Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

1 Januari 2023

Openstaan voor het mysterie 4e Advent 2022

Het is alweer de vierde, de laatste zondag van de Advent. Nog 3 of 4 dagen en we hebben de langste nacht van het jaar weer gehad. De  terugkeer naar de zomer wordt ingezet; eerst nog ongemerkt maar over een paar weken al weer goed te zien. Zo gaat de tijd in een cirkel, in een cyclische beweging. Zo lijkt het ook te gaan met ons leven; we worden geboren, groeien op, we worden oud en gaan weer dood. Allemaal. Een onverbiddelijk gegeven. Oppervlakkig gezien gaat het alsmaar door en is er eigenlijk geen geen richting. Zo beleven vandaag de dag velen ook de tijd; als een zinloze herhaling van de dingen. Maar voor gelovige mensen ligt dat toch een tikkeltje anders.

Ons geloof is een openbaringsgeloof. Dat wil zeggen dat het geloof te zien is doorheen de geschiedenis, dat het geloof ons ge-open-baard wordt door bepaalde, tastbare gebeurtenissen. Ons geloof is geen vrucht van hoogstaand menselijke hersengymnastiek, maar het laat zich zien in de geschiedenis zoals die in de Bijbel is opgetekend. En daarmee is ons leven en de hele mensengeschiedenis geen zinloze herhaling van zetten, maar heeft het leven een richting, een doel, een einddoel; en dat einddoel is een voorgoed thuiskomen bij God. Alles in de Bijbel en ook de komst van Jezus Christus in deze wereld, is daarop gericht; “Opdat de weg voor alle zoekers begaanbaar zij”; dat zegt één van onze eucharistische gebeden en daarmee is het doel van de komst van Christus getoonzet. Een prachtige samenvatting van die heilsgeschiedenis hoorden we net ook in de brief van Paulus aan de christenen van Rome. God heeft ons lief en Hij heeft alles gedaan wat Hij maar doen kon, om, enerzijds onze vrijheid te respecteren, anderzijds ons rakelings nabij te komen in de komst van zijn Zoon.

Vandaag lezen we in het Evangelie een stukje over de innerlijke strijd die Jozef te voeren heeft, nadat duidelijk geworden is dat zijn verloofde op een onverklaarbare manier zwanger is geworden. Juist voor het stukje Evangelie dat we vandaag lezen staat de hele geschiedenis van de geslachten van Abraham via koning David tot aan Jozef toe. Allemaal mensen die een man als vader hadden. En dan ineens dit; hier wordt een kind geboren dat geen man als vader heeft! Het brengt de rechtschapen Jozef in opperste verwarring. Rechtschapen betekent niet alleen dat Jozef een goeie man was, maar dat hij ook diepgelovig zijn leven leefde naar de wetten van het joodse geloof. En dat joodse geloof leerde hem dat de minst schadelijke oplossing voor Maria zou zijn dat hij in stilte van haar zou scheiden. Dus dat dacht hij dan maar te doen. Maar dan komt die droom die hem op andere gedachten brengt. Iemand die de Bijbel een beetje kent zal bij het horen van een dromende Jozef, onmiddellijk denken aan die andere Jozef met zijn dromen. Jozef, de zoon van Jacob, die droomt dat hij de leiding zal hebben over een groot volk; die inderdaad later via Egypte zijn volk zal redden van de hongerdood, nadat hij door de farao uit de gevangenis gehaald werd vanwege zijn vermogen om dromen te duiden. Zo zijn die dromen dus niet zomaar gekke reflexen van een uitrustend brein, maar richting-gevers aan de geschiedenis, analoog bijvoorbeeld aan Martin Luther King’s “I have a dream”. Jozef, deze zoon van de grote, gelovige koning David, gaat in op wat de profeet Jesaja al zoveel eeuwen tevoren gezegd had; “Zie, de jonge vrouw zal ontvangen en een zoon baren, en zij zal hem noemen ‘Immanuël’: ‘God-met-ons’.” Als gelovige jood kende Jozef deze profetieën en dat maakt de opdracht van de engel betrouwbaar. Wetend daarmee in de heilsgeschiedenis van God te staan is alle twijfel bij hem weg genomen. Vanaf dit moment wordt Maria niet meer zijn verloofde genoemd, maar zijn vrouw.

