"Wees niet bang voor de mensen". 12e zondag dhjr. 2020
Jer. 20,10-13, Rom. 5,12-15, Mt. 10,26-33
Drie keer achter elkaar horen we Jezus vandaag tegen zijn leerlingen (en eigenlijk dus tegen ons) zeggen: “Wees niet bang, wees niet bevreesd”. En om die woorden een beetje te kunnen plaatsen moet je weten waar ze vandaan komen. Om dat te zien moet je het stukje Evangelie lezen wat er direct aan vooraf gaat. Daar zendt Jezus zijn leerlingen (en eigenlijk ons dus) uit om te gaan doen wat Hij zelf gedaan heeft, namelijk; de Blijde Boodschap verkondigen. Maar dat die Blijde Boodschap niet door iedereen met open armen ontvangen wordt, dat heeft Jezus aan den lijve ondervonden; Het heeft Hem zijn leven gekost. Ja, en nu zouden de leerlingen (en wij dus) hetzelfde moeten gaan doen? Als je dan weet hoe het met Jezus is afgelopen, dan sta je daar toch niet meteen om te popelen. Bovendien; als de mensen toen, naar Hem al niet wilden luisteren, waarom zouden ze dat nu, naar ons, dan wel doen? Dus, voor de leerlingen, die er serieus werk van willen maken, is het wel degelijk nodig om gerust gesteld te worden: “Wees niet bang voor de mensen”. Wat is er toch met die blijde boodschap dat zij zo slecht ontvangen wordt? Een blijde boodschap, die wil toch iedereen horen? Als je die komt brengen hoef je toch niet bang te zijn? Misschien helpt het een beetje als we het woord zelf eens goed aankijken. E-vangelie, ofwel in het grieks Eu-angelion betekent blijde boodschap, maar ook goede boodschap. En die woorden hebben heel wat meer lading dan iets van “hiep-hoi, de lotto gewonnen”, of zoiets. Nee, de Goede Boodschap gaat over veel meer dan de hoofdprijs bij de lotto. Zo’n hoofdprijs blijft bij een tijdelijke aards pleziertje. De Goede Boodschap gaat over een uitnodiging tot Eeuwig leven. Maar er is een sterke tegenkracht werkzaam in onze wereld, een kracht die ons omlaag trekt; de macht van het kwaad ofwel de duivel. Een stem die zegt; "Wees toch gewoon zelf God!" Het is een strijd die de hele mensheid duurt; een strijd tussen goed en kwaad. En de duivel geeft zich niet zomaar gewonnen, die moet zwaar bevochten worden. Bevochten in ons zelf, in onze ego’s en in onze samenleving. God roept ons tot Eeuwig leven, maar dat eeuwige Leven kan ons alleen gegeven worden als wij, ieder van ons persoonlijk, ook vóór Hem kiezen en niet tégen Hem. Kiezen voor het kwaad is kiezen tegen God.
Gedoopt zijn is een groot goed. Je bent kind van God geworden, maar het vraagt ook dat je daar iets mee doet, dat je vorm geeft aan dat –kind van God- zijn. En daar zit hem toch een groot probleem. Want wie voelt zich vanuit zijn of haar doopsel verantwoordelijk voor de verspreiding van de Goede Boodschap? Ja, de leuke helft, dat gaat nog wel; dat God van alle mensen houdt en dat Hij alle zonden vergeeft. Maar hoe staat het met die andere helft, “ga heen en zondig niet meer", of, “als iemand één van deze kleinen verkeerd leert, het ware beter dat men hem een molensteen om de nek deed en in zee wierp”. Hoezeer heeft ons westerse christendom zich niet aangepast aan de wereld? Wie durft nog op te komen voor christelijke waarden als de onverbrekelijkheid van het huwelijk? Wie durft buiten deze muren nog te zeggen, dat een kind het beste af is met een vader en een moeder, en dat twee vaders of twee moeders echt niet hetzelfde is? Wie durft zich buiten deze muren nog uit te spreken tegen abortus; in Engeland vorig jaar 200.000, in Nederland 30.000. Het gebeurt allemaal geruisloos, maar het zijn voortvloeisels van een decadente levensstijl waarin alles geoorloofd is. Nou, als je die kant van de Goede Boodschap vandaag nog wilt belichten, dan kun je de bemoediging van Jezus goed gebruiken; “Wees niet bang voor de mensen want ieder haar op je hoofd is geteld”.
Maar het is nog veel erger. Vandaag de dag staan wij eigenlijk gewoon buitenspel als een stel ouderwetse zonderlingen met middeleeuwse opvattingen. We leven in een vrij land, we hebben vrijheid van godsdienst. Iedereen mag zijn eigen mening hebben en die hebben we dan ook. Oh jawel, wij mogen hier in de kerk ook best nog wat ongevaarlijke gebedjes prevelen maar we moeten er de buitenwereld niet mee lastig vallen. En durf vooral niet te zeggen dat je geen mening verkondigt, maar dat je een waarheid spreekt die niet van jezelf is, maar van God, want dan zijn de rapen helemaal gaar! We hebben allemaal onze eigen mening en die eigen mening is heilig; zo heilig en zo persoonlijk, dat al die meningen samen waardeloos blijken te zijn. Jij jouw mening, ik de mijne en we hoeven er dus allebei niks mee, het is immers alleen maar “jouw mening”. Dat is het grote gevaar van onze samenleving in 2020; dat we geen gezamenlijke waarheid meer erkennen.
“Nou, dat zijn nogal grote woorden", zullen sommigen misschien denken. Wij hebben geen keus, want; “Ieder die Mij verloochent tegenover de mensen, zal ook Ik verloochenen tegenover mijn Vader die in de hemel is”; zegt Jezus. We hebben Pasen en Pinksteren achter de rug; Jezus heeft de deur naar God voor ons open gezet. Nu zijn wij aan de beurt om daadwerkelijk stappen te zetten om die deur binnen te gaan. En die stappen zetten we niet alleen door te spreken over het grote onrecht in onze samenleving. Die stappen zetten we beter nog heel dicht bij. Zèlf doen wat je preekt. Zèlf niet bang zijn om te verliezen, zèlf niet bang zijn om te delen, zèlf niet bang zijn om op de eerste plaats lief te hebben. Laten we niet bang zijn, maar gaan, onze verantwoordelijkheid nemen als gedoopte, wetende dat Hij ieder haar op ons hoofd geteld heeft. Amen.