dat is ook nog zo’n prachtig geschenk van God. Niemand kan jouw leven bepalen. Niemand kan zeggen wat jouw antwoord moet zijn. Jij bent immers uniek in je relatie met God en met de mensen, maar antwoorden moet je wel; met jouw antwoord.
Er is nóg een parallel tussen het verhaal van Mozes en ons samenzijn hier. Ik heb ergens gelezen dat de Godslamp, het vlammetje boven het tabernakel, verwijst naar de betekenis van de brandende doornstruik; beide roepen immers op tot eerbied; “God is hier”. En zo is het ook met de hele liturgie van de Kerk. Waar het enkel om gaat, is dat wij ons Gods aanwezigheid bewust worden, om er daarna, in het leven van alledag, antwoord op te geven.
In het Evangelie lezen we vervolgens nog dat God ons veel kansen wil geven. De onvruchtbare vijgenboom beantwoordt niet aan de verwachtingen. Toch wordt hij niet omgehakt; God heeft veel geduld. Hij spit onze grond nog eens om, hij doet er mest bij. Hij geeft ons steeds nieuwe kansen om toch nog tot antwoord, tot vruchtbaarheid te kunnen komen, misschien volgend jaar. Wat heerlijk dat wij niet enkel mét en voor onszelf leven in een ijzig, koud heelal. Dat er Iemand is die iets van ons vraagt omdat Hij van ons houdt. Dat er Iemand is die op ons antwoord wacht, want dat betekent dat we niet alleen zijn.
Laten we, naar het voorbeeld van Christus, zo proberen te leven dat ons leven echt een antwoord wordt aan onze God.
Amen.
Als je, zoals ik, af en toe catechese mag geven, dan heb je het natuurlijk ook over de Heilige Eucharistie en dan kom je tenslotte niet om het moeilijkste maar kardinale geloofspunt heen; de transsubstantiatie, ofwel de verandering van brood en wijn in Lichaam en Bloed van Christus. Moeilijk, omdat het zo onvoorstelbaar is en niet te controleren in onze laboratoria. Kardinaal, omdat het om de essentie van het katholieke geloof gaat. Velen houden de H. Hostie maar liever voor “een symbool van breken en delen”. Natuurlijk ook belangrijk, en dat is tenminste te begrijpen, maar de Eucharistie is zo oneindig veel meer! Alleen, het is onmogelijk om haar te begrijpen in haar volle diepte. Wij kunnen hoogstens in kringen om het grote mysterie heen cirkelen. Mijn favoriete schrijver van dit moment, Romano Guardini, zegt het zo:
“Iedere poging om dit mysterie ‘geestelijk’ te verklaren zal het vernielen. Het is aanmatiging en ongeloof wanneer de mens bepalen wil wat hier mogelijk is. God zegt wat Hij wil; en wat Hij wil, is. De vorm en de diepte van wat Hij schenken kan als voleinding van zijn liefde bepaalt niemand dan Hij”. (Wellicht moet u deze zin een paar keer overlezen). En met licht sarcasme voegt hij eraan toe dat “dit deel van de arbeid van de theologen (het “uitspitten” van de Eucharistie, red.) het minst vrucht draagt”.
De Eucharistie is een mysterie omdat God zelf een mysterie is. Moet zijn, omwille van onze vrijheid. Maar wat God zegt “is”, wat Jezus zegt “is”. In den beginne sprak God “licht”, en het was licht. Jezus zegt “sta op” en het meisje stond op. Jezus zegt “dit is Mijn Lichaam”, dus is het Zijn Lichaam en niet slechts een symbool van breken en delen. Wat een geluk als je het Lichaam van Christus zo kunt ontvangen dat je Gods Liefde erin mag ontmoeten. Het kan daarbij helpen dat je je hart stil maakt, dat je aandachtig meebidt, dicht bij het altaar, en door met eerbied te naderen tot Hem.