Wat ik maar wil betogen; als je al die losse stukjes Bijbelteksten zo op een zondag te horen krijgt, dan lijkt er soms geen kop of staart aan te zitten. Dan doen de mensen maar wat en er gebeuren zomaar allerlei vreemde dingen. Maar heus; ons geloof is de vrucht van een geschiedenis van God met mensen, van Abraham via David tot Jozef, van Jezus via de apostelen tot ons. Maar er zijn in die geloofsgeschiedenis wel een paar momenten dat je richting moet kiezen; dat is dus hier bij de maagdelijke geboorte en dat is straks bij de verrijzenis. Want dat zijn toch een paar hele moeilijke momenten voor ons aardse mensenverstand. En voor mij komt dan mijn moeder weer om de hoek kijken, met haar eeuwige “ja, jonge dat is een mysterie” bij elke vraag die ik over dat vreemde geloof van ons stelde. Want hier heeft zij natuurlijk gelijk; wijzen wij elk mysterie af en blijven we bij onze aardse empirische bewijsdrang of geven wij ons eindelijk over aan dat grote mysterie dat heel de Schepping draagt.

Jozef en Maria begrepen het allebei niet; hoe zij nou vader en moeder moesten worden van de Verlosser, maar zij gaven zich over aan het mysterie omdat ze geleerd hadden op God te vertrouwen. Mogen zo ook wij ons openstellen voor het mysterie dat God is want voor Hem is niets onmogelijk. Amen.

 

 

 

 

5 December 2022

Tweede zondag van de Advent 2022

Een paar weken geleden heb ik hier een preek gehouden waarvan nogal wat mensen behoorlijk geschrokken zijn. Iemand liep zelfs weg omdat die persoon het niet meer aan kon horen en dat is natuurlijk niet leuk. Niet leuk voor die persoon en ook niet leuk voor mij want je staat hier niet om mensen weg te jagen, maar om ze bij God te brengen, voor zover je daar als kleine mens iets in bij te dragen hebt. Maar goed, het kan niet alle dagen feest zijn. En dan wordt ik vandaag weer geconfronteerd met dit Evangelie dat nog zoveel harder klinkt, dan alles wat ik toen gezegd heb. Wij leven toe naar de geboorte van Jezus en je zou misschien verwachten dat dat toeleven een beetje gepaard gaat met de romantiek van het naderende einde van een zwangerschap. Enthousiaste verhalen over het schilderen of behangen van de babykamer, kleertjes kopen, bedje in orde brengen; kortom mooie beelden van jonge ouders die zich helemaal richten op het nieuwe leven dat gaat komen. Maar niets van dit alles. “Adderengebroed’, dat wordt ons twee weken van te voren nog toegeroepen. Ik moet zeggen dat het lang geleden is dat ik zo geworsteld heb met mijn preek. Want er worden zoveel vragen opgeroepen, waarbij ik het antwoord grotendeels schuldig moet blijven.

Die oproep tot bekering. Voor wie geldt die? En wat is het precies? Het gaat over ons, dat snap ik wel, anders hoeven we zo iets niet te lezen. Het gaat over ons, maar over mij? Waarvan moet ik mij dan bekeren? Doorgaans weet ik veel beter wat een ander verkeerd doet, dan wat ik zelf verkeerd doe, dus dat een ander zich moet bekeren, ja, dat wel, maar ik toch niet? Maar is dat wel de bekering waar het hier over gaat? Dat we geen fouten meer mogen maken? Is bekering niet veel meer iets van tot inkeer komen, dan vlekkeloos worden? Bekering tot vergeving van zonden. Dat betekent niet; bekering om heilig te worden, om nooit meer zonden te doen maar om eerlijk te zijn ten opzichte van wie je zelf werkelijk bent; ten dele een goed mens, maar ten dele ook echt een zondaar, een slappeling, die eigenlijk wel weet wat hij zou moeten doen, maar het niet doet; of die wel weet wat hij niet zou moeten doen, maar het toch doet. Ik herinner mij iemand van jaren geleden die zei dat hij de schuldbelijdenis in de kerk nooit meebad omdat hij nergens schuld aan had. Pff…. dan durf je wat te zeggen. Toch? En dan komen we toch wel in de buurt van dat prachtige Sacrament dat sinds het Tweede Vaticaans Concilie bijna teloor is gegaan; de biecht.

