Groter dan ons hart

Pieter Raaijmakers

6 Oktober 2024

Wie zeg jij dat Ik ben..? 24ste zondag B 2024

U weet mogelijk dat de Evangelielezingen voor de zondagsvieringen verdeeld zijn over drie verschillende jaren; Het Lucas-jaar, het Mattheus-jaar en het Marcus jaar, waar we dit jaar vooral uit lezen. Het Evangelie van Johannes komt dan in alle drie de jaren voor, telkens in gedeelten, zoals we onlangs 6 zondagen gelezen hebben uit Johannes; die prachtige serie over Jezus, als brood van eeuwig leven. We hebben nu de draad weer opgepakt bij Marcus en wel bij het achtste hoofdstuk. Het gaat hier om een cruciaal punt in het leven van Jezus. Tot nu toe heeft Marcus vooral verteld hoe Jezus rondtrok door Galilea, maar het zal niet lang meer duren voordat Jezus de steven richt op de hoofdstad; Jerusalem. Tot nu toe heeft Hij zich vooral bekend gemaakt in het verre buitengebied, mogelijk zijn de mensen daar nog ontvankelijker voor zijn boodschap, maar het kan niet uitblijven dat Jezus naar de hoofdstad moet; want daar zit het centrum van de politieke en geestelijke machten. De machten die Hem tenslotte van het leven zullen beroven. Maar voor Hij deze beslissende stap zet, wil Jezus weten of de mensen Hem ondertussen genoeg kennen; of ze voldoende begrepen hebben van Zijn missie.

“Wie zeggen de mensen dat ik ben?”;  Vraagt Hij. En het blijkt dat de mensen inderdaad wel iets bijzonders in Hem zien; ze noemen Hem een tweede Johannes de Doper, een Elia of op zijn minst wordt Jezus door de mensen erkend als profeet. Ze weten dus allemaal wel dat deze Jezus niet -zomaar iemand- is.  Maar toch; niemand kent Jezus natuurlijk beter dan zijn beste vrienden en daarom vraagt Hij het heel expliciet ook aan hen. Tussen haakjes; we mogen die vraag ook horen, alsof ze aan ieder van ons gesteld wordt; “En jullie….., wie zeggen jullie dat ik ben?”  Petrus geeft het beste antwoord.  “Jij bent de Messias”;  in het grieks “Jij bent de Christus”. Want de Messias, dat is Jezus inderdaad. Nu was er in de tijd van Jezus in het joodse volk een vurig verlangen naar de komst van die Messias. Want in het joodse geloof betekent de komst van de Messias een totale omwenteling in de wereld. Voor die tijd betekende dat vooral; verlossing uit de Romeinse onderdrukking en een einde aan de goddeloosheid. Bij de komst van de Messias breekt voor de Joden, ook nu nog, het paradijs aan. Dus het is nogal wat, als Petrus durft te zeggen dat Jezus die Messias is.

Maar dan komt er een lelijke kink in de kabel.  Petrus gebruikt wel het goede woord; want Messias, Christus, de gezalfde, dat is Jezus, maar niet op de manier zoals de mensen het toen verwachtten. De totale omwenteling in de wereld komt niet van iemand die met één slag alles naar Zijn machtige hand zet,  maar die begint bij de kwetsbaarheid van de liefde. Die omwenteling begint bij een mens die het leven zo radicaal liefheeft, dat Hij  bereid is ervoor te sterven. En dat sterven is Petrus al te gortig. “Dat zal niet gebeuren!” Dat Jezus er ook bij zegt dat Hij op de derde dag zal verrijzen, dat is kennelijk zo vreemd, dat hoort hij niet eens; “Deze Messias, deze Christus  een roemloze dood sterven! Dat zal niet gebeuren!!”. En dan moet Jezus die harde woorden spreken aan het adres van Petrus;. “Weg Satan, achter mij…jij laat je leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil”.

Nou is het natuurlijk niet zo dat God het lijden wil, maar wie naar Zijn geboden wil leven wie een volgeling wil zijn van Jezus, die  krijgt onherroepelijk met het lijden te maken. Want als je lief hebt zoals Hij, dan krijg je klappen, dan wordt er over je heen gelopen. Als je durft in te gaan tegen de gevestigde meningen en machten van deze wereld, dan heb je grote kans behoorlijk tegenwind te krijgen, ook nu. Maar als je het van God gekregen leven ècht lief hebt, dan móét je soms wel. God wil niet het lijden en de dood, God wil de liefde en daar waar liefde is, daar is onherroepelijk ook lijden. Als priester lijdt je aan de eenzaamheid, soms, alleen in zo’n groot huis, en vandaag de dag loop je ook nog eens kans over één kam te worden geschoren met kindermisbruikers. Als gehuwde zit je je hele leven vast aan die ene vreemde ander, die soms zo totaal anders is dan je graag zou willen. Ook het huwelijk is nou eenmaal niet altijd rozengeur. Maar als je ècht gelooft en liefhebt dan ga je die dingen niet uit de weg. Dan leef je daar dwars doorheen want dan weet je dat liefde zonder lijden niet bestaat. Wij hebben dus eigenlijk geen keus want ´wie zijn leven op eigen kracht veilig wil stellen door steeds alle pijn te ontlopen, die blijft op de vlucht en zal uiteindelijk totaal vervreemden van zichzelf. Maar wie zich durft over te geven aan wat God hem geeft, wie het kruis in de liefde op zich neemt, wie trouw blijft aan datgene wat werkelijk waar is en goed, die zal voor het oog van de mensen misschien wat minder succes oogsten maar tenslotte wel het echte of het eeuwige leven vinden. 

Het beeld en de verwachtingen van de Messias, dat de joden en ook de leerlingen hebben, is natuurlijk zo vreemd niet. Ook bij ons leeft bij tijd en wijle wel de hoop dat God eens een keer stevig ingrijpt. In mijn leven is er nog nooit zoveel oorlogsdreiging geweest als vandaag. Maar het kan natuurlijk niet dat God met de komst van de Messias in één klap alles recht zou zetten en goed zou maken. Dan zou Hij als het ware zeggen dat het een vergissing was om bij de Schepping de mens te scheppen als een vrije mens. Jezus geeft ons een voorbeeld; om in het volgen van dat ultieme voorbeeld van liefde zelf de handen uit de mouwen te steken en vrede te bewerkstelligen. Te beginnen in ons eigen hart, verbreidend in onze eigen kring en mogelijk daarbuiten;en God mag weten wat daar allemaal nog van komen kan. Amen.