Vreemd Evangelie 25ste zondag C
Wiskunde is nooit mijn sterkste vak geweest. Jaloers was ik, op die jongens die met gemak negen en tienen haalden en mij meewarig uitlegden hoe simpel het eigenlijk was. Maar het is nooit iets geworden; eenvoudig huiswerk, dat maakte ik niet omdat ik die sommen wel kende moeilijke opgaven maakte ik ook niet, omdat ik er helemaal geen raad mee wist. En dat gevoel kwam een beetje terug bij de lezingen van vandaag.
De eerste en tweede lezing spreken zozeer van zichzelf dat je er niet veel over hoeft te zeggen en het Evangelie is zo vreemd dat je er liever niets over wilt zeggen. Maar geloof is belangrijker dan wiskunde, dus ik mag het er niet bij laten zitten. Wat een vreemd verhaal, het Evangelie van vandaag! Hoe kan Jezus die onrechtvaardige rentmeester nou prijzen terwijl hij zijn heer twee keer bedriegt; de eerste keer door zijn bezit te verkwisten en dan nog een keer door die uitstaande schulden fors te verminderen. Maar het is geen echt gebeurd verhaal, het is een parabel. Een beeldverhaal waarmee Jezus iets wil uitleggen. In de regel zijn die parabels zo glashelder en verassend subliem van inhoud dat iedereen meteen door heeft wat Jezus ermee bedoelt. Maar hier is dat anders. Ik heb een hele trits commentaren gelezen en wat ik er van overgehouden is, dat Jezus hier niet de onrechtvaardigheid van de rentmeester prijst, maar het feit dat hij slim handelt. Hij maakt vrienden door de schulden van die mensen te verminderen. Daardoor heeft hij straks, als hij geen rentmeester meer is, nog een basis om verder te leven. Die slimmigheid die wordt door Jezus geprezen, maar ik denk dan; “Ja, maar hij hangt wel mooi weer uit met het geld van de baas”.
Wellicht bedoelt Jezus ook dat wij, u en ik, zelf zo’n onrechtvaardige rentmeesters zijn; want dat is natuurlijk ook zo. Wij zijn de rentmeesters die door God zijn aangesteld om zijn Rijk ingang te doen vinden in deze wereld en we schieten daar allemaal in tekort. Hoeveel kansen hebben we niet onbenut gelaten, hoe vaak hebben we niet meer onze eigen belangen gediend dan die van God? Als God enkel rechtvaardig is, dan zou hij ons allemaal moeten ontslaan, of anders gezegd, dan kwamen we allemaal in de hel terecht. Als God ons bejegent met de maatstaf van rechtvaardigheid alleen dan kan niemand gered worden. En als wij dan toch gered worden, dan is het niet dankzij Gods rechtvaardigheid, maar dankzij zijn mededogen, Zijn bereidheid om zonden te vergeven en schulden kwijt te schelden. Wij kunnen rekenen op Gods barmhartigheid in de mate waarin wij barmhartig zijn tegenover onze medemens.
Herkennen wij hierin niet het gebed dat Jezus ons heeft leren bidden?; “Vergeef ons onze schulden, zoals wij vergeven aan onze schuldenaren”. Onze voornaamste zorg moet niet gaan naar het vervullen van de eisen van rechtvaardigheid; dat is de moraal van de Joden; “Oog om oog, tand om tand”. De wet van de rechtvaardigheid is ondergeschikt aan het mededogen. Dat is wat de rentmeester uit de parabel toepast en daarvoor wordt hij door Jezus geprezen ook al blijft hetgeen hij uithaalt een boevenstreek. Dit gezegd hebbende blijf ik toch nog zitten met het gevoel dat het allemaal een beetje rammelt. En ik denk dat ik u met hetzelfde gevoel laat zitten, maar ik kan het niet helpen.
Misschien nog dit; vroeger, als tiener, was ik veel zekerder en uitgesprokener in van alles en nog wat. Het geloof was opium voor het volk, de Bijbel een sprookje en de paus moest zich al helemaal niet bemoeien met seksualiteit want daar kon een celibatair geen verstand van hebben. Inmiddels heb ik de catechismus van de katholieke kerk leren kennen als het meest menslievende en genuanceerde boek wat er bestaat. Ik zal nooit meer zeggen dat er één woord onzin in staat; hoogstens dat ik het niet allemaal begrijp. Zo ook over dit Evangelie. Wij kunnen natuurlijk niet zeggen dat Jezus hier iets zegt dat onjuist is. Hoogstens kunnen we zeggen dat we het niet helemaal begrijpen. Maar is dat niet ook juist een wezenskenmerk van God; dat we Hem niet helemaal begrijpen, dat wij Hem niet kunnen grijpen en opsluiten in ons eigen verstand.
Laten we dus vooral open blijven staan naar alles wat op ons pad komt ook al begrijpen we het nu nog niet. God trekt immers met ons mee, dat hoef je niet te begrijpen, dat mag je geloven. Amen.