Ik heb voor mijn diakenwijding 20 jaar gewerkt met alcohol –en drugsverslaafden en één van de grote valkuilen voor die mensen is, dat zij de slinksheid ontwikkelen om bijna tot het einde toe, alles te ontkennen; “Nee ik ben niet verslaafd, ik drink echt niet te veel”. Alles doen ze om zichzelf en hun omgeving ervan te overtuigen dat het eigenlijk allemaal wel meevalt. En ondertussen besodemieteren zij zichzelf en anderen tot aan de rand van de afgrond. Zo vaak heb ik gezien wat een opluchting het gaf bij die mensen als ze eindelijk hun leugenachtige façade  mochten laten vallen en hun eerlijke verhaal durfden te vertellen. Daarmee waren ze natuurlijk nog lang niet van hun verslaving verlost, maar het was wel een noodzakelijke begin van een omkeer en mogelijke genezing. En zoiets kan ook gebeuren in de biecht maar dan in veel sterkere mate. Wij mogen dan waarschijnlijk geen alcohol –of drugsverslaafden zijn; verslaafd aan een of andere manier van zondigheid zijn we allemaal. Want we zijn allemaal mensen die sterk aangetrokken worden door het aardse, door het wereldse, mensen die daar soms maar moeilijk weerstand aan kunnen bieden. Ontkennen dat we zondaars zijn, is veel erger en benauwender dan ons voor onze zonden te schamen en er spijt van te hebben. De biecht biedt ons een fantastische gelegenheid om in het reine te komen met onszelf en opluchting te vinden bij Hem die over alle vergeving gaat; bij God. Heel jammer dus dat zoveel katholieken van mening zijn dat de biecht is afgeschaft.

De volgende vraag;  “Adderengebroed”, dat is nog eens een term om naar je hoofd geslingerd te krijgen. Het is natuurlijk een verwijzing naar de gemene slang in het Scheppingsverhaal; haar gebroed, slangen dus, net als die eerste slang. Johannes richt zich hierbij vooral tot de Farizeëen en Sadduceën, de leiders van het volk. Moeten wij, bisschoppen, priesters en diakens ons dat extra aantrekken? Of geldt het voor iedereen die bij zichzelf zegt; “Ik ben toch gedoopt, ik ben toch katholiek, ik ga toch naar de kerk, dus ik kom toch gewoon in de hemel?” Ik denk dat ieder van ons het antwoord zelf weet. En anders nog het volgende; “Brengt liever vruchten voort die passen bij bekering”. Dan kunnen wij ons nóg eens achter de oren krabben; “Welke vruchten breng ik dan voort die passen bij de waarachtige bekering tot christen?” Wij gaan ook die vraag niet voor elkaar beantwoorden want ieder van ons is uniek; ieder heeft dus ook een eigen antwoord. Maar laten we in elk geval proberen om die spanning niet weg te poetsen; enerzijds zijn we mensen die het goed bedoelen, oprecht proberen en goed doen, misschien zelfs, anderzijds weten we ook dat er voor een waarachtig christen altijd iets te verbeteren valt; geen van ons kan zich immers al “heilig” noemen.

En dan nog een vraag;  “Ik doop u met water, maar Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur? Wat  is dat toch precies, dat doopsel met heilige Geest en met vuur? Het doopsel met water, dat is nog wel te begrijpen, dat gaat om schoonwassen, maar het doopsel met heilige Geest en met vuur? Zoals wel vaker kan ik wel de woorden herhalen die de Kerk daar allemaal bij zegt, maar dan weet ik het nog niet. Heilige Geest en vuur is, als je het mij vraagt, je leven totaal laten bezielen door Gods aanwezigheid. Maar ja, ik ben toch gedoopt met het doopsel van Christus met Heilige Geest en met vuur dus, maar ik kan nog lang niet zeggen dat mijn leven totaal bezield is door Gods aanwezigheid.

Dus, nogmaals, er zijn nog veel open eindjes bij dit Evangelie, maar drie conclusies kan ik wel trekken;

-          1) dat we er niet zijn met de constatering dat het met ons wel goed zit

                omdat we toch katholiek zijn, veel bidden en netjes naar de kerk gaan

-          2) dat we geen heiligen hoeven te zijn maar dat we het wel moeten willen worden

-          3) dat wij als sluitstuk altijd mogen vertrouwen op Gods barmhartige liefde

en dat het kleine Jezuskind dat we mogen verwachten, daarvan het bewijs is. Amen.

25 November 2022

Christus Koning

Vandaag vieren we dus de laatste dag van het kerkelijk jaar. De cirkel is rond. We hebben Jezus gevolgd vanaf zijn geboorte, we hebben Hem gevolgd bij Zijn lijden en dood.  We hebben Zijn verrijzenis gevierd en vooral de laatste maanden, heeft Hij ons tal van levenslessen voorgehouden. Als we dit hele jaar goed hebben opgelet dan zijn we ondertussen heel wat wijzer geworden. Vandaag zetten we als het ware de kroon op het werk; we vieren  dat Christus onze Koning is.

Toen ik nog diaken was in Uden, was daar een mevrouw, een zeer betrokken mevrouw, die alsmaar bleef aanhikken tegen het kruisbeeld dat overal centraal staat in onze kerken. “Dat is toch geen goede reclame voor onze kerk!”; vond zij. “We zouden toch iets mooiers, iets lieflijkers moeten vinden want we hebben toch een Blijde boodschap? En inderdaad, bij de eerste aanblik heeft ze wel gelijk. Er gaat op het eerste gezicht niets aantrekkelijks uit van ons voorbeeld, Die toch onze Koning is. Een kroon draagt Hij inderdaad, maar wat voor een? Op die manier zal niemand van ons koning willen zijn. Maar ja, wij zijn dan ook Jezus niet.

Wie is Jezus Christus, en wat betekent zijn koningschap? Als we naar de betekenis van de koning binnen onze eigen monarchie kijken, dan zien we dat het vooral iets symbolisch is. Dat lijkt niet veel maar misschien is het toch  belangrijker dan we denken. Op een of andere manier blijkt het hebben van een koning mensen toch te verbinden. In Engeland heeft het koningschap nog meer betekenis dan hier. De begrafenis van koningin Elisabeth was dan ook een adembenemend spektakel. Daar kun je natuurlijk ook weer allerlei kritische kanttekeningen bij verzinnen, maar het verbindende is in elk geval, dat de halve wereld het heeft gezien en dat het ontelbaren heeft geraakt. Zoiets gebeurt niet bij de begrafenis van een willekeurig iemand. In de tijd waarin de Bijbel is ontstaan, was het koningschap van veel groter belang. Toen waren koningen ook echte leiders. Enerzijds waren ze de baas, maar anderzijds beschermden ze ook hun volk. Het volk vormde zich rondom de koning en het volk kon alleen blijven bestaan dankzij de koning. Een van hun taken was ook om het volk te verdedigen en daarom werd er door de Bijbelse koningen heel wat afgevochten. U kunt dat allemaal teruglezen.

Maar nu onze koning Christus; was dat een persoon waaromheen zich een volk gevormd heeft? Ja wel degelijk. Wereldwijd zijn er een paar miljard mensen die zich geroepen weten door Christus. Het christenvolk is het grootste volk van de wereld geworden, ook al zijn het niet allemaal katholieken. Was Jezus een strijdende koning? Jazeker. Wat voor strijd was het dan die Jezus gestreden heeft? Om te beginnen was er al oppositie tegen Jezus toen Hij nog maar net geboren was. “Koning Herodus was verontrust en heel Jerusalem met Hem”, lezen we in het Evangelie van Mattheus. Dank zij zijn ouders, die met Hem de vlucht nemen, overleeft Jezus hier nog. En als we de Evangelies verder lezen dan zien we dat Jezus zijn hele leven strijd heeft moeten leveren. Strijd tegen de zichtbare en de onzichtbare machten van de duisternis. En zoals Paulus zo prachtig zegt in de tweede lezing van vandaag; “Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon, in wie onze bevrijding verzekerd is en onze zonden vergeven zijn”. Jezus, het beeld van de onzichtbare God, heeft zich laten zien als een strijder die de strijd tot in het uiterste voor ons heeft volgehouden. “Vader vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen”. 

Wie dat verstaat moet God de Vader wel blijmoedig danken. Danken voor deze Koning die zo voor ons gestreden heeft; niet met de wapens van deze wereld maar met het wapen van de vergevende liefde. En als we dan even in die termen blijven spreken; wij zijn vandaag de soldaten in het leger van Christus onze Koning. Maar we moeten, net als Hij,  niet strijden met de wapens van deze wereld, maar met het wapen van Jezus; vergevende liefde. Dat is wel veel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want zo gauw grijpen ook wij naar de wapens van deze wereld. Weliswaar zijn dat geen kalashnikovs maar in het joodse verstaan van de Tien Geboden staat kwaad spreken over iemand, iemand monddood maken,  gelijk aan moord. 

In deze tijd van ontkerkelijking heeft men mij regelmatig gevraagd waar ik me druk om maak, want;  “je ziet toch dat de Kerk langzaam aan het verdwijnen is”. Dat ze voorlopig nog veel kleiner wordt, dat acht ik zeer waarschijnlijk, maar ik weet ook zeker dat de Kerk nooit zal verdwijnen.  Als er iets is waaraan iedere mens behoefte heeft dan is het wel de liefde. En iedere mens die oprecht op zoek is naar de liefde zal, vroeg of laat terechtkomen bij Hem. Want in de hele geschiedenis, noch in het universum is er een liefde te vinden zoals die van onze Koning Christus. Daarom staat bij ons dat afzichtelijke kruis in het midden; daarom ook zal dat altijd in het midden moeten blijven staan; omdat dáár de liefde van God voor ons getoond wordt op een manier die nooit eerder of ergens anders, te zien was, of zal zijn. 

"Laten wij dus nu God, de Vader, blijmoedig danken, omdat Hij ons in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen en te leven in het licht. Want Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon, in wie onze bevrijding verzekerd is en onze zonden vergeven zijn".

Amen. 

 

23 Oktober 2022

One Love? 30ste zondag C

Beste mensen, vanwege bepaalde gebeurtenissen in onze samenleving móét ik er wel weer iets over zeggen; laat u toch alstublieft niet gek maken! Waar gaat het over? U weet wellicht dat er al verschillende jaren een sterke lobby in onze samenleving aanwezig is die allerlei vormen van seksuele afwijkingen, samengevat onder de noemer LHBTIQA, fanatiek propageert als zijnde volkomen normaal. Dat gaat van aanmoediging tot vreemdgaan op platforms als “Second Love”, tot het ombouwen van mannen tot vrouwen of andersom in de transgenderwereld en het inprenten bij onze kinderen, dat twee pappa’s of twee mamma’s hebben, net zo goed is als een mamma en een pappa. En die lobby wordt als maar sterker in West-Europa. Vorige week vertikte de aanvoerder van Feyenoord het om de zogenaamde “One Love” armband te dragen. Hoewel hij alle mensen zegt te respecteren wil hij zich niet laten gebruiken als propaganda-middel voor de lhtbi. Ook niet vanwege zijn geloofsovertuiging. Hij is moslim. 

U zult zich inmiddels niet meer verbazen dat zo’n beetje heel intellectueel Nederland over de man heen viel. Het feit dat deze moslim zich niet voor hun karretje wil laten spannen is voor de voorstanders hèt bewijs dat er nog heel veel moet gebeuren. Met andere woorden; er kàn over lhbti maar op een manier gedacht worden en dat is op de manier zoals zij er zelf over denken en dat is dat het allemaal prima is. Iedereen die er anders over denkt moet gewoon nog heel veel leren en krijgt al gauw het etiket “homohater” opgeplakt. Enkele wat milder schijnende reacties kwamen van mensen die wel snapten dat de Feyenoorder niet anders kon vanwege zijn geloofsovertuiging. Een beetje in de trant van; “Ja, wat zielig als je nog onder de knoet zit van een tirannieke God, dan is het wel moeilijk”. Met andere woorden; als de wereld nou maar eens van dat stomme geloof af was dan zou alles zoveel eenvoudiger en beter zijn. Maar dat is de grootste vergissing die de moderne wereld aan het maken is. Als het geloof in de ene ware God opgegeven wordt komt er een ander geloof voor in de plaats. En met elk geloof dat ervoor in de plaats komt is de mens niet beter af, maar slechter. We hebben het gezien bij het atheïstische nationaalsocialisme en het communisme. Als het geloof in de ene God vervangen wordt door het geloof in eigen kunnen, dan zijn we per definitie slechter af. De God van ons geloof heeft ons de Tien Geboden gegeven om een weg te wijzen naar gelukkig mens-zijn; Niet om ons allerlei dingen af te pakken of om ons op allerlei manieren te frustreren. De lhbti-mensen zijn erin getuind of ze kiezen bewust voor een leven van; “Ik maak zelf wel uit wat goed voor mij is, ik heb daarbij van niemand een richtingwijzer nodig”. Je hoort de slang als het ware sissen; “Ben je gek, je zult helemaal niet sterven, je kunt zelf je eigen God zijn”. Hoe ze het ook wenden of keren, in de kern van de zaak is het leven van lhbti-mensen niet in overeenstemming met Gods bedoelingen; want onvruchtbaar. Mannelijk en vrouwelijk schiep hij ons en niet van alles daartussenin. Ach daar is ook met hele rationele argumenten nog zoveel over te zeggen, maar dat laat ik dit weekend liever over aan Luc Simons, de priester die hier zondag komt spreken met onze jongeren.

Laat ik mijn klomp nu helemaal breken toen ik in de nasleep van het gebeurde,  in de krant een artikel las van een collega diaken. Die stelde dat de problemen die onze kerk heeft met lhbti wel over zullen waaien. Volgens hem hebben nieuwe ontwikkelingen in de kerk gewoon meer tijd nodig maar op den duur zal ook de kerk wel omgaan. Ik wist niet wat ik las. De diaken vergeleek het met de gevoeligheid rond echtscheiding. Daar is de kerk inmiddels toch ook aan gewend. Nota bene het commentaar van een diaken. Het moge toch duidelijk zijn; echtbreuk was een drama, is een drama en zal altijd een drama blijven, ook als de Kerk inmiddels wegen gevonden heeft om wat beter met gescheiden mensen om te gaan. Gelukkig. Want juist gescheiden mensen mogen zeker niet door de Kerk in de steek gelaten worden. Door alle propaganda rond lhbti en door de vage reacties van de officiële vertegenwoordigers van onze Kerk, raken nogal wat mensen in complete verwarring rond de normen en waarden die zij altijd hoog gehouden hebben. En dat terwijl de officiële Kerk zich in de Catechismus zo duidelijk en genuanceerd uitspreekt over zaken als homofilie. Dat betekent; geen haat, zeker geen geweld tegenover lhbti-mensen, zo goed mogelijk mee omgaan, maar wij hoeven ons niet te laten dwingen om iets normaal te vinden wat niet normaal is. Letterlijk spreekt de  catechismus immers over ongeordende vormen van seksualiteit.  

Vroeger, toen ik zelf worstelde met de opstelling van de Kerk t.o.v. seksualiteit heb ik eens aan een bevriende pater gevraagd hoe dat nou zat. En van hem kreeg ik het toen gewenste antwoord; “ja zei hij, ik snap ook niet waarom de Kerk zich daar zo druk om maakt”. Inmiddels snap ik het wel. Liefde en seksualiteit raken aan de kern van ons mens-zijn. En als de schoonheid daarvan bedorven wordt, dan wordt de hele mens bedorven. De duivel, zo weten wij komt graag binnen door zich te vermommen in mooie dingen. En dat doet hij hier ook op de meest gewiekste wijze want hoe kan de Kerk nou tegen de liefde zijn?  

Het is niet eenvoudig. Je zou maar een kind hebben dat met dergelijke problemen worstelt. Hoe ga je daar dan mee om? Ik denk dat je dan een groot kruis te dragen hebt en je zou daar heel veel steun bij moeten krijgen van ons. Misschien ligt daar ook wel een nieuwe opdracht voor de Kerk. Maar het kruis elimineren door het allemaal maar geweldig te vinden, dat is niet de oplossing. Niet voor het betreffende kind, niet voor jezelf en niet voor de toekomst. Amen.